Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een offer van dankbaarheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een offer van dankbaarheid

Belijdenis en lofprijzing

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is een prachtige zondag in het voorjaar. Voor in de kerk staan jongeren en ook een aantal ouderen die zojuist hun jawoord hebben gegeven. De belijdenisdienst is afgelopen en de gemeente krijgt de gelegenheid om handen te geven. Een ouder gemeentelid geeft iedereen een hand en zegt: Welkom in de strijd! Later zal de betekenis van die woorden steeds meer begrepen worden. Uitkomen voor de Naam van Christus op het werk, in de familiekring, tijdens de studie. Net zoals die bewuste zondag, vooraan in de kerk.

Dat moment is geen eindpunt, maar een begin! Inderdaad het begin van een strijd, want nu moet dat jawoord ook concreet gestalte krijgen in het leven van elke dag. Belijden en strijden, daar kunnen we ons iets bij voorstellen! Maar, hoe is dat als het gaat over belijdenis en lofprijzing? Kom je daar wel aan toe? Is dat niet iets voor later, voor de toekomst alleen?

Een vergeten notie?

Is bij nader inzien die lofprijzing een wat vergeten notie? Het is goed om vanuit de Schrift te bezien hoe daar over belijden wordt gesproken. Een voorbeeld. In de Hebreeënbrief wordt van de geloofsgetuigen, die leefden door het geloof gezegd dat ze hebben beleden dat zij vreemdelingen en bijwoners zijn op de aarde (Hebr. n : 13 e.v.). Dat betekent dat het openlijk bekend was in hun leven van elke dag welke God en Heere zij toebehoorden. Dat is iets wat zij deelden, wat ook hun gezamenlijk doel was. Zij hadden hier op aarde geen thuis, maar waren op zoek én op reis naar een beter vaderland. Wel in de wereld, maar niet van de wereld. Zij schamen zich daar niet voor, en God schaamt Zich niet hun God genoemd te worden.

Heel vaak krijgt dat belijden dan ook de betekenis van het samen zeggen, gemeenschappelijk uitspreken wie God is en wat Hij doet. Daarmee wordt Zijn Naam geprezen en komt Hij aan de eer die Hem toekomt. Zowel in het Oude als het Nieuwe Testament wordt met dat belijden dan ook niets anders bedoeld dan God loven en prijzen, Hem eren. Belijden is spreken, goed spreken van God. Je zou kunnen zeggen dat die lofprijzing niet anders is dan het belijden met de mond, dat samengaat met hetgelouen uan het hart, waar de apostel Paulus over spreekt in Romeinen 10 : 9 en 10. De lofprijzing is ingebed in het leven van het geloof en er ook eigenlijk niet uit weg te denken!

Augustinus schrijft in zijn geschrift Con/essiones (= Belijdenissen) zijn bekeringsgeschiedenis. Heel bekend zijn de woorden aan het begin: Ons hart is onrustig, totdat het rust vindt in U. Menig catechisant zal in het jaar dat belijdenis werd gedaan tot de ontdekking gekomen zijn hoe waar deze uitspraak is. Uiteindelijk leidt de Heere God mijn leven, bij Hem alleen is rust te vinden! Maar het trof mij dat deze woorden van Augustinus staan in een lofprijzing. Waar Augustinus zegt dat het hoogste doel is dat een mens door God geschapen is tot Zijn eer. Hij citeert daar (boek I, i) Psalm 22 : 27 En zij zullen de Heere prijzen, die Hem zoeken. En dan verklaart hij deze tekst als volgt: Want wie Hem zoeken, vinden Hem en wie Hem vinden, zullen Hem prijzen. Belijdenis doen betekent voor hem: tot lof en dienst bereid!

Het lofoffer

In dit verband verwijs ik naar Hebreeën 13 : 10-16. In dit gedeelte wijst de schrijver op Jezus Christus en Zijn unieke offer aan het kruis, de verzoening die er mag zijn in Zijn bloed. En dan klinkt de oproep om die Jezus te zoeken en het van Hem te verwachten. Maar dat niet alleen! Vanuit het offer van Christus, Die Zijn leven gaf tot een volkomen verzoening van al onze zonden, worden de Hebreeën opgeroepen om een offer van lof, een dankoffer aan God te brengen: Laat ons dan door Hem altijd Gode opofferen een offerande des lofs, dat is, de vrucht der lippen, die Zijn Naam belijden. De lezers van de brief moeten begrepen hebben wat dat voor hen betekende. Waarschijnlijk waren zij nog goed op de hoogte van de eredienst onder het Oude Verbond.

We lezen over het lofoffer in Leviticus 7 : 12. Het was gebruikelijk dat dit offer gebracht werd na het schuld- en het zondoffer. Een offer van ongedesemde koeken met olie gemengd. Men toonde daarmee de dankbaarheid voor de verkregen verlossing en vergeving. Het mag nu weer goed zijn tussen de Heere en degene die het offer bracht. Nu hoeven in het Nieuwe Verbond geen dieren meer geofferd te worden voor de verzoening. Christus heeft alles voor eens en voor altijd volbracht. Die offers zijn niet meer nodig, maar... een ander offer is gebleven: de lofprijzing, een offer van dankbaarheid. En zoals in vroeger tijden het volk Israël de vruchten van het land als dankoffer voor God bracht, vraagt het offer van Christus ons om uit dankbaarheid de vrucht uan onze lippen te brengen: lofprijzing, dankzegging en aanbidding.

Door Hem

Die dankbaarheid en verwondering zal herkenbaar zijn, als je nog maar kort geleden belijdenis hebt gedaan of binnenkort gaat doen. Zoals een jongere schreef in een persoonlijke brief tijdens het catecheseseizoen: Ik mag straks mijn jawoord geven uit diepe dankbaarheid voor wat de Heere Jezus voor mij heeft gedaan. Ik zie er ook wel tegenop, maar ik mag op Hem mijn vertrouwen stellen. Er zijn redenen te óver om ook vandaag nog de Heere te loven. Een loflied in ons hart, maar toch zeker ook met onze stem, als de vrucht van onze lippen.

Christus die Zelf de lofzang heeft gezongen, vlak voor Zijn lijden en sterven, gaat ons daar in voor. Hij geeft daar zelfs de kracht voor en heiligt onze stem, onze onreine lippen. Als we eerlijk zijn... wat komt er niet over onze lippen? Hoe vaak leven wij niet tot Gods eer, wordt Zijn Naam door ons gelasterd? Stilstaan bij de lofprijzing keert onze blikrichting én daarmee ons hart om, zoals een bloem openbloeit en zich richt naar de warmte van de zon. Laten we daarom niet heenlezen over die woorden door Hem (Hebr. 13 : 15). Als het gaat om het leven naar Gods bedoeling, in het concrete bestaan van elke dag, wordt er in de brieven bijna altijd gesproken over de kracht die Christus daarvoor geeft: En al wat gij doet met woorden of werken, doet het alles in de Naam van de Heere Jezus, dankende de God en Vader door Hem (Kolossensen 3 : 17).

Lofprijzing en gebed

Die afhankelijkheid van Christus brengt ons daarom als het goed is bij het gebed. Ook die lofprijzing gaat altijd samen met het gebed én die twee beïnvloeden elkaar ook. J. I. Packer wijst daarop in zijn boek Groeien in Christus. Hij vergelijkt het gebed en

lofprijzing met de twee vleugels van een vogel. Als ze allebei werken, leeft een christen dichter bij de hemel en bij God. Als er één niet meedoet, kom je niet van de grond. Het leven in het geloof is niet bedoeld om op de grond te blijven zitten, maar om God groot te maken en Hem te eren. In dit verband vond ik van hem een uitspraak die treffend weergeeft wat naast het gebed de waarde is van de lofprijzing in ons leven. Packer zegt: Door aanhoudend bidden kunnen we uitgeput raken, maar door lofprijzing worden we gesterkt.

Er kunnen tijden zijn dat de moed om te blijven bidden gaat ontbreken, het geloof om het vol te houden gaat verslappen. Juist ook op die momenten datje de weg die de Heere God in je leven gaat niet begrijpt. Wanneer je het doel en de zin om te leven niet meer ziet en het zicht op God kwijtraakt. Wat dat betreft kunnen velen in onze dagen meevoelen wat het is echt uitge-put te zijn. En dan is het goed om als het ware tussen ons vragen en bidden een moment te zoeken waarin we God groot maken. Met Zijn Woord in de hand, of in een lied uitzeggen en uitzingen wie Hij voor ons wil zijn. Met name ook in Zijn Zoon Jezus Christus. Om zo weer bepaald te worden bij de verlossing in Christus. In Hem ligt de kracht om het vol te houden!

In alle omstandigheden

Zo zijn er vele voorbeelden van de gelovigen in de Bijbel die in de diepte de weg vinden naar Boven, de weg van de lofprijzing. Diezelfde Paulus horen we zelfs bidden en zingen, samen met Silas, in de onderste kerker van Filippi. Gegeseld, geslagen en gebonden. Alle reden om te klagen en te zuchten. Maar we lezen: En omtrent de middernacht baden Paulus en Silas, en zongen Gode lofgezangen en de gevangenen hoorden naar hen. Het gevolg is dat niet alleen de deur van de gevangenis openzwaait, maar dat ook het hart van de gevangenbewaarder openvalt voor de Heere Jezus. Ook daar: gebed én lofprijzing. God doet daar grote dingen! Op deze manier houden we het zicht op de hemel, worden we geestelijk versterkt en bemoedigd. Daarna zal ons bidden ook anders worden, vernieuwend en hoopvol.

Wat blijft

Ten slotte, hoe krijgt die lofprijzing nu concreet gestalte in ons leven? Hoe komt ons belijden op de hoogte van de lof? Het is goed om te beseffen dat we hier op aarde nog op weg zijn. Dat hier nog het lijden en de gebrokenheid is. Misschien ook wel de spot en de tegenwerking als we tot eer van God willen leven, de Naam van Christus willen belijden en we dus niet met alles van deze tijd en wereld zomaar mee kunnen doen. Toch, als het goed is, mag met het zicht op Christus en gedragen door Zijn Geest, de klacht niet de boventoon voeren, maar de lof. Een christen weet van zijn afkomst, een leven zónder God. Weet van de rust die Christus aan vermoeiden en belasten wil geven. Maar weet daarom ook van de rijkdom van een leven mét Hem, door Zijn genade en in Zijn kracht. Ellende, verlossing én dankbaarheid zijn niet los verkrijgbaar, maar horen bijeen als een drievoudig snoer! Alle reden om elke dag in navolging van het Onze Vader te beginnen en te eindigen met de Heere God te loven en te prijzen voor Wie Hij is. Ook in moeilijke omstandigheden stil in het hart te zingen. Een lofoffer, een lied dat blijft. Ook als het geloof aanschouwen wordt, blijft de lofprijzing rondom de troon van God én het Lam: Want van U is het Koninkrijk, en de kracht en de heerlijkheid, tot in eeuwigheid. Amen.

G. Lustig, Voorthuizen

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 april 2004

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Een offer van dankbaarheid

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 april 2004

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's