Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De onbekende Voetius

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De onbekende Voetius

Roerganger van de Nadere Reformatie

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onlangs, op een preekreis in het land van Heusden, werd mij het boekje De onbekende Voetius ter hand gesteld. Het is een uitgave naar aanleiding van een tentoonstelling in het museum Het Gouvernementshuis te Heusden anno 1989, het jaar van het 400-jarig herdenken van Voetius' geboortedag in de stad Heusden. Het heugt me niet dat het ooit in ons blad is besproken en daarom wil ik er in alle bescheidenheid aandacht voor vragen. De schrijvers waren drs. L. A. van Nieuwenhuyse, J. A. Tolbeek en J. Roodbeen.

Legerpredikant

De auteurs behandelen allereerst de achtergronden van de godsdienstoorlog onder Karei V en Philips II. Veel aandacht wordt geschonken aan de protestantisering na de vrijmaking van de zeven Verenigde Nederlanden. Zo ook aan de twisten tussen remonstranten en de contra-remonstranten tijdens het Twaalfjarig Bestand. Uitvoerig komt de scholing en opleiding van de jonge Gisbertus Voetius aan de orde. Al jong botst hij tijdens zijn studie in Leiden met de arminiaanse inzichten. Reeds als 22-jarige voltooit hij daar zijn theologische opleiding. Hij wordt predikant resp. in Vlijmen en enkele jaren later in zijn geboortestad Heusden. Als predikant-afgevaardigde uit Zuid-Holland naar de Natio- ' nale Synode van Dordrecht (1618-1619) staat hij daar de gedachten van Gomarus krachtig voor. Als Heusdens predikant wordt hij aangesteld als legerpredikant van de troepen van de stadhouder.

Ware vroomheid

Gelegerd in Den Bosch ijvert hij voor de protestantisering van deze stad, wat toen en nadien nooit is gelukt. In zijn prediking komt steeds weer krachtig aan de orde de praktijk der godzaligheid. Na nog enkele jaren in Heusden dienst te hebben gedaan, volgt zijn benoeming tot hoogleraar aan de illustere school in Utrecht, die juist vlak na zijn benoeming 'opgewaardeerd' wordt tot academie. Zijn afscheidspreek van Heusden handelt over Filippensen i: 27, waarin hij op zeer bewogen manier de gemeente oproept de ware vroomheid te betrachten. Ook zijn inaugurele rede ademt dezelfde geest: hij spreekt over de on-

losmakelijke band tussen de vroomheid (de piëteit) en de wetenschap. Hij richt zich daarbij met nadruk ook tot de andere faculteiten, met name tot zijn juridische collega's (met het oog op christelijke staatkundige inzichten).

De colleges bestaan in die tijd voornamelijk uit het voeren van disputaties waarin studenten stellingen leerden verdedigen. De beroemdste leerlinge van Voetius was Anna Maria van Schuurman, die vanachter een gordijn in een loge de colleges volgt. Zij was daarnaast ook nog een bekwaam kunstenares (dichtkunst en schilderkunst, menigmaal in correspondentie met Constantijn Huygens en Jacob Cats). Helaas is zij naderhand volgelinge geworden van de Zwitser Jean de Labadie, die een gemeente van louter wedergeborenen voorstond.

Bekering

Voetius geeft niet alleen college, maar preekt ook heel vaak in de Utrechtse kerken. Op de zondagmiddagen geeft hij graag kindercatechisaties. Daarnaast kenmerkt hem een grote bewogenheid met de armen in de stad, aan wie hij een groot deel van zijn inkomen besteedt.

In zijn gezinsleven is er regelmatig groot verdriet: vier van zijn negen kinderen overlijden. Hij maakt in het rampjaar ook de bezetting van de stad door de Fransen mee (1672). Na hun plotselinge aftocht in 1673 preekt hij in de Domkerk over Psalm 126:2. Tijdens een laatste dienst in de Catharijnekerk in 1673 wordt hij ernstig ziek. Hij overlijdt op 1 november 1676. Denkend aan zijn belangrijke plaats in onze kerk mogen we hem de roerganger van de Nadere Reformatie noemen: toepassing van de Reformatie in het persoonlijke, maatschappelijke en politieke leven. Vooral de persoonlijke bekering staat bij hem in de geloofsprediking centraal. Medestanders van hem waren vooral in het Zeeuwse land Willem Teellinck en ook zijn leerling en latere collega Jodocus van Lodenstein.

Voetius was ook een geharnast bestrijder van de filosofie van Descartes met zijn stelling: ik denk en zo (daarom) ben ik. Met nadruk bestreed Voetius de verbondsleer van zijn Leidse collega Coccejus, die vooral een tegenstelling poneerde tussen het oudtestamentische en het nieuwtestamentische verbond). In het algemeen kunnen we stellen dat zijn geschriften de toon hebben gezet voor de Nadere Reformatie. Laat daarom ons jongere theologengeslacht proberen goed bekend te raken met deze 'grote' onbekende Voetius.

A. J. JORISSEN, NÜNSPEET

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 september 2004

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

De onbekende Voetius

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 september 2004

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's