Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de pers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de pers

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Passie en preken

De preek blijft vooral in protestantsrechtzinnige delen van de christelijke kerken in het centrum van de belangstelling staan. Waar het een van de grondstellingen is sinds de Reformatie dat God met Zijn gemeente communiceert door Woord en Geest, kan dat ook haast niet anders. Maar. wat bedoelen we precies als we het hebben over 'de preek'? In het bekende Groot Woordenboek der Nederlandse Taal (Van Dale) wordt het woord 'preek' de geïnteresseerde lezer als volgt toegelicht: Rede die op de kansel, voor een vergaderde gemeente gehouden wordt ter godsdienstige onderwijzing, vermaning of vertroosting. Buiten de kerken betekent het woord 'preek' niet veel meer dan 'een nodeloos lang verhaal' of zoiets als 'een langdradige bestraffing'. De gevoelswaarde van het woord 'preek' is kennelijk niet bijster positief.

Hoe is dat binnen de christelijke gemeente zelf? Over het algemeen wordt daar toch de preek als van groot belang gevonden. Zeker in rechtzinnige gemeenten leeft het besef: daar ga je toch eigenlijk voor naar de kerk, om een preek te horen. En veel predikanten zien dat toch als een van hun voornaamste opdrachten: een preek maken én houden. Maar de vraag die zich dan altijd weer aandient, is: lukt het eigenlijk wel? De laatste jaren heeft de vraag naar de overdracht sterke belangstelling gekregen. De hoorder is centraal komen te staan. De EO-conferentie over 'De Boodschap en de Kloof' heeft de positie van de hoorder ook in rechtzinnige delen van de christelijke kerken sterk benadrukt. Waar kunnen we in het proces van de overdracht verbeteringen, toepassen zodat de Boodschap kan landen? We houden daarbij wel steeds de bijbelse slag om de arm dat de werkelijke landing van het Woord Geesteswerk is én blijft, maar dat ontslaat ons niet van de roeping alle zeilen bij te zetten om welke mogelijke blokkade dan ook weg te nemen. In de lijn van deze zoektocht naar een betere communicatie is de werkgroep 'Passie voor preken' ontstaan. In Theologia Reformata (jaargang 46 no. 3 - september 2003) verzorgt prof. dr. F. G. Immink dit keer de rubriek Reflexen en geeft daarin onder andere aandacht aan de activiteiten van genoemde werkgroep onder de veelzeggende titel Passie voor preken? (vraagteken!).

'Als ik de berichten moet geloven, wordt het een rage. Met passie preken! Overtuigend preken! Deze zomer stond er een interview met ds. Ron van der Spoel, de voorman van passie voor preken, in de EO-gids. Ik ontleen enkele gegevens aan dat interview. Volgens Van der Spoel preken veel dominees nog net als veertig jaar geleden. Ze staan meer dan een halfuur uitleg te geven. "Maar de mensen zijn allang weg, want die zijn gewend om meegenomen te worden naar een climax, gevolgd door een praktische handreiking." Volgens hem zitten preken stampvol met exegese waarin de hele dogmatiek wordt leeggeschud. Het moet anders, spannend en hartstochtelijk, vooral dat laatste. En niet te vergeten, mensen moeten meegenomen worden naar een punt van beslissen, ze moeten de kerk anders uitgaan dan ze er ingekomen zijn.

Er worden ook cursussen gegeven. Daar leer je hoe het moet. In ieder geval is het verkeerd als je een preek opbouwt in punten. "Je begint met een pakkend beeld uit het dagelijkse leven, dat de kern van de preek aangeeft." En het moet eindigen in: doe dit en gij zult leven! Watje ook snel kunt leren, naar het schijnt, is preken zonder een uitgeschreven tekst. "Mindmappen" heet dat.

Wordt er nou zo beroerd gepreekt? Smaken verschillen en ikgeloo/best dat er heel wat saaie preken zijn. Ik heb er genoeg gehoord en zelf ook wel saaie preken gehouden. Daarnaast heb ik me ook wel eens vreselijk geërgerd aan preken, niet omdat ze saai waren, maar domweg irritant. Waar ik zelf ook moeilijk tegen kan, laat ik dat eerlijkheidshalve ook maar zeggen, zijn dominees met een vlotte babbd. Wel een enorme woordenvloed, maar ze zeggen eigenlijk niks. Maar ik haak pas echt af als de dominee opgepoetste vroomheid (meestal van zichzelf) in de etalageruit legt Toch ga ik graag naar de kerk, niet alleen voor de liturgie, maar ook voor de preek. Ik hoor vrij veel preken, in de breedte van de kerk, en ik heb bewondering voor dominees die in alle gebrekkigheid iets te zeggen hebben. Laten we wel wezen, het valt tegenwoordig niet mee om week in week uit daadwerkelijk vanuit de Schrift de gemeente op te bouwen in het geloof Dus enige compassie met de dominee is wel op zijn plaats.

Ik sta vrij kritisch tegenover de beweging "passie voor preken", en ik zal proberen iets van mijn bedenkingen onder woorden te brengen. Om misverstanden te voorkomen, ik geloof best dat de preekpraktijk verbeterd kan worden en ik juich het ook toe als daartoe initiatieven ontplooid worden. Maar dat neemt niet weg datje ook kritisch mag kij- • ken en analyseren. Per slot van rekening wordt de homiletiek niet pas vandaag uitgevonden. Ik vraag me af of al die passie en hartstocht op den duur wel zo goed is voor de prediking en voor de voortgang van het geloof. Om wiens passie gaat het? Komt uiteindelijk toch de dominee weer in de schijnwerpers te staan? En valt de beslissing als het erop aankomt toch weer in het gevoel? Hoe worden het Woord en de Belojte theologisch verstaan? Brengt deze benadering met zich mee dat de aandacht komt te liggen bij de ervaring van de gelovige, bij de wedergeboorte en bij de ethiek van de vernieuwing? Deze vragen houden me bezig.'

Als ik prof. Immink goed begrijp, is zijn vrees dat we in de prediking het objectieve (het Woord, de Belofte) te veel opofferen aan het subjectieve (de hoorder, de personality van de prediker). Hij zegt: 'Een van de belangrijke aandachtspunten wordt de menselijke ervaring. Een preek moet geen waarheid verkondigen, geen kennis overdragen, geen uiteenzetting bieden, neen, het gaat erom datje geraakt wordt en tot verandering komt'. Immink kan zich er wel iets bij voorstellen. Preken heeft nu eenmaal alles met communiceren te maken. Wat hem dan weer wel opvalt is dat enerzijds de hoorder wordt gezien als een postmodern mens die geraakt moet worden want dat is iets wat bij dat postmoderne hoort. Bij het zoeken naar een landingsbaan bij de hoorder van heden wordt zijn postmoderniteit voluit onderstreept en in rekening gebracht. Maar hij moet vervolgens wel het onfeilbare Woord van God in zijn leven toelaten. Hier wringt het nodige, want dat Woord snoert de hoorder wel de mond, aldus prof. Immink.

'Maar misschien ligt het probleem nog ergens anders. Het komt mij voor dat voornamelijk de prediker als scharnierpunt jïmctioneert. Nog preciezer, het pathos van de prediker. In ieder geval niet zijn logos, want het discursieve denken leidt alleen maar af. (Logos, pathos and ethos zijn onderscheidingen uit de klassieke retorica). De prediker moet overtuigend preken, vlot spreken, levensechte voorbeelden kiezen, en als het kan heel dichtbij komen. Het klinkt mij allemaal een beetje hijgerig in de oren. Het kan ook heel irritant worden als de prediker zelf al te nadrukkelijk aanwezig is, zichzelf voor de etalageruit legt, anekdotes vertelt tot meerdere glorie van zichzelf, eigen vrome bevindingen opdringt (en als je iedere week voor moet gaan, moet er steeds weer een schepje bovenop).

Ook ik hoor graag een betrokken preek. Op dorre betogen zit niemand te wachten. En een preek die me raakt. Graag, zo nu en dan tenminste. Maar gaat het er primair om dat ik geraakt word? Wellicht zit hier de gedachte achter dat waarachtige verandering alleen dan tot stand komt, wanneer er op het gevoelsniveau iets gebeurt. Daar zit wel een kern van waarheid in. Wanneer de existentiële laag niet bereikt wordt, houden we iets gemakkelijker buiten de deur. Maar ik zou op dit punt niet zozeer in tegenstellingen willen spreken. Gevoelens staan niet los van een begrippelijk kader. Vreugde en verdriet, bijvoorbeeld, zijn niet alleen subjectieve emoties, maar hebben meestal ook ergens betrekking op. Dat geldt zeker ook in het geloof. Je kunt een sterk gevoel uan vreugde beleven bij de gedachte dat Jezus Christus Overwinnaar is. We ervaren troost bij de gedachtenis van het lijden van Jezus. Volgens mij zijn dat bijbelse grondtonen. Is de gedachtenis niet een jündamenteel bijbels begrip? Doe dit tot mijn gedachtenis! En dan denk ik onwillekeurig ook aan de nieuwtestamentische didache. Daar zit onmiskenbaar een leerelement in. Zoals het onjuist is om onze prediking in de kerkdienst alleen terug te voeren op de notie van het kerygma, zo is het net zo onjuist om het begrip ervaring tot kernbegrip te bombarderen. En dat geldt in het bijzonder als we in de gereformeerde traditie willen staan. Daar is altijd grote nadruk gelegd op de onderwijzing. Calvijn heeft het over instruction, dat is geen louter cognitieve uiteenzetting, maar instructie inzake de leer van het Evangelie. En dan is doctrine een abstract dogma, maar de levensgemeenschap met de drie-enige God. Prediking heeft immers te maken met de uiteenzetting van de volle raad Gods, met de onderwijzing aangaande alle facetten van het Rijk Gods.

Ik ben bang dat passie voor preken een moderne, evangelische vorm van subjectivisme met zich meebrengt. Ervaring? Prima! Maar dan moet het ervaringsbegrip nader onderzocht worden. Het gaat echt niet alleen om de subjectieve emotie. Die kan uiteindelijk ook nog eens heel bedrieglijk zijn. Het zal dan toch gaan om de ervaring van het Woord en de Belofte! Dan zullen we toch duidelijk moeten maken dat de objectbetrok-

kenheid onopgeefbaar is. Ervaring is een intentioneel begrip. Het is betrokkenheid op...! Op God en zijn Woord, op de openbaring, op Jezus Christus. En hoe vuil je die objectbetrokkenheid bewerkstelligen zonder uitleg, zonder de taal en de begrippen uit Bijbel en traditie, zonder cognities en opvattingen? Hoe zou je dat willen bereiken zonder een zorgvuldige uitleg van de Schriften, zonder onderwijzing in de traditie van de kerk? Juist in onze postmoderne tijd, waar de kennis van de geloofstraditie tanende is, werkt passie voor preken een verdergaande vervlakking in de hand. Het komt mij voor dat de rage van het uit-het-hoo/d-preken hier op den duur ook negatief zal werken. Wat is er eigenlijk mis met een uitgeschreven tekst? Zou dat geen spreektaal kunnen zijn? Ik vind dat er hier met een zeker dédain naar het ambacht van het schrijven wordt gekeken. Het gevoel en de ervaring krijgt ook hier weer de prioriteit ten opzichte van de taal en de conceptualisering.'

De zorg die prof. Immink hier uit is, denk ik, niet onterecht. Verkondiger van het Woord zijn is nooit een eenvoudige opdracht geweest. En het is er de laatste decennia in onze (postmoderne samenleving alleen maar complexer op geworden. Veel nadruk is komen te liggen op de persoon van de prediker. Maar tegelijk ook op de hoorder. Zelf weet ik uit mijn jonge jaren dat vaak gezegd werd tegen aankomende predikanten: werp het Woord maar in de gemeente en God zal er Zijn werk wel mee doen. In deze intussen tot cliché verworden regel ligt wel de spanning die prof. Immink verwoordt en de werkgroep 'Passie voor preken' bezighoudt.

Ik heb nog weer eens de bijdrage van ds. P. L. R. van der Spoel gelezen in de eind vorig jaar verschenen IZB-bundel 'Om de verstaanbaarheid'. Toen ik prof. Imminks nogal heftige kritiek las, dacht ik: zou collega Van der Spoel zich herkennen in het oordeel van Immink? Van der Spoel schreef in deze bundel een bijdrage onder de titel Cirkelen rond het geheim - Preken in een postmoderne context. In zijn conclusie stelt hij dat het in wat hij bedoelt gaat om 'een attitude, een manier van denken over en beleven van de prediking. Het gaat uiteindelijk om het intense verlangen om Gods Woord aan het hart van de hoorders te leggen in het vertrouwen dat Gods Geest er dan zijn weg mee gaat'. De weg naar het hart loopt anders dan voorheen. Wie dat niet wil zien, blokkeert de weg van de boodschap. 'Een communicatieve attitude is een dienstbare attitude', aldus ds. Van der Spoel. Mij spreekt in deze benadering het meest aan de passie om de hoorder van deze tijd zo dicht mogelijk te naderen met het Evangelie van onze Heere Jezus Christus. Preken heeft altijd met passie, met hartstocht, met bewogenheid te maken. 'Zielen winnen voor Jezus' (Wil- Iiam Booth). De bewogenheid van de grote Herder als Hij de schare zag die zonder herder was. Preken wordt dan 'De Passie preken' ofwel Jezus Christus en Die gekruisigd.

J. MAASLAND

P.S. i. Wie een los nummer van de hier geciteerde uitgave van Theologia Reformata in z'n bezit wil krijgen, kan terecht bij Zuijderduijn Druktechnieken BV, Postbus 2071, 3440 DB Woerden, tel. 0348-412872. Het betreft het septembernummer. Het is ook om zijn verdere inhoud de moeite waard: een Israëlnummer met als aanleiding het veelbesproken boek van prof. dr. A. van de Beek 'De kring om de Messias'. Een los nummer kost € 9, -. 2. De bijdrage van ds. Van der Spoel is te lezen in: W. Dekker en P. J. Visser (red.): Om de verstaanbaarheid - Over bijbel, geloof en kerk in een postmoderne samenleving. Uitg. Boekencenterum, 273 pagina's en de prijs is slechts € 17.90.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 oktober 2003

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Uit de pers

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 oktober 2003

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's