Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De les van de olijfboom

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De les van de olijfboom

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

[n.a.v. Romeinen ii: 17-24]

In Romeinen u komen we de les van de olijfboom tegen. We lezen in de Bijbel vaker een les in verband met een boom. Jotham vertelde een parabel over de bomen die een koning over zich wilden zalven (Richt.9:8-i5). Heel bekend is de gelijkenis van de wijnstok en de ranken uit Johannes 15, al is een wijnstok in eigenlijke zin geen boom. Verder vertelt de Heere Jezus de les van de vijgenboom: Als de takken teder worden en de bladeren uitspruiten, dan is de zomer nabij

(Matt.24.-32). Een vijgenboom die na drie jaren zonder vrucht is, wordt als waarschuwing gebruikt dat Gods geduld niet eindeloos is (Lukas 13:6-9). De les van de olijfboom in Romeinen 11 heeft alles te maken met de visie op de christelijke gemeente en op de christelijke kerk in haar geheel. Kunnen wij christelijke gemeente zijn, zonder Israël? Kunnen wij christelijke kerk zijn zonder verbondenheid aan het Joodse volk? Is het Joodse volk nadat uit dat volk Jezus is voortgekomen en de Joden als volk Jezus hebben verworpen, een gewoon volk geworden, net als alle andere volken en heeft de christelijke kerk de beloften van de Joden overgenomen? We luisteren naar de les van de olijfboom.

Paulus worstelt in dit hoofdstuk met de toekomst van Israël. Hij doet dat als iemand die zelf helemaal Jood is en Jezus als zijn Zaligmaker heeft leren omhelzen. Omdat hij weet dat hij persoonlijk door de Heere is aangenomen, ziet hij zichzelf als voorbeeld dat God het totale Joodse volk niet heeft verworpen. Daarbij is Paulus niet de enige. Zoals er in de dagen van Elia nog zeven duizend overgebleven waren die de knieën voor Baal niet gebogen hadden, zo is er in Paulus' dagen nog een rest, een overblijfsel naar de verkiezing der genade. Die rest is er nog, omdat Gods genade niet teniet gedaan wordt door menselijke ontrouw en ongeloof.

De Joden zijn nog steeds de goede olijfboom. Daar doet het ongeloof van het overgrote deel van het volk niets aan af. Wanneer het wel van menselijk geloof of ongeloof zou afhangen, dan zou het een hachelijke zaak zijn. Voor het Joodse volk, maar ook voor de gemeente van Christus uit de heidenvolken. Gode zij dank, zijn Gods genade, trouw en verkiezing onveranderlijk! In de God van Israël ligt het vast dat Israël de goede olijfboom is en blijft. Dit geldt overigens niet automatisch iedere Jood persoonlijk. In Gods Koninkrijk is er geen sprake van automatisme, maar van genade. Er zijn Joden die niet in Jezus geloven. Zij zijn takken van de goede olijfboom die afgehouwen zijn van de stam. Zij liggen op de grond. Als er niets verandert, zullen zij op de grond verdorren en verloren gaan. Het Jood-zijn op zich is dus geen garantie van behouden worden. Ook een Jood moet door het geloof in Jezus Christus gered worden. Dan is er de levende verbinding met het gelovige Israël van alle eeuwen. Dan is er ook een leven uit het sap van de wortel, waaruit vader Abraham al leefde: de Messias!

De goede olijfboom is het volk Israël.Er staan takken op de stam, maar er zijn ook lege plaatsen, door de uitgehouwen takken. En wat is nu het wonder voor ons? God wil in Zijn grote goedheid heidenen inenten in de goede olijfboom. Heidenen behoren oorspronkelijk niet tot het volk waaraan God Zijn Verbondsbeloften en de Messias schonk. Heidenen zijn van nature een wilde olijfboom. Maar als de roepstem van het evangelie in geloof beantwoord mag worden, wordt een tak uit de wilde olijfboom gehakt. Daarna wordt deze wilde tak ingeënt in de goede olijfboom. Zo mag de heiden die oprecht in Jezus gelooft, delen in dezelfde beloften als Israël. Hij of zij is mede-erfgenaam met de gelovige Israëliet (Efeze 3:6).

Is hiermee de kerk van Christus uit de heidenvolken in de plaats van Israël gekomen? Kunnen wij ons beroemen in het feit dat wij ingeënt zijn in de goede olijfboom? Laten we er goed op letten dat er staat 'mede' deelachtig geworden. Mede, samen met de gelovige Joden. Niet in plaats van! Maar wij staan toch op de lege plaats waar takken uitgehouwen zijn? Pas op, want het is alleen genade dat we in de goede olijfboom geënt zijn. Het is alleen door de genade van het geloof dat we mogen delen in de belofte en staan op de stam van de goede olijfboom. We worden gedragen door de wortel. Zouden we roemen in ons eigen geloof en de ongelovige Joden verachten? Dan zouden we Gods toorn over ons inroepen. Want er liggen nog takken van de goede olijfboom op de grond. En God, Die machtig was om wilde takken (heidenen) in te enten in de goede olijfboom, is zeker machtig om ongelovige Joden tot het geloof te brengen en zo opnieuw in te enten. Laten heidenchristenen niet hoogmoedig zijn, want hoogmoed komt voor de val. Wie hoogmoedig roemt in zichzelf, is daarmee ongelovig. Zou God zulke takken dan niet uithakken? God spaarde de natuurlijke takken niet: de Joden die niet in Jezus geloofden, werden uitgehouwen. Zou God dan heidenchristenen die ongelovig en hoogmoedig zijn, sparen?

Wat is de eerste les van de olijfboom? Dat de christelijke gemeente gedragen

wordt door het gelovige Israël, dat leeft uit het geloof in Jezus de Christus. Deze verbondenheid van de kerk met Israël is onopgeefbaar. Wij als heidenchristenen worden niet zalig

zonder de gelovige Joden! En de tweede les? Er liggen nog zoveel takken van de goede olijfboom op de grond. God is machtig om ze - op Zijn tijd - weer in te enten. We lezen in

vers 24 'hoeveel te meer...'. Wanneer we zelf het wonder beleven dat God ons als totaal buitenstaanders uit onze geestelijke dood en verlorenheid verloste door het geloof in Jezus

Christus, zullen we des te meer er naar uitzien dat God de leden van Zijn eigen volk, brengt tot de zaligheid in hun Messias Jezus.

A. Jonker, Baarn

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 augustus 2004

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

De les van de olijfboom

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 augustus 2004

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's