Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het geloof als plicht en gave

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het geloof als plicht en gave

Afwachten of verwachten [i]

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vele zijn de vragen met betrekking tot de toe-eigening van het heil in Christus. De bekering is het werk van God. Geheel en al. Men kan zelf niets tot zijn behoud toedoen. Maar hoe is het dan met de oproep die van Godswege tot ons komt? Anders gezegd: hoe is de.verhouding tussen Gods soevereiniteit en de menselijke verantwoordelijkheid? Wat heeft de roeping van God te betekenen? Mogen wij zomaar tot Christus komen? Hoe kom ik aan het geloof? Is er niet eerst kennis van ellende nodig? En hoe diep moet die dan gaan? Hoe is de verhouding tussen wedergeboorte en geloof? Hoe krijg ik de zekerheid een kind van God te zijn? Menigeen maakt zich van de oproep tot geloof en bekering af door te verklaren: God moet het doen! Zo gemakkelijk zal het niet gaan.

Geweldige studie

Juist als wij beseffen dat ons eeuwig behoud in het geding is, kan dit alles ons echter bezighouden. Deze en dergelijke vragen hebben dr. K. van der Zwaag, kerkjournalist bij het Reformatorisch Dagblad, gebracht tot een intensieve studie. De titel luidt: Afwachten of verwachten? Het woord 'afwachten' bedoelt een lijdelijke houding aan te geven. Deze is onbijbels en verwerpelijk. 'Verwachten' daarentegen is de bijbelse houding van het spanningsvolle uitzien.

De ondertitel luidt: 'De toe-eigening des heils in historisch en theologisch perspectief'. Deze geeft aan dat de schrijver vooral wil nagaan hoe er in het verleden, met name door gereformeerde theologen en predikers, is gedacht over zijn onderwerp. Het is een geweldige studie geworden. Geweldig wat de omvang betreft en geweldig wat de inhoud betreft.

Inmiddels heeft het in de pers de nodige aandacht gekregen. Kort na de verschijning is zelfs een congres aan de inhoud gewijd. Honderden gemeenteleden waren hier aanwezig. Wel een bewijs dat velen zich betrokken weten bij de aan de orde gestelde problematiek. Het boek is met journalistieke vaardigheid geschreven en is alleszins toegankelijk voor de gemiddelde lezer. Het bevat vijf delen. Wij willen eerst een korte weergave geven van de inhoud, om in een volgend nummer van ons blad een aantal opmerkingen over deze studie te maken.

Menselijke wil

In het eerste deel wordt gehandeld over de geestelijke doodsstaat, waarin wij ons van nature bevinden. Dit deel telt slechts enkele bladzijden en is in vergelijking met de volgende delen zeer kort. In dit opzicht dringt zich een vergelijking op met de Heidelbergse Catechismus. Het stuk der ellende is daar radicaal en kan daarom kort zijn. De schrijver zegt van ons mensen: 'Ronddolend op deze door de zonde vervloekte aarde, als een Kain, is de mens God kwijt en verkeert hij zonder hoop op deze wereld.' De menselijke wil krijgt hier de meeste aandacht. Deze is ondanks de zonde gebleven, maar daar is een verkeerdheid in aanwezig, zodat de mens van zichzelf niets anders dan het verkeerde kan willen. Met het oog op onze verantwoordelijkheid wordt dit naar voren gebracht. De mens is noch in het zondigen noch in het geloven 'een stok en een blok'.

Het tweede deel heeft tot titel 'De verkondiging van vrije genade'. Zij handelt over de genadige toewending van God. In dit uitvoerige hoofdstuk wordt een aantal onderwerpen thematisch behandeld. De nodiging en de oproep tot geloof gaat uit tot eenieder. God wil dat alle mensen zalig worden (1 Tim 2:4). Dit houdt niet in dat alle mensen zalig worden, maar wel dat het heil aan eenieder verkondigd mag worden. Gods beloften komen tot eenieder. De uitverkiezing doet niets af aan de welmenendheid van God tot ons behoud. Wij van onze kant dienen niet te beginnen bij de verkiezing maar bij de roeping van God.

Volgorde van de heilsfèiten

Het zou te ver voeren alle onderwerpen die de schrijver hier aan de orde stelt, te vermelden. Wij geven enkele gedachten door. Het is niet nodig God te bewegen met onze tranen en gebeden. De ernst van het ongeloof wordt hier aangewezen. Gewaarschuwd wordt tegen een vast bekeringssysteem. Het gevaar is immers niet denkbeeldig dat wij bij de heilsorde meer het accent leggen op de orde dan op het heil. Ten onrechte wordt een bepaald bekeringsschema gehanteerd, ontleend aan Gods leiding met enkele oudtestamentische figuren als Ruth en Jakob. Ook is het onjuist te menen dat de volgorde van de heilsfeiten in de beleving van een christen terug dient te keren. Dit tweede deel wordt besloten met de behandeling van de beide sacramenten in de geest van de Reformatie.

Als men dit deel in zijn geheel overziet, merkt men dat de auteur de vragen niet uit de weg gaat. Men komt onder de indruk van zijn belezenheid. Hij oriënteert zich in sterke mate op theologen uit de bloeitijd van de kerk, en dan vooral op die van het Engelse en Schotse puritanisme. Ik kan de verleiding niet weerstaan enkele treffende uitspraken hier weer door te geven. 'Christus is meer gereed om u te horen dan u bent om te vragen.' (McCheyne) 'Wij moeten niet proberen om door onze gebeden of ernst God te bewegen om ons genadig te zijn om aldus de zaligheid van een misgunnend en strenge rechter af te dwingen. God dringt Zijn zaligheid op aan ons en verklaart op dit ogenblik Zijn oneindige gewilligheid om ons te zegenen.' (Horatius Bonar) 'U moet niet denken dat u zonder Middelaar tot God kunt komen, maar u heeft geen middelaar tussen u zelf en Christus nodig.' (Spurgeon) Mensen worden rechtstreeks naar Christus verwezen. Het bidden om een nieuw hart (wedergeboorte) kan een aanwijzing zijn dat men niet zomaar naar de Heere Jezus mag gaan. Door alles heen is duidelijk dat de auteur niet alleen de dode lijdelijkheid af-

wijst, maar evenzeer het arminianisme met zijn nadruk op de menselijke activiteit.

Na de Afscheiding

Dit tweede deel kan men als voorbereidend beschouwen op het derde. Dit behandelt de theologische ontwikkelingen van de reformatorische kerken na de Afscheiding. Reeds in de tweede helft van de achttiende eeuw waren er twee stromingen. De ene stond een ruime en onvoorwaardelijke evangelieprediking voor, de andere ging ervan uit dat als God alleen de uitverkorenen wilde zalig maken, het ondenkbaar is dat Hij eenieder welmenend roept tot de zaligheid. Toen in 1834 de Afscheiding had plaatsgevonden, was ook daar een stroming die in deze richting dacht, de zogenaamde Drentse richting, die zich keerde tegen de meer ruimere opvattingen van iemand als Brummelkamp. In de tweede helft van de negentiende eeuw leefde het gedachtegoed van de Drentse richting voort bij de zogenaamde kruisgezinden. Men meende hier dat het onjuist was geestelijk doden te roepen om tot Christus te komen. Beduchtheid voor het arminianisme of remonstrantisme en voor een beredeneerd geloof speelde hierbij een rol. Ditzelfde kan gezegd worden van ds. G. H. Kersten, die het kerkelijke klimaat van de Gereformeerde Gemeenten in sterke mate bepaald heeft. Onder zijn invloed werden in 19 31 door de synode van deze kerkgemeenschap een zestal theologische uitspraken gedaan, waarin een en ander officieel werd vastgelegd. In de onderhavige kerkgemeenschap is men verder gegaan in dit spoor. Van de Zwaag toont aan hoe tot in onze tijd de standpunten zijn aangescherpt. Uit vrees voor een oppervlakkig christendom ontwikkelde zich de 'standenleer'. Het gaat hierbij niet om de hoogten en diepten in het christenleven of om de groei in het geloof, maar om bepaalde stadia die doorleefd worden op weg naar Christus (de toeleidende weg). Het is een ontwikkeling die met een aan de Engelstalige wereld ontleend woord aangeduid kan worden als 'hypercalvinisme'. Een vorm van doorgeslagen calvinisme.

Bijbels evenwicht

In het vierde deel van zijn boek gaat de schrijver in op de licht- en schaduwzijden van de bevinding. Hij pleit voor een gezonde, bijbelse ervaring van het heil. Dit dient wel onderscheiden te worden van de bevindelijkheid als valse, ongezonde en overgeestelijke mystiek. Van de Zwaag eindigt dit hoofdstuk met de constatering dat terugkoppeling naar Schrift en belijdenis en naar de wortels van de Reformatie, de Nadere Reformatie en het puritanisme meer dan ooit gewenst is. De bede is meer dan ooit nodig: 'Kom, Schepper, heilige Geest.'

Het vijfde deel, 'Slotbeschouwing', heeft tot inhoud een aantal samenvattende conclusies. Een ervan is dat de spanning tussen de soevereiniteit van God en de verantwoordelijkheid van de mens niet opgeheven kan worden. Als men alleen de eerste erkent, komt men terecht bij een overspannen vorm van calvinisme, het hierboven al genoemde hypercalvinisme. Als men alleen weten wil van de verantwoordelijkheid van de mens, komt men onvermijdelijk in het arminiaanse vaarwater. De ene prediker roept de mens op tot het geloof in de veronderstelling dat hij kan geloven, de andere prediker roept niet op tot het geloof, omdat de mens niet kan geloven. In beide gevallen is echter het bijbelse evenwicht tussen het geloof als plicht en gave doorbroken.

Totaaloverzicht

Na dit summiere overzicht willen wij volgende week een aantal opmerkingen maken over dit geschrift. Het is naar ons oordeel, zoals we zeiden, een geweldige studie. Het geeft als het ware een totaaloverzicht van de vele meningen die hierover te berde zijn gebracht. Tegelijk klinkt het bijbels geluid er duidelijk doorheen. Daarom zij nu reeds gezegd dat wij dit werk graag in ieders handen wensen. Het is, hoezeer scheefgroei wordt aangetoond en afgewezen, een bemoedigend boek. Dankzij subsidies die ver- 1 kregen zijn, is de prijs van dit meer dan duizend pagina's tellende werk uitzonderlijk laag.

P. H. van Harten, Rjdderkerx

N.a.v. K. van der Zwaag * Afwachten of verwachten? De toe-eigening des heils in historisch en theologisch perspectief. Uitg. Groen, Heerenveen; 1098 blz.; € 29, 90.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 februari 2004

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Het geloof als plicht en gave

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 februari 2004

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's