Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een heilsprofetie tegen  een zwarte achtergrond

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een heilsprofetie tegen een zwarte achtergrond

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

[Lezen: Hosea 1 vers 10-12]

Ik denk dat de Israëlieten niet wisten wat ze hoorden toen Hosea de verzen 10 tot 12 van het eerste hoofdstuk van zijn profetie uitsprak. U moet begrijpen dat deze profetie los van die van vorige week is uitgesproken. Eerst heeft Israël alleen de eerste profetie gehoord. Toen de betekenis van de namen van Hosea's kinderen tot iedereen was doorgedrongen, heeft Hosea pas de tweede profetie uitgesproken. Hoe is het mogelijk, zal men gedacht hebben, dat die zwartkijker ook nog zoiets zeggen kan. Hoe is het mogelijk, dacht een enkeling, dat de Heere zoiets tegen ons zegt. Hoe kan dat nu ooit werkelijkheid worden? De dag van Jizreël zal immers groot zijn? Groot het oordeel over het trouweloze volk. Hoe kan dan het getal der kinderen Israëls zijn als het zand der zee? God zei toch Lo-Ehjeh, Niet-Ik ben! En nu verkondigt Hij hier de belofte aan Abraham?

Het is inderdaad een totaal onverwacht woord. We moeten maar niet vergeten, dat de Heere de God van het onverwachte is. Niet in de zin trouwens, dat Hij dingen doet die Hij zelf ook niet van plan was. Maar wel in de zin dat Hij woorden spreekt en uitvoert die wij helemaal niet verdiend hebben.

Eigenlijk is het een paasboodschap. Een woord dat spreekt over het leven door de dood heen. De redding door het oordeel heen. Lo-Ruchama en Lo- Ammi luisteren samen naar de profetie van Hosea. Ze hebben niets meer met God. Hun God wil de hunne niet meer zijn. Hij heeft, nadat zij het verbond verbroken hebben door hun overspel, nu zelf de officiële akte ontbonden verklaard: Ik ben jullie Verbondsgod niet meer. Maar ondanks het opzeggen van de akte van het verbond toch dit woord van heil. Toch de God van Abram, die vasthoudt aan Zijn eens gegeven belofte aan Abram. Want God kan van Zijn woorden niet af. Zijn beloften blijven kennelijk gelden ook al moet de Heere Zijn verbond ogenschijnlijk verbreken. Uiteindelijk gaat Zijn werk door. Het getal der kinderen Israëls zal zijn als het zand der zee. Dat is de paasboodschap in oudtestamentische kleuring. De vrome Israëlieten kunnen het niet op. Maar zij horen het Woord Gods uit de mond van Hosea.

Dan moeten we wel even goed lezen. Want dan gaat het niet in de zin van 'zand erover'. Zoals wij mensen dat zo vaak kunnen doen. God doet er geen zand over. Hij is een God van verlossing en vernieuwing. Hij is de God der verzoening. Hij heelt het verbrokene. Hij geneest wat ziek is. Hij wekt op wat dood is. Hij verzoent wat verdorven is. Daarom zullen de kinderen van Israël en de kinderen van Juda samenvergaderd worden. Die oude breuklijn, die tegen de wil van de Heere was, wordt opgeheven. Het zal één volk zijn. Het zal één gemeente zijn. Zij allen zullen zich stellen onder het ene Hoofd. En zij allen zullen wezen: Kinderen van de Levende God.

Dat is alleen Gods werk. Dat is niet omdat Lo-Ruchama toch nog tot ontferming drong. Dat is niet, omdat Lo- Ammi zo'n lief jongetje was. Dat was slechts, omdat God van Zijn eens gegeven liefde aan Israël niet afkan. Even wonderlijk als de oorspronkelijke verkiezing van Abram was, even wonderlijk is de voortgaande verkiezing van de beminden om der vaderen wil. Wonderlijk is de Heere. Wonderlijk is Zijn werk.

Ik hoop dat u even verbaasd dit bijbelgedeelte leest als de enkele kinderen van God het in de dagen van Hosea hebben aangehoord. Niet te vatten was voor hen de liefde van God. Niet te begrijpen, dat de Heere zo'n geduld heeft. Als alles kapot is en het verbond verbroken, gaat de Heere verder op het punt waar het verbroken was. Hij kan niet van Zijn eens begonnen werk in Israël af. Gods verbondsliefde blijkt nog veel breder te zijn dan oorspronkelijk gedacht. Gods kinderen die het inzien kunnen zich alleen maar verbazen. Alleen wie in verwondering deze profetie leest, verstaat haar echt. Alleen zij die hun eigen hart als duister en hopeloos hebben leren kennen, verstaan de diepte van deze profetie. Alleen zij die weten, dat het rechtvaardig zou zijn als wij door de Heere verworpen zouden zijn, dringen door in het heilgeheim van God. Maar zij kennen Hem dan ook. Zij houden Hem ook tot alles in staat. Zij weten wat het is, dat Christus uit de dood tot het leven kwam. Zij begrijpen, dat zij ook slechts kunnen leven doordat ze uit de dood tot het leven kwamen. Zij begrijpen dat Gods eeuwige liefde nodig was om hen uit het duister te halen. Zij roemen niet op hun confessionaliteit. Zij verwachten niets meer van hun kerkelijke betrokkenheid. Zij weten dat ze verloren zijn, maar door de genade van God zijn zij wat ze zijn. Uit de dood tot het leven. Na alle kerkelijke zonden nochtans door God gered. Na alle uitverkoop van wat waardevol was toch nog door God levend gemaakt. Na het belasteren van en het misbruiken van Gods naam tot het verkeerde toch van zonden vrijgesproken. Na alle echtbreuk en kerkelijke verdeeldheid toch bijeengebracht tot een schare die niet te tellen is.

Dat geeft ons hoop voor Israël. Dat geeft ons hoop voor de kerk van Christus. Dat geeft ons hoop voor een tot op het bot verdeelde kerk. Dat geeft ons hoop voor een verwarde en wereldgelijkvormige hervormd-gereformeerde beweging. Gelukkig hebben wij God niets te bieden. Gelukkig hoeven wij niets aan te dragen om dit

profetische woord van Hosea te horen. God zelf neemt het Woord. Dan hoeven wij slechts te luisteren. Van ons wordt niets gevraagd. Wat zouden wij kunnen of hebben? Slechts beamen van Zijn liefde.

Hoe de Heere deze profetie vervult, valt niet in een paar woorden te zeggen. Is het in de terugkeer uit de ballingschap? Zeker, maar niet volledig. Is het bij de uitstorting van de Heilige Geest en de wereldwijde evangelieverkondiging? Volgens Paulus en Petrus is dat het inderdaad. Maar is dat alles? Is het mogelijk Gods trouw aan de kerken door de eeuwen heen, ook in tijden van grote afval? Wie zal het ontkennen? Zou het bestaan in de bekering van Israël? Dat zal voor Christus' wederkomst zeker gebeuren.

Maar het zal voltooid zijn als de Heere Jezus komt. En ons aan Zijn Vader toont Dan zal de Heere tot de Zijnen zeggen: Ruchama en Ammi. Ontferming voor Zijn volk. En wij waren nog wel Niet-Zijn volk. Groot is Gods liefde.

A. VAN LINGEN, KINDERDIJK/NIEUW-LEKKERLAND

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 oktober 2003

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Een heilsprofetie tegen  een zwarte achtergrond

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 oktober 2003

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's