Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bestaansrecht van de tweede dienst

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bestaansrecht van de tweede dienst

De catechismuspreek [i]

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE CATECHISMUSPREEK [1]

i. Inleiding

In honderden gemeenten of kerken in ons land kent men het gebruik om op zondag in de tweede dienst de catechismuspreek te houden. Dat is een respectabel aantal. Wat is het dan vreemd dat er over de catechismuspreek zo weinig bezinnende literatuur bestaat. In nieuwere homiletische handboeken zoekt men tevergeefs naar de catechismuspreek. Veelzeggend is de opmerking van dr. G. J. D. Dingemans in zijn boek Als hoorder onder de hoorders: 'De leerdienst met een leerrede is (immers), evenals de catechismusdienst, in het vergeetboek geraakt' (161). Wie zich wil verdiepen in de catechismuspreek, moet het hebben van losse artikelen, een enkel hoofdstuk in een boek over de kerkdienst of een inleidend hoofdstuk in een catechismusverklaring. Daarnaast biedt internet het een en ander, vooral uit de hoek van de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt.

Men zou verwachten dat er toch veel meer bezinning zou zijn over de catechismuspreek. Ook omdat ze haar vanzelfsprekende karakter heeft verloren. Er is toch een behoorlijke verlegenheid als het gaat om de functie en de vorm van de catechismuspreek. Tussen de catechismus en ons liggen bijna vier en halve eeuw, waarin de culturele, maatschappelijke en kerkelijke situatie volkomen is gewijzigd.

Oproep

Op mijn vraag in de Waarheidsvriend of hoorders eens wilden reageren op de catechismuspreek, ontving ik heel wat reacties, waaruit blijkt dat men vindt dat de catechismuspreek vaak ver van hen afstaat. Je hebt er zo weinig aan voor je dagelijkse leven.

Tegelijk spreken de reacties over het belang van een goede catechismuspreek, omdat er een groot gebrek aan kennis is. Men heeft behoefte aan inzicht in de geloofszaken. Men vindt het van belang te weten waar het vandaag om gaat in geloof en christen zijn. We mogen dankbaar zijn voor deze eerlijke reacties. Maar des te meer dienen we ons dan wel af te vragen hoe we door middel van de catechismuspreek een echte bijdrage leveren aan de verwerving van kennis en inzicht, vorming en toerusting van de gemeente in het christelijk geloof, in onze tijd.

Dit artikel kan niet meer zijn dan een bescheiden poging om hiervoor enkele gedachten te ontwikkelen. Ik hoop dat mijn inleiding een aanzet geeft tot een vruchtbare gedachtewisseling.

Indeling van het artikel

Het gaat in dit artikel om de volgende onderdelen:

1. Waarom de catechismuspreek? 2. De aard van de catechismuspreek. 3. Het eigene van de catechismuspreek. 4. De catechismuspreek nu. 5. De catechismuspreek als uitdaging. 6. De praktische uitvoering van de catechismuspreek. 8. De catechismusprediker.

2. Waarom de catechismuspreek?

Laat ik beginnen met in het algemeen te zeggen dat we de catechismuspreek moeten zien in het kader van de lerende gemeente. We kennen het onderscheid tussen een vierende, een dienende en een lerende gemeente. De catechismuspreek is een van de gestalten van de lerende gemeente. Men oefent zich door middel van de catechismuspreek in het christelijk geloof en daardoor leert men om gemeente te zijn, ook in het vieren en dienen.

De lerende gemeente in de Bijbel

De lerende gemeente is zo oud als de gemeente zelf. Nog maar nauwelijks is de eerste christelijke gemeente in Jeruzalem geboren of we lezen van die gemeente, dat zij volhardde in de leer van de apostelen (Hand 2 : 42). De leer is de inhoud van het geloof dat de apostelen van hun Zender, Christus zelf hadden ontvangen. De lerende gemeente in het NT bouwt voort op de lerende gemeente van Israël. De Thora, het geloofsonderricht, is het hart van het leren van de gemeente van Israël. In het verlengde hiervan ligt het leren van de. christelijke gemeente. In het leren vormt ze een kring rondom de Schriften, die opengaan en die getuigen van Jezus Christus.

Waarom is de gemeente ten principale een lerende gemeente? Dat heeft te maken met het eigen karakter van het christelijk geloof. Geloven kent de twee componenten kennen en vertrouwen. In het Ieren gaat het om de eerste component: het kennen, dat overigens nooit losstaat van het vertrouwen. Het kennen als component van het geloof raakt de hele mens. Ook het cognitieve, het verstandelijke. Het kennen als wezenlijk onderdeel van acte van het geloven richt zich op de inhoud van het geloven. Het geloof wil evenals de liefde kennen. Het richt zich allereerst op de Heere God. Wie is Hij? Vooral zoals Hij zich heeft geopenbaard in zijn Zoon Jezus Christus? Welke zijn Zijn beloften en geboden en wat betekenen die voor de praktijk van het leven van de gelovige enkeling en de gemeente. Het geloof kent evenals de liefde hartstocht voor het weten. Daarom is geloofsleren per definitie levenslang leren.

De lerende gemeente in de Reformatie

Om deze reden werd in de Reformatie in de zestiende eeuw de catechismuspreek ingevoerd. Deze kwam in de plaats van de bestaande vesperdiensten in de Rooms-Katholieke Kerk. Tegenover het ingewikkeld geloof (fides implicita), plaatste de Reformatie het geloof dat wil weten. Dat wil kennen de dingen die onder ons volkomen zekerheid hebben (Luk. 1:1). Luther hield in de jaren twintig van de i6 e eeuw al catechismuspreken in Wittenberg. Calvijn nam ze op in zijn kerkorde van 1541 voor Genève (de Ordonnances ecdesiastiques). De kerkorde van de Hollandse vluchtelingengemeente in Londen van 1554 geeft er prachtige voorbeelden van. De catechismuspreek is de moeder van de catechese in de protestantse traditie. Zo is het ook in Heidelberg geweest. De gereformeerde kerkorde van 1563 daar kent de catechismuspreek als geïntegreerd onderdeel van het gemeenteleven. In 1566 vertaalde Datheen de catechismus in het Nederlands. Daardoor heeft deze zich heel snel een plaats in de Gereformeerde Kerk {in wording) in ons land veroverd.

De Gereformeerde Kerk en de Heidelbergse Catechismus behoren gewoon bij elkaar. Het is niet verwonderlijk dat de eerste synodale vergaderingen de HC al noemen als leerboek voor de kerk. In 1586 bepaalt de synode van Den Haag dat voortaan op zondagmiddag een tweede dienst moet worden gehouden en dat in die tweede dienst uit de HC moet worden gepreekt. Een bepaling die de synode van Dordrecht op 27 november 1618 overneemt: 'Men zal op de zondagen, des namiddags, altijd catechetische predikatiën doen, waarin de Heidelbergsche Catechismus, in onze kerken aangenomen, naar die orde verklaard zal worden.' In de weerbarstige praktijk van het gemeenteleven heeft het ondertussen heel wat moeite gekost om de catechismusdienst in te voeren. Maar het is gelukt. Vanaf de tweede helft van de zeventiende eeuw kunnen we spreken van de catechismusdienst als een reguliere instelling. Misschien overdrijft Schotel een beetje als hij zegt: 'Nimmer was de kerk zo bezet als des namiddags; dan ontmoette men er niet alleen, gelijk thans de burgerij, maar ook den adel en de patriciër.' Maar zijn uitspraak geeft wel aan dat de catechismusdienst lange tijd als heel belangrijk werd gezien.

De neergang begon in de negentiende eeuw. In 1863 bepaalde de synode dat het al of niet preken van de catechismus aan de predikanten zelf overgelaten moest worden. Toch is ze gebleven tot op de dag van vandaag. De kerkorde van 1951 kent de catechismuspreek in de leerdienst. Ook de nieuwe kerkorde van de PKN spreekt over de leerdienst, al wordt helaas de Heidelbergse Catechismus daarbij niet meer expliciet genoemd. (VII. 1)

De gemeente als leergemeenschap

In de catechismusdienst komt de gemeente bijeen als een leergemeenschap. Dan worden de kernzaken van het christelijk geloof uitgelegd en wordt daarin geoefend. Ook de verbanden waarin die kernzaken van het geloof staan, komen aan de orde. De

Op 7 januari jl. refereerde prof. dr. W. Verboom tijdens de jaarlijkse predikantencontio van de Gereformeerde Bond over 'De catechismuspreek - doel, functie en vorm'. In enkele afleveringen drukken we deze lezing de komende weken af.

Red. de Waarheidsvriend

structuren die het geloof nodig heeft om te leven en te overleven in een tijd van fragmentarisatie. De catechismuspreek wil ook verdieping van het geloof bewerken. Dr. A. Noordegraaf citeert Bohren, die zegt: 'Omgaan met de catechismus is oefening in spiritualiteit, de geestelijke oefening tot het waarachtig leven.' Hij voegt er zelf aan toe: 'Het gaat in de catechismusprediking als omgang met en onderwijs in de leer om verdieping van de spiritualiteit, bevordering van het geloofsgesprek in de gemeente van Christus en toerusting tot verantwoording van het geloof in de wereld waarin wij leven.' Ik ben dat van harte met hem eens. Het kennen van de heilsgeheimen van het Woord is gericht op de mondigheid van de gemeente. Een mondige gemeente is een gemeente die met de mond belijdt wat het hart gelooft in de context waarin zij leeft. Dat betekent levenslang leren. Telkens aanleren en afleren. Dr. K. H. Miskotte vergeleek de leer van de kerk met het leer van onze schoenen. We hebben goede leer nodig om stevig in onze schoenen te staan, juist ook waar sprake is van allerlei wind van leer, waarmee we zouden kunnen worden meegesleept of omvergeworpen. Maar dan kan die leer geen dode leerstelligheid zijn, waar je niet koud of heet van wordt, maar dan moet die leer de levende doctrina zijn, zoals Calvijn daarover sprak. Levensleer, Thora. Deze levende levensleer biedt tegenwicht aan een spiritualiteit waarin het alleen maar gaat om de sfeer. Het gaat erom datje weet waar

het om gaat. Waar je voor staat. De leer heeft als zodanig iets objectiefs, iets wat niet meedeint met onze ervaringen en gevoelens en ook niet met de levensuitingen van onze cultuur. Kennis behoort tot het wezen van het geloof.

Hosea klaagt daarom: mijn volk is verloren omdat het zonder kennis is (Hosea 4:6). Ds. L. Kievit zei in een lezing in 1963: 'Wanneer in het huis van de gemeente, de wind van de rechte leer niet meer waait, en er alleen maar een gemoedelijk en genoeglijk woord klinkt, dan waaien er weldra andere winden, allerlei wind van leer. Gemeente, let op uw zaak.'

De tweede dienst is een leerdienst

Dit leren, deze didachè, is het eigene, het kenmerkende van de tweede kerkdienst.

Het leren is haar identiteit. Het leren verleent aan de tweede dienst haar bestaansrecht. Zo bezien moet de tweede dienst geen doublure zijn van de morgendienst (ook al kent de morgendienst een leeraspect, vanzelfsprekend). Met die bedoeling is ze in de Reformatie niet ingesteld. Onder ons hebben ds. W. P. van der Aa en anderen daar terecht op gewezen. Een tweede dienst die identiek is aan de morgendienst, is twee keer van hetzelfde. Het zou wel eens kunnen zijn dat het vervagen van de identiteit van de leerdienst, naast dieperliggende oorzaken, een van de redenen is dat gemeenteleden de relevantie van de tweede dienst minder inzien.

W. VERBOOM, WADDINXVEEN

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 april 2004

De Waarheidsvriend | 17 Pagina's

Bestaansrecht van de tweede dienst

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 april 2004

De Waarheidsvriend | 17 Pagina's