Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Diepe wortels, brede vleugels

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Diepe wortels, brede vleugels

Drs. M. Burggraaf sluit loopbaan ten dienste HET CHRISTELIJK ONDERWIJS AF van

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hij werkte mee aan de opbouw van een reformatorische middelbare school e'n van de . Christelijke Hogeschool Ede (CHE), ivas hoofdbestuurslid van de GZB en de SGP, is voorzitter van de centrale kerkenraad in Ede en lid van het breed moderamen van de hervormde synode: drs. M. Burggraaf schaakt vanuit een vaststaande geloofsovertuiging op vele borden. Op 1 april treedt hij terug als voorzitter van het College van Bestuur van de CHE. Een gesprek over identiteit en bedreiging van christelijk onderivijs.

Drs. M. Burggraaf sluit loopbaan ten dienste HET CHRISTELIJK ONDERWIJS AF van

De afgelopen periode is de 62-jarige Burggraaf al meer en meer in zijn woning aan de rand van Ede te vinden, aangezien de overdracht van verantwoordelijkheden aan zijn opvolger, (de Sliedrechtse hervormd-gereformeerde ouderling) dr. C. P. Boele, geleidelijk verliep. Hier kijkt hij terug op de ruim twintig jaar dat hij rector van de Rotterdamse scholengemeenschap Guido de Brés was en op de ruim dertien jaar dat hij leiding gaf aan de verdere uitbouw van de CHE. 'Voordat voorzitter ds. J. C. Stelwagen mij namens het Rotterdamse bestuur als rector aanzocht, heb ik vijf jaar als psycholoog aan de kweekschool De Driestar in Gouda gewerkt. Voor de Martha-stichting in Alphen werkte ik daarnaast als uitvoerend-praktiserend psycholoog. In 1970 moest ik kiezen: blijf je als psycholoog werkzaam of kies je volledig voor het onderwijs? De keuze voor het onderwijs was niet vanzelfsprekend, hoewel ik in Gouda al lesgaf. Toch is het Rotterdam geworden. Vanwege mijn studie was ik er gelukkig enigszins op voorbereid hoe het management van een school vorm te geven. Twintig jaar heb ik met veel voldoening aan de Guido de Brés gewerkt.

Het doorlopende in mijn loopbaan op de onderwijsinstellingen in Rotterdam en Ede is sterker dan de verschillen: je staat voor het belang van orthodox, positief-christelijk onderwijs. Dat gold in Rotterdam op een meer verzuilde school. Dat geldt in Ede niet minder, al is de CHE geen reformatorische onderwijsinstelling. De naam is echter niet het enige wat telt. Als je voor écht christelijk onderwijs wilt staan, kun je tot verschillende keuzen komen voor basisschoolleerlingen, voor de leeftijd van het voortgezet onderwijs en voor jongvolwassenen op wie het hoger onderwijs zich richt. De veiligheid die we moeten bieden, is voor jonge kinderen van groot belang. Studenten moeten echter in een bredere context opgeleid worden.'

Variant van pc-onderwijs

Ervoer u in 1970 ook de schaduwkant uan de keus voor reformatorisch onderwijs, gezien het bestaande protestants-christelijke onderwijs?

'Dat speelde toen minder. Het was de bedoeling dat de Guido de Brés een forse regiofunctie zou gaan vervullen, zodat we de Rotterdamse scholen niet zouden leegzuigen. Als er een goede protestants-christelijke school is en je zet er een reformatorische naast, zou de afweging veel moeilijker geweest zijn.

De Guido was het eerste reformatorische atheneum. Het Rotterdamse initiatief wilde bovendien bewust de hele gereformeerde gezindte bestrijken en zich niet uitsluitend op de Gereformeerde Gemeenten richten. De signatuur moest niet specifiek aan dat kerkverband gebonden zijn. Misschien benoemde men mij daarom wel als rector. Het was onder meer mijn opdracht de leerlingen uit de breedte van de gezindte te werven, waarbij ik me met name moest richten op de hervormden, die sowieso wat aarzelender waren om bestaand onderwijs te verlaten.

In Rotterdam was het niet de bedoeling sterk aan zuilvorming te doen. De school werd, toen ze begon althans, gezien als een variant van het protestants-christelijk onderwijs en was zowel lid van de reformatorische VGS als van de protestants-christelijke Besturenraad. Men wilde participeren binnen het pc-onderwijs. De geslotenheid van die zuilvorming, wat nu de refo-zuil heet, was toen veel minder aanwezig.'

School met de Bijbel

'Wij begonnen in 1970 vanuit de visie dat we positief-christelijk onderwijs, - wilden geven, dat is, vanuit het gere-rformeerd belijden, vooral school met' de Bijbel zijn. Wij wilden de Bijbel als van cruciaal belang zien voor het onderwijs, voor de docentenbenoemingen, voor de toelating van leerlingen, , in de leerstof die je biedt, in de contacten met de ouders. De identiteit mocht geen sausje zijn. De school was op die manier een variant van het protestants-christelijke onderwijs. Het reformatorisch onderwijs als aparte zuil is pas veel later erkend. Met de ontwikkeling van die zuil ben ik minder gelukkig, omdat sociologisch gezien alle facetten van het leven opgesloten worden in vaststaande vormen. Daar zou ik in Rotterdam niet achter gestaan hebben.'

Zijn de bezwaren

daartegen vooral pedagogisch? 'Die zijn pedagogisch, maar ook Ier vensbeschouwelijk van aard. Ik geloof niet dat het onze roeping is ons op te sluiten. Vanuit mijn geloofsovertuiging ben ik er niet voor dat we ons terugtrekken binnen vaste grenzen. "Kleine kinderen moeten diepe wortels krijgen", schreef een oud-leerling eens, terugziende op zijn tijd op onze Rotterdamse school. "Als ze ouder worden, moeten ze brede vleugels hebben". Naarmate pedagogisch gezien de leeftijd vordert, is een veilige leefwereld minder noodzakelijk.'

Weerbaar

Wat zijn de gevolgen van een overwegend gesloten klimaat voor de leerlingen? Heeft het op termijn de secularisatie bevorderd? 'Voor een heel aantal van hen is het zeker goed geweest. Maar voor een an-

dér deel betekent het dat zij niet genoeg weerbaar gemaakt zijn om in het geheel van de samenleving te kunnen functioneren en dat zij een geringe missionaire roeping ervaren. Dat is zeker een schaduwzijde. Ik zie dat overigens niet voor de Guido de Brés gelden. Op de Guido wilden we zowel een veilig opvoedingsklimaat als de confrontatie met de samenleving. Waar je de openheid naar de cultuur ziet verstrakken en je als het ware in een cocon terechtkomt, is er het risico van reactief gedrag, waardoor mensen later uit de band springen. Denk aan de huidige discussie rond mediagebruik en uitgaansleven van reformatorische jongeren. Wat ik dan als de weg terug zie? Veelal komt men als reactie in een nog strakkere houding, als men waarneemt dat jongeren dreigen te ontsporen. Het geheel opengooien is evenmin goed. Het gaat om begeleide confrontatie met de werkelijkheid van de Samenleving. Ik zie trouwens dat bijvoorbeeld de Lodenstein-scholengefneenschap in Amersfoort nu ook een minder strak beleid voert, dat er goede aandacht voor de buitenwereld is en die ook binnenbrengt op school. Een strakke definiëring van wat werkelijk bijbelse principes zijn moet gepaard gaan met enige ruimte in het grijze gebied, op welk terrein de Bijbel minder rechtlijnige toepassingen geeft.'

Hoe heeft die nieuwe zuil inuloed op het hervormd-gereformeerde volk gehad? 'De participatie van de Gereformeerde Bond in de reformatorische zuil is aarzelend geweest. In Rotterdam was het mijn taak voor dit onderwijs vertrouwenwekkend naar de eigen achterban te zijn. Ik denk dat je moet zeggen dat die zuil in hervormd-gereformeerde kring voor tegenstellingen heeft gezorgd, in die zin dat een deel bewust voor deelname aan die zuil koos en een deel niet. In de Gereformeerde Bond is men altijd wel tweeslachtig geweest, ook als men een keuze maakte voor dit onderwijs. De nominaal hervormd-gereformeerde kiest voor zo'n school, omdat die voor hun kinderen het beste is en accepteert daarin het moeten doen van een aantal concessies inzake gedragsregels.'

Kerkenraden

'Een taak voor onze kerkenraden zie ik allereerst terzake van de basisscholen. Kerkenraden kunnen daar een goed zicht op hebben. Meeleven met voortgezet onderwijs wordt al moeilijker, terwijl kerkenraden voor de studenten slechts in afgeleide zin een pastorale taak hebben. Het zou goed zijn als kerkenraden het christelijk onderwijs regulier op de agenda zetten. Dat zal sowieso gebeuren waar nog hervormde scholen zijn, waarvoor de kerkenraad bestuurskandidaten aandraagt, maar die worden in aantal steeds minder.

Er wordt de afgelopen jaren plaatselijk wel meer contact gezocht in het samen beleggen van themadiensten rond bijzondere dagen, zoals de biddag of een zondag voor kerk en school. Die samenwerking is belangrijk en moet zeker uitgebouwd worden. In bestuurlijke zin heeft de kerkenraad geen verantwoordelijkheid. Je kunt geen schoolbestuur onder de kerkenraad brengen, want de school heeft een eigen en geen afgeleide betekenis.

Ik neem waar dat veel jongeren tegenwoordig bewust voor een onderwijsvorm met een heldere identiteit kiezen. Zij willen met overtuiging bijbelgetrouw onderwijs volgen. Studenten worden vanuit de CHE op de mogelijkheid gewezen contact met de plaatselijke kerken te zoeken, terwijl er ook een goed functionerend schoolpastoraat is. Ik ben dan ook over jongeren helemaal niet negatief gestemd. Er zijn ook verschillende jongelui die bewust geen christelijk hoger onderwijs kiezen. Zij hebben nogal eens reformatorisch of vrijgemaakt onderwijs genoten en hebben het dan na zoveel jaren wel gezien. Daarin ervaar ik de schaduwkanten van het al te zeer verzuilde denken. Terwijl meerdere studenten die op scholen zonder bewust christelijke uitstraling zaten, juist zeer graag bij ons komen.'

Ouders

'Over de betrokkenheid van ouders bij het christelijk onderwijs en de bereidheid offers te brengen, ontvang ik verschillende signalen. Het feit dat op de CHE de belangstelling voor oudermiddagen van eerstejaarsstudenten enorm hoog is, vind ik opvallend. Daarnaast hoor ik dat de bereidheid tot offers van ouders soms ook minder is. Bijzonder onderwijs is voor ons helaas vanzelfsprekend geworden.'

Heeft dit een relatie met de vrijheid van onderwijs? 'De formele bedreiging voor de vrijheid van onderwijs is mijns inziens niet zo aan de orde. Radicale geluiden uit enkele islamitische scholen zouden een sterke bedreiging voor de vrijheid van onderwijs zijn. Veel zorgelijker vind ik echter dat er zoveel christelijke scholen zijn die hun identiteit niet waarmaken.

Ik wil genuanceerd spreken, als het gaat om verdere afkalving van het bijzonder onderwijs. Aan de ene kant gaat de teruggang van het christelijk onderwijs sinds de jaren zeventig nog door, aan de andere kant is er ook een tegenbeweging, waarin mensen weer bij de bron komen. Er zit nog steeds beweging in, al is het vanzelfsprekende datje christelijke school heet en het daarom ook bent, weg.

De proefballon van een van de predikanten van de Gereformeerde Gemeenten om een waakhondcollege voor het reformatorisch onderwijs in het leven te roepen, vind ik prematuur. Ik ben niet zo bang dat de formele vrijheid van onderwijs in gevaar komt. Wanneer wij als scholen voor christelijk onderwijs kunnen aantonen dat we vanuit onze eigen levensbeschouwelijke uitgangspunten onderwijs geven, zie ik het bestaansrecht niet in gevaar komen. Maar daar gaat het dan wel om! In visitatierapporten met een oordeel van deskundigen over het onderwijs van de CHE wordt er nadrukkelijk naar gekeken of wij onze uitgangspunten gestalte geven. De overheid wil datje vanuit een duidelijke visie onderwijs geeft en waardeert dat ook. Als je uitwerkt waarvoor je staat, zie ik geen bedreigingen.

Ik ben in dit opzicht dankbaar dat het CDA najaren weer in de regering zit. Ik sluit niet uit dat men buiten het CDA om nog eens gaat tornen aan de formulering van artikel 23 van de Grondwet over de vrijheid van onderwijs. Dat moet niet uitgesloten worden. Maar of daarmee christelijk onderwijs onmogelijk wordt gemaakt, is iets anders. Zolang wij staan voor onze identiteit, geloof ik dat niet. Dat geeft de noodzaak van betrokkenheid en voorbede vanuit de gemeente voor het christelijk onderwijs overigens wel sterk aan. Docenten staan zeker in de voorhoede, in een frontlinie, in deze geseculariseerde samenleving.'

Bent u zeldzaam geworden als hervormdgereformeerde die erg breed verantwoordelijkheid droeg: van het breed moderamen uan de heruormde synode tot het hoofdbestuur uan de SGP?

'Misschien zijn mensen momenteel meer eenduidig geprofileerd. Ik ben altijd iemand geweest die zócht naar wat bindt, naar wat de kern van een doelstelling is. Vandaaruit is het mogelijk om breed te werken. Het gaat erom oog te hebben voor wat de ander beweegt, wat iemand drijft.

In het GZB-bestuur kreeg ik zicht op het wereldwijde van Gods Koninkrijk. Jarenlang zat ik in Krimpen aan den IJssel en Ede in kerkenraden, waarbij je dankbaar bent voor watje vanuitje roeping mag doen voor de kerk. Ik ben in al die verbanden vanuit mijn geloofsovertuiging bezig geweest. Als je de dingen al te precies en te rechtlijnig, zonder nuanceringen gaat wegen, is het vaak niet werkbaar. Ik heb altijd oog willen hebben voor de nuances, voor achtergronden van mensen, om zo een bijdrage te leveren, gericht op wat bindt. Daarbij stond de vraag centraal: waarin kunnen wij één organisatie zijn? Het gaat om Schriftgebondenheid, om bijbelgetrouwheid. Vanuit die hechte basis kun je veel verschillen aanvaarden. Wij moeten elkaar niet opsluiten binnen en vastpinnen op onderlinge verschillen. Het is juist onze roeping samen ons getuigenis te laten horen.'

P. J. Vergunst

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 maart 2004

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Diepe wortels, brede vleugels

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 maart 2004

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's