Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Eerste liefde, blijvende liefde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eerste liefde, blijvende liefde

HERINNERINGEN AAN FRIESLAND

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Over het algemeen geldt voor een predikant de regel: de eerste gemeente is tevens de eerste liefde. Dat geldt in mijn geval mijn eerste gemeente Wouterswoude in het noorden van Friesland, in het gebied dat bekend staat als de Dokkumer Wouden. Deze eerste gemeente mocht ik dienen in de jaren 1976-1984 als opvolger van ds. G. Veldjesgraaf. Van hem mag gezegd worden dat hij een gezegende en vruchtbare tijd heeft gehad in deze gemeente, die hem kennelijk op het gebed van Gods volk als herder en leraar had mogen ontvangen. Want daar in de Friese Wouden was - vanouds al - een biddend volk, wat ik ook zelf heb mogen ondervinden. Op zichzelf was dit al een factor die de eerste liefde deed versterken. Maar bij dit alles zijn er ook nog redenen uit de regionale kerkgeschiedenis en uit de familiegeschiedenis te noemen die ons aan de Friese Kerk verbonden.

Fries Réveil

De provincie Friesland kent een rijke kerkgeschiedenis. Ik hoef alleen maar de namen te noemen van mannen als Bogerman, Hommius, Brakel, Witsius en anderen die een belangrijk stempel gezet hebben op de Kerk der Reformatie in Friesland. Te denken valt ook aan de voormalige academie te Franeker, waar godvruchtige mannen zijn opgeleid, van wie velen de Friese kerk hebben mogen dienen. En niet het minst moet hier ook gesproken worden van het zgn. Fries Réveil van de 19e eeuw, dat zo treffend is beschreven door dr. G. A. Wurmkes: een geestelijke opleving in tal van gemeenten, met godvruchtige predikers, gezonde gelovigen en een opgewekt geestelijk leven. Ook in de Friese Wouden had dit Réveil zijn wortels. Wij denken aan de bekende wethouder van Dantumadeel, ouderling Thomas Sjolles Sinia van Rinsumageest, een man van wiens godsvrucht in heel de omgeving zoveel uitstraalde. Ook in Wouterswoude zat vanouds een godvrezend volk, waarvan de meesten ondanks Afscheiding en Doleantie de Hervormde Kerk trouw bleven. Onder de bediening van ds. P. J. Hopman (1878-1881) had er in Wouterswoude een geestelijke opwekking plaats. Mensen werden krachtdadig tot God bekeerd en gebracht tot het geloof in Jezus Christus. Met kennelijke blijdschap maakte ds. Hopman er melding van in het notulenboek. En ofschoon zijn opvolger ds. P. Eringa in 1885 vertrok en vervolgens in Doleantie ging, bleef het gros van de gemeente de Hervormde Kerk trouw.

Inzinking en opwekking

In het begin van de 20e eeuw kwam er helaas te Wouterswoude in de prediking een inzinking, maar nu deed zich in de buurgemeente Driesum een geestelijke opwekking voor onder de bediening van ds. C. B. Holland (1912- 1915). De vruchten op de prediking van diens voorgangers, ds. Gemser en ds. Woldringh, kwamen nu openbaar. Bekommerde zielen mochten doorbreken tot de vrijheid die in Christus is. Sommigen die die tijd hebben meegemaakt, heb ik nog gekend. Door de toestroom vanuit Wouterswoude was de kerk in Driesum in die tijd overvol; die in Wouterswoude leeg. Totdat de kerkenraad besloot: wij moeten ook zo'n predikant hebben als in Driesum. Zo kwam in 1916 vanuit Sebaldeburen mijn oom ds. J. C. van Apeldoorn (later te Hoogeveen, Voorthuizen, Bennekom en Leiden; overl. 1962) naar Wouterswoude, waar spoedig - zoals oude mensen mij nog vertelden - de kerk zo vol was dat de mensen buiten op de stoep voor de deur zaten te luisteren en de kinderen tussen de benen van hun ouders moesten zitten. Het Gezang (waarbij velen in de gemeente hun mond hielden) schafte hij af en hij ging catechiseren uit Hellenbroek. Na drie jaren werd mijn oom - gehuwd met een zuster van mijn vader - opgevolgd door ds. J. H. Koster, die in 1923 vertrok naar Montfoort. Ook deze zette een krachtig stempel op de gemeente. Van heinde en ver kwamen de kerkgangers, die tussen de diensten overbleven. Een aantal anekdotes met geestelijke strekking over zijn prediking en optreden tekende ik op uit de mond van oudere gemeenteleden. Het beslag van de schriftuurlijk-bevindelijke prediking is altijd op de gemeente blijven liggen. Dat gaf steeds weer opening voor het Woord en dat bleef - Gode zij dank - niet altijd zonder vrucht. Wat mij betreft mocht ik ook ondervinden wat eens een ouderling zei: Een goede kerkenraad is voor een predikant een tweede academie! Ik had in mijn kerkenraad godvrezende ambtsdragers, van wie sommigen nog in leven zijn. Welk een steun mocht ik ondervinden van hun gebeden en van de geestelijke gesprekken, soms wel tot een uur na de kerkdienst. Dat is onvergetelijk. En dan de omgang met geoefende kinderen Gods. Ik denk aan mensen als de oude Geert van der Veen (de klompenmaker), aan oud-ouderling Haalstra, mej. Anna Raap, buurvrouw Loonstra, Pieter van der Veen, Johannes Plantinga en anderen. Dit alles smeedde toch een onverbrekelijke band met de gemeente. Er was ook een bloeiende jeugdvereniging die haar avonden hoofdzakelijk bezig was met het Woord. Ook was er een fijne groep catechisanten van alle leeftijden, alsook een goede samenwerking met de gemeente van Driesum en met ds. Stelwagen aldaar. De kleine evangelisaties te Kollum en te Hardegarijp heb ik jarenlang mogen dienen als mentor en adviseur bij het overleg tot kerkelijke integratie.

Familie

Dat de kerk in Friesland blijft trekken, heeft ook redenen vanuit de familiegeschiedenis. Ofschoon ik zelf niet in Friesland geboren ben, liggen mijn wortels toch daar. Mijn overgrootvader Harm Oosten te Oudeschoot (1825- 1912) was een zeer orthodox man. Hij heeft de Afscheiding en de Doleantie in Friesland meebeleefd, maar is altijd bewust hervormd gebleven. Bij vrijzinnigen ging hij niet ter kerke en bij de toen opgekomen Groninger Richting (de zgn. evangelischen) klaagde hij: Als het nog beginnen moet, zeggen ze Amen! Mijn grootmoeder (geb. 1861), afkomstig uit Jutrijp bij Sneek (toen nog een bevindelijke gemeente), stamde uit een godvrezend gezin. Ook zij was zeer bezet met de geestelijke dingen. Ze las wel de boeken van Kuyper en Gunning, maar bleef toch overtuigd hervormd. Mijn groot- en overgrootouders waren volop mensen yan het Fries Réveil. En wat mijn vader Harm Oosten betreft (geboren in het voormalige Schoterl'and aan de Tjopger): toen hij nu 116 jaar geleden geboren werd, bestond de Gereformeerde Kerk (als vereniging van Afgescheidenen en Dolerenden) nog niet; toen hij overleed (1962), had de Gereformeerde Kerk het gereformeerde spoor al hoog en breed verlaten. Let wel: in één mensenleeftijd! Ook hij moest niets hebben van afscheidingsbewegingen. Het hervormde gevoelen hebben wij dus vanuit ons voorgeslacht, geworteld in het Fries Réveil, krachtig meegekregen. Dat betekent geen kerkistisch standpunt, want ook met afgescheiden geloofsgenoten kan er geestelijke verbondenheid zijn. Zo hadden wij ook in Friesland een goed contact met christelijke gereformeerden en .. mensen van de Gereformeerde of Oud-Gereformeerde Gemeenten. Maar we beleefden toch ons kerkelijk standpunt als een geestelijk standpunt Het geestelijk verval, ook in de Friese Hervormde Kerk, heeft nooit onze liefde voor die kerk kunnen doen verminderen, maar juist aangewakkerd. Zo blijft dan Friesland en de Friese Kerk ons trekken om geestelijke en kerkhistorische redenen, om redenen vanuit de familiegeschiedenis, om de banden met de eerste gemeente en haar omgeving, zeker ook met de gemeente van Driesum die ik in moeilijke tijden vele jaren als consulent heb mogen dienen en waar wij voornemens zijn ons - Deo volente, dus: zo de Heere wil en wij leven zullen - na ons emeritaat weer te vestigen.

Beroepingswerk

Nog een reden komt daarbij: de vraag of het geestelijk verval in het Foorden des lands niet mede te wijten .• ~an de houding van vele predikanten en kandidaten die het Noorden er maar bij laten zitten. Hoe moeizaam verloopt menigmaal het beroepingswerk en het vragen van voorgangers. Men vindt de afstand te ver (maar het is toch geen Canada of Australië? ), de gemeenten te klein (maar hoeven de mensen daar dan niet bekeerd te worden? ), het traktement zonder vergoedingen te laag (maar zal de Heere dan niet voorzien? ), de post te eenzaam te midden van andere richtingen en stromingen (maar moest Filippus dan niet naar die woeste weg te Gaza? ) enz. Dat is toch

wel teleurstellend, nietwaar? Men ijvert voor de zending, maar ons eigen Noorden is te ver. Is het niet te begrijpen dat sommige kerkenraden wel eens twijfelen aan de zgn. 'roeping' van predikanten? Er mag in ons hart bewogenheid zijn voor het Noorden. Misschien mogen we - als God het geeft - ook als emeritus, als uitgediende ('Pfarrer in Ruhe') toch nog iets betekenen voor de Hervormde Kerk daar, die wij zo hartelijk liefhebben, ook in haar gebreken en juist in haar verval; die Afscheiding en Doleantie heeft doorstaan en hopelijk, ook als de Hervormde Kerk zich onverhoopt in breder verband voortzet, zich niet door een slechte kerkorde (in de kerk te re-, kenen als een middelmatige zaak) laat uitdrijven tot een nieuwe doleantie, zolang er de volle ruimte blijft voor het onfeilbaar Woord (waar grondslag en belijdenis in begrepen zijn) als enige norm en bron voor de kerkelijke verkondiging en dienst.

Geschiedenis

Laten wij leren van de geschiedenis en maar in trouw achter de Heere der Kerk aankomen, Die ook de geschiedenis leidt, soms dwars door onbegrepen wegen heen. Gedachtig aan het woord van dr. Kohlbrugge (die ook in het Noorden vele aanhangers telde): 'Werp het Woord er maar in; dat kan wonderen doen!' De Heere ontferme Zich ook over Zijn Kerk in het Noorden des lands.

L. H. OOSTEN, SINT ANTHONIEPOLDER

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 september 2003

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Eerste liefde, blijvende liefde

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 september 2003

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's