Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Oefenplaats voor praktische vroomheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Oefenplaats voor praktische vroomheid

GELOOFSOPVOEDING [2]

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Verbond en doop

Wie verbond zegt, verwijst naar de doop, naar het moment dat jonge ouders voor Gods aangezicht stonden, waar de namen van Vader, Zoon en Heilige Geest verbonden werden met een mens. Het initiatief lag bij Hem. Ook dat is bepalend voor de geloofsopvoeding. Niet wij kiezen er in de eerste plaats voor om onze kinderen christelijk c.q. godzalig op te voeden, al hebben we deze roeping. Nee, God plaatst ons als ouders met onze kinderen op het erf van Zijn verbond. Hij heeft bij de sluiting van het huwelijk Zijn zegen gegeven en Zijn hulp en bijstand toegezegd, vooral voor die tijden dat wij dat allerminst verwachten.

Geloofsopvoeding verwacht het daarom geheel van Hem, die Zich bekendmaakte in het Woord, in de daden van heil en verlossing, die recht op het leven van Zijn schepselen heeft. En die tegelijk alles geeft wat Hij vraagt.

Daarom gaat het in de geloofsopvoeding om de Heere God. Om als ouders en kinderen bij Hem te blijven. Geloofsopvoeding is opvoeding dicht bij de Bijbel, waarin we de stem van God horen.

Moeten we het elkaar niet steeds voorhouden, binnen de gemeente? Wat Mozes zei: 'En deze woorden, die ik u heden gebied, zullen in uw hart zijn. En gij zult ze uw kinderen inscherpen, en daarvan spreken, als gij in uw huis zit, en als gij op de weg gaat, en als gij nederligt, en als gij opstaat.' Wat waren deze woorden? Hoor, Israël! de HEERE, onze God is een enig HEERE! Hem zult gij liefhebben met heel uw 486 hart. En moeten we elkaar niet voorhouden wat Jozua zei, aangaande de stenen die bij Gilgal opgericht waren: als de kinderen vragen waarom die er liggen, moeten de vaders vertellen wat God gedaan heeft, opdat jullie de Heere God elke dagen zullen vrezen.

En wat Asaf zei: 'Wij zullen het niet verbergen voor hun kinderen, voor het volgende geslacht, de sterkheid van de Heere, en Zijn wonderen, die Hij gedaan heeft. Hij heeft onze vaderen de wet geboden, dat zij ze hun kinderen zouden bekendmaken; opdat het volgende geslacht die weten zou, de kinderen die geboren zouden worden; en zouden opstaan, en vertellen ze hun kinderen; En dat zij hun hoop op God zouden stellen, en Gods daden niet vergeten, maar Zijn geboden bewaren.' Mozes, Jozua, Asaf, hun woorden houden we elkaar voor, maar vooral watjezus zei, toen ze de kinderkens tot Hem brachten, opdat Hij ze aanraken zou; en toen hij boos werd vanwege de blokkades die de discipelen opwierpen: 'Laat de kinderkens tot Mij komen, en verhindert ze niet; want derzulken is het Koninkrijk Gods.'

Dat is de lijn van Gods Woord. De kinderen worden naar voren gehaald, want Jezus heeft hen in het oog. Zij zijn voorwerp van Gods liefde, die barmhartigheid die ouders en opvoeders, jeugdambtsdragers en catecheten mogen weerspiegelen. Opdat in een godloze en daarom ook normloze cultuur, zij leren leven binnen de grenzen van het verbond, de veiligheid en de zegen gaan ervaren die er ligt in het leven met God. Vanuit Gods initiatief bij de doop, vanuit Zijn opdracht aan ouders hebben deze oók Zijn beloften mee. 'Het zaad zal Hem dienen" 1, zegt Psalm 22. Het nageslacht zal gaan in het spoor van vorige generaties, omdat God het werk dat Hij begon niet zal loslaten. Maar daartoe dient er wel van de Heere verteld te worden: er zal van Hem gesproken worden wat Hij gedaan heeft, in de daden in de geschiedenis van Israël. Daartoe zijn ouders geroepen tegenover de kinderen, ouderen tegenover jongeren en gemeenteleden tegenover rand- en buitenkerkelijken. Psalm 22 spreekt over de benauwdheid en het lijden van de Messias. Hij is als een graankorrel in de aarde gezaaid, maar Hij stond op: zo behoudt Hij een groot volk in het leven.

Gezin

Die geloofsopvoeding vindt allereerst plaats binnen het gezin. Dit gezin heeft niet alleen een beschermende functie, een koesterende functie, een opvoedende functie, maar ook een specifiek religieuze functie, waarmee we komen op het terrein van de geloofsopvoeding. Dat houdt in dat we in onze pastorale arbeid veel energie mogen steken in het functioneren van de gezinnen volgens bijbelse richtlijnen. Daarbij vragen we aandacht voor de huisgodsdienst. Onder huisgodsdienst verstaan we 'het bewust benutten van allerlei mogelijkheden voor de godsdienstige vorming van kinderen en ouderen in gezinsverband' (M. Golverdingen). Het moet gaan om een zekere vorm van georganiseerd godsdienstig leven dat door het kind heel gewoon gevonden wordt.

Door de eeuwen heen is het doel van die huisgodsdienst hetzelfde gebleven: kinderen moesten onderwezen worden in de vreze des Heeren én leren wat dit betekende voor de praktijk van alledag. Het gezin is zo dus een oefenplaats voor praktische vroomheid. Moeten we niet eerlijk zeggen dat het samen bijbellezen aan tafel een van de restanten van deze huisgodsdienst is? En gaat het vaak niet vlug of gedachteloos? En wordt er vaak weinig over doorgepraat? Hier laten we kansen liggen, want als jongeren de gezonde bijbelse leer niet horen en de relevantie voor het leven, staan ze open voor een wegdrijven van de waarheid van Gods Woord. Tegelijkertijd: wat kan een gezin waarin de Heere oprecht en eenvoudig gediend wordt, niet tot zegen zijn voor de jongeren. We zullen hierbij moeten zoeken naar vormen die passen bij onze tijd en gebruikmaken van het vele, vele materiaal dat er hiervoor tegenwoordig beschikbaar is, en dat op de huisbezoeken aanbevolen kan worden. Zo kan de afsluiting van de maaltijd een nieuwe vulling krijgen, kunnen we samen zingen, het gesprek over de preek voeren, voorbede doen voor de grote en kleinere dingen die er in het gezin of in de gemeente en de wereld spelen. Niet voor niets schrijft Paulus aan de gemeente van Efeze: 'Voedt hen op in de lering en vermaning des Heeren'. Als we van het belang hiervan overtuigd zijn, zullen we ook creatief naar wegen zoeken om hieraan invulling te geven, ook in een tijd waarin gezamenlijke activiteiten binnen het gezin onder druk staan. We dienen een God die middellijk werkt.

Bedreigingen

Het is nodig, wanneer we over de geloofsopvoeding spreken, ook stil te staan bij de bedreigingen, want die zijn er ook. Ds. J. Westland herinnert in een bijdrage over christelijke opvoeding aan de geschiedenis van Jakob bij Bethel, waar hij de Heere beloofde de tienden te geven. Eenmaal terug in Kanaan, is hij dat compleet vergeten. Als de Heere hem daaraan herinnerd

heeft, moeten alle afgoden in zijn gezin het veld ruimen. In Gods kracht een nieuw begin! Materiële voorspoed kan onze gedachten ver aftrekken van het leven met God, het zicht op de eeuwigheid voor ons en onze kinderen wegnemen. Het kan ook zijn dat we willen meedoen met anderen, zelfs binnen de gemeente.

Daarbij moeten we beseffen dat God ons hart aanziet. Het kan zijn dat we te maken hebben met een keurig gezin, maar dat er slechts sprake is van uiterlijk vertoon. Dan ontbreekt de liefde. Een nette oppassende jongen moet evenzeer tot bekering komen als een voor het oog losgeslagen meisje.

Funest voor de geloofsopvoeding is een tweesporenbeleid van vader en moeder, een onbijbelse toegeeflijkheid als in het gezin van Eli. Satan weet zich namelijk ook betrokken bij de geloofsopvoeding: hij zoekt zijn invalspoorten naar het hart van onze kinderen via niet-gemotiveerde ouders, buit onderlinge spanningen tussen ouders uit.

Oasen

Om te praktiseren wat we tot nu toe gezegd hebben, is het nodig dat er onderling contact tussen gezinnen is. Hier kan een taak liggen voor kerkenraden en predikanten. Onderlinge toerusting en bemoediging is nodig, onder goede leiding. Want vanzelfsprekendheden zijn er niet in de opvoeding. Prof. Ter Horst heeft het in een van zijn boeken over opvoedingsgemeenschappen, die hij als oasen in de barre woestijn van de moderne samenleving betitelt. Hij lanceert het begrip 'vriendengezinnen', waar je samen de zorgen en vragen kunt delen.

Daarnaast is er de laatste jaren ook gepleit voor opvoedingskringen in de gemeente, waarin nagedacht kan worden over bijbellezen en bidden in het gezin, over gehoorzaamheid en gezag, liefde en respect, zelfaanvaarding en godsbeelden. Vruchtbaar lijkt me dit vooral als er een klimaat is waarin ou- . ders veiligheid ervaren en daarom kwetsbaar durven zijn. We moeten allen onze automatismen kwijt en onze verlegenheid durven tonen, omdat we kwetsbaar zijn als christenouders in deze samenleving, waarvan de apostel Johannes al zei: Deze wereld ligt in het boze. Maar juist als we met onze kinderen in deze wereld staan en we hen niet kunnen isoleren van allerlei invloeden, hebben we de beslistheid nodig om op grond van het Woord van de Heere keuzes te maken, radicaal te zijn, elkaar vast te houden daarin. Want ook binnen de christelijke gemeente kan je inzake geloofsopvoeding alleen komen te staan - en dat maakt het voor die ouders dubbel moeilijk. Is in die keuzes geen leidraad dat wat we doen en goed vinden, geheiligd dient te zijn door het Woord en door het gebed?

Het samen schuilen bij elkaar inzake de geloofsopvoeding is van groot belang. Wat is onze specifieke levensstijl? Waarin onderscheiden we ons van hen die niet bij Christus horen? Zou aan deze levenshouding niet ook een sterk missionair motief verbonden zijn?

Ouders-kinderen

In het bestek van deze bijdrage ga ik niet in op verschillende opvoedingsstijlen. Er is genoeg over te lezen.

Maar cruciaal vind ik wel dat ouders en kinderen een open contact hebben, met elkaar in gesprek zijn. Dat gesprek vindt plaats vanuit een gezagsvolle relatie, vanuit het vijfde gebod. Het gaat daarbij zowel om ruimte geven als om grenzen stellen - en eerlijk is eerlijk: beide is niet gemakkelijk.

God gaf ons ouders, gaf ons déze ouders, om Zijn geboden en beloften door te geven. Samen mogen ze leerlingen van Christus zijn. Vanuit Zijn inzettingen mogen we kinderen leiden naar de volwassenheid, hen voorleven in het geloof, hen bewaren voor de zonde. Vooral: de kennis van God overdragen, laten zien wie Hij is in Zijn liefde, in Zijn trouwe zorg, in Zijn heiligheid, in Zijn almacht, in de zending van Zijn Zoon. Laten zien in de dagelijkse praktijk Wie Hij voor ons is en die Traditie doorgeven. Zo bieden we hun houvast in hun eigen leven.

Augustinus

Ik rond af met opnieuw naar Augustinus te luisteren, nu bij het heengaan van zijn moeder, 56 jaar oud. 'Zij heeft mij gedragen als in het hart, om geboren te doen worden in het eeuwig licht. Zelf werd ze opgevoed door het bewind dat Christus, Uw Zoon, voerde in een gelovig gezin'. God leidde het zo dat Augustinus in de buurt is, als zijn moeder gaat sterven. 'Wij stonden daar dus met ons beiden alleen te praten, een heerlijk gesprek: wij vergaten wat voorbij was en reikten naar wat vóór ons lag en samen vroegen we ons af hoe het zijn zou: het eeuwige leven van de heiligen. Zo overstegen we ons verstand en bereikten het oord van de onuitputtelijke overvloed, waar Gij Israël tot in eeuwigheid weidt met de waarheid als voedsel. Daar is het leven de wijsheid'.

Hier zien we het toekomstperspectief van de geloofsopvoeding voor moeder en zoon werkelijkheid worden.

P. J. VERGUNST

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 augustus 2003

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Oefenplaats voor praktische vroomheid

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 augustus 2003

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's