Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de pers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de pers

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Evangelie en Moslims

Wellicht bent u op de hoogte van het bestaan van deze 'Stichting voor getuigenis en dienst onder moslims in Nederland'. Later dit jaar (24 november) zal het 25 jaar geleden zijn dat deze stichting in het leven werd geroepen door een aantal kerkelijk georiënteerde organisaties als de GZB en de IZB, de Morgenlandzending en deputaatschappen Zending en Evangelisatie van de Christelijke Gereformeerde Kerken. Ik ontleen deze gegevens aan het laatst verschenen Info-bulletin (maart 2003). Ik merk tijdens contacten met gemeenteleden, ouderen maar ook veel jongeren, dat de islam als een dreiging wordt ervaren. Ontwikkelingen van de laatste jaren wereldwijd hebben daar het nodige aan bijgedragen: 11 september 2001, Osama Bin Laden en recent de tournee door ons land van DyabJahjah om tot oprichting van een Nederlandse afdeling van de AEL te komen. De intussen opgelaaide oorlog tegen Saddam Hoessein zal die angst alleen nog maar vergroten, valt te verwachten. Recent deed het opzienbarende interview in het dagblad Trouw met WD-kamerlid Ayaan Hirsi Ali de emoties nog weer eens oplopen. Vooral deze uitspraak: 'Mohammed is, gemeten naar onze westerse maatstaven, een perverse man. Een tiran. Als je niet doet wat hij zegt, loopt het verkeerd met je af. Dat doet mij denken aan al die megalomane machthebbers in het Midden-Oosten: Bin Laden, Khomeini, Saddam.' De redactie van het Info-bulletin vroeg aan vier christenen die veel met moslims te maken hebben naar hun mening over de stelling van Ayaan Hirsi Ali.

'Chris Baars, betrokken bij Müjde, een Turkse bijbelstudiegroep in Amsterdam:

Ik betwijfel of moslimjongeren hierdoor meer gaan nadenken over hun geloof. Bij een deel zal eerder radicalisering optreden. Dat hierdoor de kerk eindelijk een kans maakt geloof ik al helemaal niet. De kansen uan de kerk liggen eerder in "het lijken op Jezus" dan in het afbreken uan Mohammed. Wanneer ik Ayaan Hirsi Ali hoor spreken zou ik haar het liefst toeroepen om eens naar het leuen van Jezus te kijken: Hij was zo anders! Hij ging zo anders met mensen (vrouwen) om! De kansen uan de kerk liggen eerder in het voorleven en uitdragen van deze boodschap. Op zich uind ik het wel goed dat iemand die zelf uit de islam komt bepaalde zaken aan de orde stelt. Wel hoop ik dat Ayaan Hirsi Ali dit met meer wijsheid en tact zal doen. Gabriël Jansen, voorzitter stichting De Stadslamp, Amsterdam:

De openheid die er sinds twee jaar is ontstaan is winst. De islam mag, net als andere godsdiensten, inhoudelijk worden bekritiseerd. Hirsi mag zeggen wat ze zei. Moslims moeten leren niet steeds te reageren met aanklachten en dreigementen, maar met tegenargumenten. Het is wel de uraag of moslimjongeren hierdoor kritischer worden. De tegengestelde reactie is ueel menselijker. Wat de kerk betreft: zij is niet afhankelijk uan de kansen die deze wereld biedt. Het is de Heer uan de kerk die haar de kracht geeft, en de opdracht. "Ik ben met u, alle dagen...". Het geuaar heet niet "islam", maar "krachteloos zout". Laten we bidden dat we zout en licht zullen zijn voor onze maatschappij, inclusief uoor moslims.

Jim Meilis, staffunctionaris van Jeugd met een Opdracht te Amsterdam: Ik twijfel of de statements uan Ayaan Hirsi Ali goed zijn voor moslimjongeren of voor de kerk. Hirsi Ali en moslimjongeren hebben het recht zelf te bepalen hoe ze omgaan met hun islamitische erfgoed. Voordat westerlingen deze "oordeelsstenen" oppakken, doen ze er goed aan zich de beperkingen te realiseren uan het westerse kritische denken en zich de zonden en het machtsmisbruik te herinneren uan hun eigen profeten; uan koning David tot Luther toe. Kritische woorden beschadigen al snel het wederzijdse respect dat noodzakelijk is uoor gezonde verhoudingen. Het koninkrijk uan de Vader is niet synoniem met de Westerse cultuur en wordt ook niet verdedigd door overijverige dienaren die proberen iedere uermeende kwaaddoener die hen kwetst te uerscheuren, Gods koninkrijk blijft groeien wanneer uolwassen zonen en dochters zijn karakter in hun woorden en daden weerspiegelen en het oordeel overlaten aan Hem (Matth. 13 : 24-43).

Theo Visser voorganger van de International Christian Fellowship te Rotterdam:

Er zit wel iets in. Ook al zou ik zelf graag een andere toon aanslaan, door kritische geluiden vanaf de zijlijn uan de islam worden de moslims zelf geprikkeld dieper na te denken ouer hun geloof en de positie uan Mohammed. De ervaring op het werkveld in Rotterdam en daarbuiten heeft mij geleerd dat steeds meer moslims in vertrouwensrelaties met christenen voorzichtig open worden en vragen gaan stellen als: "Ik heb geen echte urede, als moslim ben ik niet echt gelukkig, wat moet ik doen? ". Ik verwacht uoor de komende decennia dat door prikkelende statements aan de ene kant, maar aan de andere kant vooral door verbondenheid met christenen die leuen uit de lieffle uan Jezus, steeds meer moslims Jezus als hun Massieh zullen gaan erkennen.'

Het gesprek met de islam kunnen christenen niet uit de weg gaan. In Ambtelijk Contact (maandblad voor ambtsdragers in de Christelijke Gereformeerde Kerken, maart 2003) schrijft ds. J. van Mulligen, bestuurslid namens zijn kerken in genoemde Stichting, een leerzame bijdrage onder het opschrift 'Allah of de God van Israël? '. Enkele gegevens die ik ontleen aan zijn artikel: geschat wordt dat er in Nederland 800.000 moslims wonen. De islam is daarmee de tweede godsdienst in ons land geworden. Ds. Van Mulligen constateert dat in grote steden menig christen in een straat woont waarin hij met nog een paar christenen een kleine minderheid vormt te midden van een moslimse omgeving. Van Mulligen is er daar zelf één van (hij is predikant in Den Haag- Zuid. Dat is in geen enkel opzicht bedreigend, zo ervaart hij zelf dagelijks. Veel Nederlanders kunnen een voorbeeld nemen aan hun moslimse medelanders: positief, vriendelijk, welwillend en in geen geval vijandig of bele-digend. Ik schreef al: we kunnen als christenen het gesprek met moslims niet uit de weg gaan. 'Grofweg telt de wereldbevolking 2 miljard christenen en 1, 2 miljard moslims. Alleen al op grond van die getalsverhouding, maar zeker ook vanwege de discussie over de geloofsovertuiging van moslims...', is dat gesprek gewenst. Van Mulligen bepleit een open luisterhouding waardoor de beeldvorming over en weer wordt weggenomen zodat vertekeningen en karikaturen verdwijnen.

'Het gesprek met moslims dient dan ook getuigend te zijn. Je laat merken datje datgene waar je uan getuigt ook persoonlijk kent. We weten uan een persoonlijke omgang met God. Hij is immers niet alleen hoog verheven en majesteitelijkgroöt, maar ook nabij allen die Hem in waarheid zoeken. Dankzij de door Christus herstelde relatie mogen we een intiem contact met Hem hebben. Dat contact is nooit het resultaat van het nakomen van voorschriften en regels. Het heeft alles te maken met het wonder uan zijn immense liefde. Het gesprek met moslims zal die liefde moeten weerspiegelen. Laten we ons nooit laten uerleiden tot de uitspraak dat Allah een afgod zou zijn en dat de islam niets anders is dan afgoderij en heidendom. Een benadering met een dergelijke insteek zal alleen maar wederzijds een uijandbeeld oproepen. Daarentegen is er - uiteraard - niets op tegen zo over God te spreken dat het uoor de gesprekspartner aantrekkelijk wordt om meer over Hem te horen.

islam betekent ouergaue. De naam "moslim" staat voor het beleuen en in praktijk brengen uan die ouergaue. De opuatting die men heeft uan Allah en de manier waarop de koran en de islamitische wet - de sjarie'a ' jiinctioneren, zetten een eigen stempel op die ouergaue. We hebben ongetwijfeld respect uoor de wijze waarop miljoenen moslims* gelovigen dagelijks en wekelijks die ouergaue tot uitdrukking brengen. Velen doen dat niet oprechte toewijding en strikte gehoorzaamheid. Maar tegelijk is het uoor ons duidelijk dat de bijbel met overgave aan Christus Jezus toch iets anders bedoelt. Die ouergaue wordt getypeerd door gemeenschap, liefde en bereidheid om Christus te volgen. Ik dtiik

dat het gesprek met moslims over God=Allah het meest gediend is als wij, hoe dan ook, tot uitdrukking brengen dat wij ook een overgave kennen die tevens betekent een oprechtegemeenschap met God door Zijn Geest. We zullen ons daarbij moeten hoeden voor een wettische opvatting van het christelijk geloof. Maar al te vaak zijn we een wettische islam tegemoet getreden met een wettisch christendom dat volstrekte gehoorzaamheid eiste aan regels die weinig of niets met de liefde van Christus te maken hadden. De door de redactie opgeven titel van deze . bijdrage suggereert een tegenstelling en vraagt om een keuze. En inderdaad, we mogen Allah - en dan bedoel ik het godsbeeld dat met Allah samenhangt - niet zomaar met de God van Israël gelijkstellen. Er is een jündamenteel verschil tussen de inhoud van het moslimse geloof en de inhoud van het Evangelie. En de God en Vader van onze Here Jezus Christus kun je zeker nietgelijkstellen met Allah van de koran. Ik zou voor geen goud datgene wat ik heb mogen Ieren kennen van mijn hemelse Vader willen inruilen voor de "overgave" aan Allah. Het is mij dan ook een raadsel als ik hoor van christenen die moslim zijn geworden. Ik weet gelukkig ook van moslims die christen zijn geworden en die zich onzegbaarjijk weten door het geloof in Jezus Christus.

Maar, aan de andere kant, Allah is ook niet gelijk te stellen met welke heidense goden dan ook. Wie in het gesprek met moslims minachting toont voor hun godsgeloof en geen respect heeft voor hun toewijding en oprechtheid, zal in dat gesprek niet echt aan getuigen toekomen. De keuze tussen Allah of God mag in ieder geval in het gesprek geen onoverbrugbare a/stand scheppen. Er is niets op tegen om duidelijk te maken dat we als christenen ook geloven in die Ene, die Schepper is van hemel en aarde, die de Almachtige is en die we ook de Barmhartige mogen noemen. En uit de kring van Evangelie & Moslims zei iemand terecht: "Niets in de koran wijst erop dat Mohammed ooit geloofde dat joden en christenen een andere God vereerden". Er is tussen Allah en de God van Israël dan ook geen verschil ten aanzien van het Godsbestaan. Er is wel verschil in wat we van God belijden. Laten we dat verschil in duidelijke bewoordingen aan de orde stellen met tegelijk het gebed of de Here ons daarbij zoveel wijsheid en invoelingsvermogen wil geven dat we de diepe betekenis van zijn genade en verzoening kunnen aangeven en voorleven.'

Met respect vermelden we de inzet van de medewerkers in dienst van Evangelie & Moslims. Het verdient ook onze steun. Men is geheel afhankelijk van de steun van kerken en individuele christenen. Giften voor het werk kunt u overmaken op giro 3311070 t.n.v. St. Evangelie & Moslims in Amersfoort.

J. MAASLAND

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 maart 2003

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Uit de pers

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 maart 2003

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's