M. Barnard, L.J. van den Brom, F. de Lange (red.) Protestants getowen, Bij bijbel en belijdenls betrokken. Uitg. Boekencentrum, Zoetermeer; 223 blz.;€ 16,50

Deze uitgave wordt gepresenteerd als het eerste gezamenlijke theologische project voor de Protestantse Kerk in Nederland. Centraal staat de vraag of de Heilige Schrift, de belijdenis en het geloof nog stevig bijeenhoren óf dat de Bijbel van de 'traditionele ballast van de belijdenis ontdaan moet worden om eigentijds geloven mogelijk te maken'. De bundel komt voort uit een in oktober 2002 gehouden studiedag over de betekenis van de belijdenis in het verstaan van Gods Woord. Als waarneming vooraf stelt prof. De Lange dat het duo Schrift en belijdenis meer en meer onder druk komt te staan, zowel door ontwikkelingen in de bijbelwetenschap als in de cultuur.

In de dertien opstellen klinkt zeker geen eenduidig antwoord door. Aan de ene kant wordt de blijvende betekenis van de confessie voor het functioneren van het geloof onbevangen en beargumenteerd verdedigd. Daarbij denken we aan de bijdragen van E. Talstra, G. van den Brink en W. Verboom. Talstra laakt het dat een dominante stroming in de huidige theologie de Bijbel gebruikt als handboek bij de pluraliteit en nodigt de kerk uit als christelijke minderheid de wereld onder woorden te brengen in termen van de Schriften. Van den Brink noemt de belijdenis van belang voor het zelfverstaan van de kerk en concludeert dat het kostbare geschenk van de Heilige Schrift de beschermende gordel van een gemeenschappelijke belijdenis nog altijd niet kan missen. Verboom bespreekt de Heidelbergse Catechismus als een leerboek over de ervaring van het geloof.

In opstellen van andere wetenschappers wordt de belijdenis van de Kerk der eeuwen anders gewaardeerd. R. Roukema legt sterke nadruk op het gegeven dat een belijdenis nooit rechtstreeks uit de Schrift opkomt, maar verweven is met de omstandigheden, waardoor de Formulieren van Enigheid niet ingaan op actuele levensvragen. Het meest kritisch ten opzichte van binding aan de belijdenis staan de lutheranen, zo blijkt uit de bijdrage van K. Zwanepol: 'Luthers en confessioneel is niet direct een voor de hand liggende combinatie'.

Deze bundel geeft een reële dwarsdoorsnede van het theologisch klimaat binnen de Protestantse Kerk in Nederland. Geen bijdrage is polemisch van aard. Ik las deze uitgave als een appèl aan de gereformeerde belijders naar de breedte van de kerk én naar de jongere generatie duidelijk te maken dat de belijdenis inhoudelijk nauw samenhangt met de Schrift. Waar in een geloofsgemeenschap onvrede ontstaat over de (binding aan de) belijdenis, wordt na verloop van tijd ook de aard van het gezag van de Schrift vaak voorwerp van discussie, signaleert dr. Van den Brink immers terecht.

P. J. Vergunst

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen