Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hij spreekt alle talen! [2]

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hij spreekt alle talen! [2]

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

En hem uan de schare alleen genomen hebbende, stak Hij Zijn vingers in zijn oren en, gespuwd hebbende, raakte Hij zijn tong aan. Markus 7: 33

'De natuurlijke gebarentaal ontstaat en ontwikkelt zich noodzakelijkerwijs bij die menschen, die geen andere mogelijkheid bezitten met hun medemenschen in geestelijk contact te komen, dus bijvoorbeeld bij de doofstommen', schrijft prof. dr. G. Révész in 1941 in een boek, waarin hij een hartstochtelijk pleidooi houdt om het gebaar te gebruiken in het gesprek met dove mensen. Heel lang dwong men in het dovenonderwijs de leerlingen enkel op de mond van de docent te letten en na veel oefening de taal te gaan spreken van de horenden. Gelukkig kwam er een beweging op gang, waarin erkend wordt dat het gebaar de legitieme taal is van hen die niet kunnen horen. Nu is het bijzondere dat wij hier in de Bijbel ontdekken dat negentien eeuwen voor die genoemde wijze professor, de Heere Jezus een dove man doet zien dat Hij met hem communiceren wil in zijn eigen taal. De moedertaal van de dove: het gebaar. Jezus spreekt dus nog een taal. Hij spreekt - naast Aramees en Grieks - ook gebarentaal! Markus, de auteur van het kortste Evangelie, beschrijft de wonderen van de Heere Jezus meestal erg kort en sober. Lukas - de dokter! - is vaak veel uitvoeriger. Deze genezende ontmoeting staat echter veruit het uitvoerigst bij Markus beschreven. Hij vertelt precies hoe Jezus met deze man omging. Hoe Hij hem apart nam, de vingers in zijn oren stak en met bespuwde vingers vervolgens zijn tong aanraakte. Waarom is dat? Is dat om - zoals sommige uitleggers hardnekkig blijven beweren - te laten zien dat Hij zich ook kan bedienen van de methode van bezwering, zoals toverdokters in Zijn dagen deden? Nee, helemaal niet! Jezus schuwt voortdurend alles was met toverij te maken heeft. Na de genezing zegt Hij ook deze keer weer, dat het nu nog niet doorverteld mag worden. Het moet tot Pasen geheim blijven. De mensen zouden Hem maar voor een wonderdokter aanzien en dat is Hij niet. Dit wonder is er een teken van dat de messiaanse tijd, waarvan Jesaja heeft gesproken, is aangebroken. 'Alsdan zullen der blinden ogen opengedaan worden en der doven oren zullen geopend worden'. (Jes. 35: 5) Hij is - kijkt u maar naar de reactie van de omstanders straks - geen tovenaar, zelfs geen wonderdoener. Hij is een Weldoener! De grote Vriend van alles en allen die verloren en ellendig zijn. Waarom dan wel die bijzondere handelingen? In Zijn omgang met deze man laatjezus hem voelen: 'Ik heb het volste begrip voor je handicap.' Jezus neemt hem dan ook apart. Normaal is de schare erbij als Hij iemand geneest. Deze man wordt onder vier ogen genomen. Doven hebben immers niets aan nieuwsgierige ogen!

Jezus steekt Zijn vingers in de oren en zegt daarmee in de taal van het gebaar: 'Ik ga de belemmering wegnemen.' Speeksel was voor het gevoel van de oosterling in Jezus' dagen met kracht en genezing geladen. Met bespuwde vinger raakt de Heere de tong van de man aan. Daar zegt hij mee in een taal, die alleen de dove verstaat: 'Ik wil je kwaal genezen.'

Waar moet dat wonder dan vandaan komen? Jezus kijkt op naar de hemel. De dove man mag in dit gebaar zien: 'Het wonder komt van boven, van God alleen.' Jezus zucht, een onhoorbaar gebed. Maar de dove man verstaat het met zijn ogen: 'Hij bidt voor mij!' En het woord 'Effatha' doet tenslotte zijn kracht. Voor deze Vriend is niets te wonderlijk! De dove hoort en gaat spreken in de ontmoeting met de Heiland, die meerdere talen spreekt. Ook die van de dove!

Dat brengt mij bij de laatste gedachte in dit verband. Jezus spreekt ook als vierde taal: Nederlands of, als u dat liever is: Gronings, Zeeuws, Fries, of een andere streektaal. Niet dat ik er een voorstander van ben om in het huis des Heeren dialect te gaan spreken, maar wat wel waar is: Hij spreekt ook uw, jouw en mijn moedertaal. Hij verstaat ons altijd, al spreken wij onze taal niet perfect. Een oude vrouw in Zeeland zei mij eens: 'Dominee, met u wil ik in het Nederlands spreken, maar dat kan ik niet zo goed. Zou het de Heere storen als ik tot Hem in het Zeeuws bid, dan kan ik mijn hart beter uitstorten? ' Ik heb haar gezegd: 'Er staat toch dat de Heere zelfs het gekras van jonge raven hoort. Dan hoort Hij u ook wel, die in de taal, die moeder u leerde, eerlijk van hart tot hart met uw Redder spreekt.' Hij verstaat werkelijk alle talen. En Hij spreekt ze ook! In onze taal roept Hij: 'Ga open!' Open, voor Mijn Woord en voor Mijn liefde. Hij droeg er immers door Zijn Geest zorg voor dat de Bijbel vertaald werd - en vertaald wordt - in alle talen. In de vele talen van de horenden en de prachtige universele taal van de doven: het gebaar.

Iets daarvan zie ik in deze geschiedenis in wat goede vrienden met de dove man deden. Want hoe is de dove man eigenlijk bij Jezus terechtgekomen? Door zijn doofheid heeft Hij nog niet van Jezus gehoord. Hij heeft echter vrienden, hoor maar: 'En zij brachten tot Hem een dove...' Wie zijn die 'zij'? Vader en moeder? Familieleden? Kennissen? Buren? Een gemeente, een instituut? Wat doet het er toe? U moet er eens op letten hoe vaak die ongenoemde 'zij' in het Markus-evangelie optreden. Vooral als het om wonderen gaat. 'Er kwamen sommigen tot Hem,

brengende een verlamde.' (Markus 2: 3) 'En zij brachten tot Hem een blinde en baden Hem, dat hij hem aanraakte'. (Markus 8: 22) 'En zij brachten kinderkens tot Hem, opdat Hij ze zou aanraken'. (Markus 10:13) Dat 'zij' staat er voor mijn gevoel om ons te zeggen dat wij, net zo goed als die mensen twintig eeuwen geleden, een roeping hebben ten aanzien van onze medemens. Jezus zegt: Heb die net zo lief als jezelf! Laat hem of haar niet al-leen staan en zich buitengesloten voelen. Neem elkaar mee naar Hem, die in alle talen zegt: 'Effatha - ga open!' Wie Zijn stem zal horen en de deur van zijn of haar hart niet open kan krijgen, die mag het door de deur heen roepen tot Hem, die klopt en zeggen: 'Heere, wilt U het Zelf doen? ' En de deur zwaait open en de Heiland komt binnen om er altijd in te blijven wonen.

H. HARKEMA, ONSTWEDDE

gemeente te bouwen. Gods zaak is ons vertrouwen ten volle waard. God staat voor het Zijne én de voor de Zijnen in. Dat heeft Hij beloofd. We weten ons geroepen als hervormd predikant de kerk - nu ze fuseert - niet los te laten, ons aan de kerk niet te onttrekken. We vallen terug op onze roeping, op onze bevestiging, toen Gods beloften klonken over Zijn zorg voor hen die Hem dienen. Willen we zinvol met elkaar in gesprek, dan zullen we steeds opnieuw bij deze grondnoties moeten beginnen. Juist als dienaren van het Woord vinden we daar ons houvast.

G. D. KAMPHUIS, AMSTELVEEN

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 juli 2004

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Hij spreekt alle talen! [2]

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 juli 2004

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's