Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

God schrijft geschiedenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

God schrijft geschiedenis

NIEUWE STUDIE VAN DR. B. LOONSTRA

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoe spreken we in de 21e eeuw over God en over Zijn omgang met mensen op een manier die allereerst bijbels verantwoord is, die daarnaast ook consistent is en in rapport met onze eigen tijd? Deze complexe vragen stelt de christelijke gereformeerde predikant dr. B. Loonstra aan de orde in zijn recente studie God schrijft geschiedenis - disputaties over de Eeuwige. In dit boek komen de belangrijke thema's van de gereformeerde theologie aan de orde: Gods wezen en Zijn eigenschappen, Gods eeuwige raad, Gods openbaring, de incarnatie, de verzoening en de voleinding. Het gaat Loonstra erom dat het Woord van God in onze eigen tijd gehoord wordt. Hierbij schenkt hij ook aandacht aan stemmen die de gereformeerde theologie onder kritiek stellen.

Methode

Dit brengt me bij de methode die Loonstra in zijn boek hanteert. Hij maakt gebruik van de disputatie, een methode die eeuwenlang in de beoefening van de theologie is gebruikt, maar die sinds de Verlichting in onbruik is geraakt. In de scholastiek was de disputatie een belangrijk middel voor verheldering van begrippen en voor overdracht van kennis. Kort gezegd komt de methode van de disputatie hierop neer: in een stelling wordt een dogmatische kwestie aan de orde gesteld. Vervolgens worden eerst tegenargumenten aangevoerd. Daarna worden vanuit de Bijbel (en de traditie) argumenten genoemd die de stelling bevestigen. Hierna volgt de ontvouwing van het eigen standpunt, waarna de tegenargumenten worden weerlegd.

Op deze manier oefenden studenten zich in het handwerk van de theologie, terwijl ook hoogleraren door middel van disputaties hun opvattingen konden uitdragen. Doordat bij een disputatie altijd tegenargumenten worden aangevoerd, wordt degene die de stelling verdedigt, gedwongen om zijn stelling op houdbaarheid te toetsen. Wat dat betreft is de theologiebeoefening van de Kerk der eeuwen veel contextueler dan vaak wordt gesuggereerd.

Na de Verlichting raakt de disputatie in het vergeetboek. De huidige wetenschapstheorie gaat er echter met de oude disputeermethode vanuit dat de houdbaarheid van een stelling niet zozeer wordt bevestigd door pogingen om haar te bevestigen, maar eerder door te zoeken naar gegevens die de stelling kunnen ontkrachten. Als die laatste gegevens er niet zijn of als ze weerlegd kunnen worden, wordt de stelling daarmee versterkt. In het afgelopen decennium heeft de Utrechtse School het fenomeen disputatie opnieuw bekendheid gegeven.

Loonstra neemt in zijn boek de oude disputeermethode op. De voordelen van deze methode zijn in het boek duidelijk merkbaar: in een heldere betoogtrant worden de belangrijkste thema's uit de gereformeerde theologie behandeld. Daarbij kunnen ook de kritische stemmen aan bod komen. Door de oude disputeermethode dwingt Loonstra zich om eerst de positie van zijn opponenten eerlijk weer te geven, gevolgd door bijbelse argumenten die vóór de stelling pleiten. Na een persoonlijk getuigenis worden de contraargumenten weerlegd. Een nadeel van de methode is dat het lezen van het boek meer inspanning vergt, vooral voor degenen die onbekend zijn met het fenomeen disputatie.

God schrijft geschiedenis

In het voorgaande is al gezegd dat de disputatie door de Utrechtse School opnieuw in de belangstelling is gekomen. We komen bij Loonstra ook inhoudelijk de thema's van de Utrechtse School tegen: de verhouding van God en mens, contingentie en noodzakelijkheid, vrijheid en determinisme zijn kernwoorden die we ook bij Loonstra terugvinden. De rode draad in het boek wordt gevormd door de titel: God schrijft geschiedenis. Als de eeuwige God is Hij boven de tijd verheven. Hij schrijft de geschiedenis. Alle dingen komen voort uit Gods besluit. Anderzijds heeft God ook in onze werkelijkheid omgang met mensen. Door Zijn persoonlijke betrokkenheid op Zijn schepselen in het verbond en bovenal in het zenden van Zijn Zoon maakt God ook deel uit van deze geschiedenis. Hij schrijft geschiedenis door Zijn daden in die geschiedenis. In het brede kader van God, Die geschiedenis schrijft, komen Gods openbaring, Gods wezen, Gods verhevenheid en Zijn nabijheid, Gods kennis en wil, de verlossing en de voleinding aan de orde.

Perspectief: actuele gereformeerde theologie

Loonstra laat in zijn studie zien dat 'de God van de gereformeerde theologie' geen starre, onbewogen God is, maar de God van de Schriften Die op mensen betrokken is. Het feit dat hij ingaat op oude en nieuwe vragen die bij het gereformeerde belijden gesteld worden, maakt dat deze studie soms een apologetisch karakter krijgt. Juist dit element vind ik de winst van Loonstra's boek. Eeuwenlang was de gere-formeerde theologie in ons land vitaal, ook omdat het gesprek met andersdenkenden vanuit de Bijbel werd aangegaan. Sinds de Verlichting en vooral sinds de golven van secularisatie die over Kerk en theologie gaan, hebben we ons misschien wel eens te veel in de hoek van de verdediging laten drukken. Gevolg is dat oude dogmatische zekerheden van de gereformeerde theologie niet alleen voor buitenstaanders niet meer overtuigend zijn, maar dat ook de afbrokkeling binnen onze eigen gemeenten soms met handen te tasten is. Wat dat betreft is het goed om de auteur zelf aan het woord te laten hoe hij tot zijn studie is gekomen: 'Allerlei verontrustende vragen die in mijn denken onder de oppervlakte aanwezig waren en die door allerlei uitspraken in theologische discussies steeds weer werden geactiveerd, zijn op hun gehalte getoetst. Dat heeft geleid tot een versterking van het 'ouderwetse' geloof in God en tot een grotere vrijmoedigheid om daarvan te getuigen' (230/231). Loonstra laat ons zien dat het de moeite waard is om over deze vragen na te denken én dat de oude gereformeerde theologie ook anno 2003 levensvatbaar is.

Voortgaand gesprek

Dit laat onverlet dat er inhoudelijk bij Loonstra's studie wel vragen te stellen zijn. Ik noem twee dingen. In het hoofdstuk over Gods goede schepping (paragraaf 3.3) wordt gesteld dat de dood reeds vóór de zondeval in de schepping aanwezig was. Kunnen we ook bij Adam zeggen dat sterfelijkheid bij het geschapen leven hoort (blz. 77)? Hoe kan er dan nog recht gedaan worden aan het feit dat de dood in Genesis een oordeelskarakter heeft, zowel in de dreiging door God vóór de zondeval als in de uitvoering ervan na de zondeval?

Een andere vraag betreft het feit of God kan lijden (paragraaf 5.4). Loonstra stelt deze vraag vanuit Gods betrokkenheid op Zijn schepselen. God is geen onbewogen God. Maar kunnen we daarbij zo ver gaan dat we spreken over 'het lijden van God' (blz. 123/124)? Dan dreigt het gevaar dat we terechtkomen in theopaschitisch vaarwater (God die lijden kan), een gedachte die de Kerk der eeuwen altijd heeft afgewezen. Als ik de voorzichtige toonzetting van de paragraaf overweeg, zal Loonstra dit ook niet voor zijn rekening willen nemen. Toch denk ik dat dit thema dieper in het boek zit. Loonstra wil, als een correctie op de gereformeerde theologie, niet alleen spreken over Gods verstand en wil, maar ook over Gods gevoel. Juist in het hoofdstuk over de vraag of God kan lijden is de analogie met onze menselijke gevoelens volgens mij te ver doorgetrokken.

Mijn belangrijkste vraag aan dr. Loonstra betreft echter de manier waarop hij spreekt over Gods besluit en de daden van mensen. Hiermee zijn we terug bij de rode draad die door het boek heenloopt. God schrijft geschiedenis. Hiermee bedoelt Loonstra dat de geschiedenis vastligt in Gods raad, terwijl God ook op het niveau van de geschiedenis door Zijn daden geschiedenis schrijft. Om de beeldspraak van Loonstra te gebruiken: aan de ene kant is God de auteur die het verhaal schrijft, terwijl Hij anderzijds ook de hoofdpersoon van het verhaal is. Het gaat Loonstra om de vraag hoe de menselijke vrijheid gewaarborgd wordt, terwijl God anderzijds de regie in handen heeft. Om dit inzichtelijk te maken gebruikt hij het beeld van de auteur die een verhaal schrijft. Al schrijvende krijgt het verhaal echter zijn eigen dynamiek. Het verhaal vertelt zichzelf. Loonstra betoogt dat God zo de geschiedenis schrijft.

Nu doet dit beeld sympathiek aan. Gods soevereiniteit en de menselijke verantwoordelijkheid lijken ten volle gehandhaafd te worden. Het betreft hier een ingewikkelde problematiek, waar ook onze vaderen reeds mee heb- •t ben geworsteld. Ik denk aan de kwestie dat God niet de auteur van de zonde is, terwijl de zonde van de mens wel in Gods raad is opgenomen. De gereformeerde theologie laat deze dingen naast elkaar staan. Het is de vraag of wij het verder inzichtelijk kunnen maken. Loonstra's metafoor van het verhaal dat zichzelf vertelt, brengt nieuwe complicaties met zich mee. Zo schrijft Loonstra: 'Het verhaal vertelt in zekere zin zichzelf, en de auteur besluit het als zodanig vast te stellen en neer te schrijven. Zo zijn er elementen in de geschiedenis die God in zijn raadsbesluit schrijft die niet uit Hem opkomen, maar als het ware Hem overkomen. Theologisch gesproken: Hij laat ze toe' (blz. 133). Er is veel geschreven over Gods toelating. Het lijkt me in ieder geval dat Loonstra te ver gaat als hij Gods toelating vertaalt met 'het is God als het ware overkomen'. In Gods toelating zit iets van een wilsact, terwijl die wilsact afwezig is als iets ons overkomt. Hetzelfde geldt voor de vraag of we kunnen zeggen dat God door Zijn verhaal wordt 'meegesleept' (blz. 159). Krijgt de menselijke verantwoordelijkheid en de dynamiek van de geschiedenis hier niet te veel gewicht?

Ten slotte is het de vraag welke gevolgen de metafoor van het zichzelf vertellende verhaal heeft voor de predestinatieleer. Loonstra verweert zich tegen het verwijt dat de gebruikte metafoor leidt tot een arminiaanse predestinatieleer (blz. 158/159). Toch blijfik me afvragen of we daar niet terechtkomen als we de dynamiek van de geschiedenis in Gods eeuwige raad inbrengen. Daar was het Arminius toch ook om te doen? Leidt het verhaal dat zichzelf vertelt er niet toe dat het uiteindelijk de mens is die zichzelf verkiest?

Ten slotte

Bij het bestuderen van Loonstra's boek kwamen mij de gesprekken die we met elkaar voerden op het Utrechtse werkgezelschap Oude Gereformeerde Theologie weer in gedachten. Met zijn studie levert Loonstra voor mij een waardevolle bijdrage aan de actualisering van de oude gereformeerd theologie voor vandaag. Daarbij leren we van onze vaderen dat ze juist het inhoudelijke debat niet schuwden!

A. J. Kmz, GROOT-AMMERS

N.a.v. dr. Bert Loonstra God schrijft geschiedenis - disputades over de Eeuwige. Uitg. Boekencentrum, Zoetermeer; 240 blz.; € 23, -.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 november 2003

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

God schrijft geschiedenis

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 november 2003

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's