Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De zesjaarlijkse stemming

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De zesjaarlijkse stemming

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Volgens de op i mei jl. vervallen regels van de kerkorde bepaalden de leden van de gemeente eenmaal in de zes jaar op welke wijze de verkiezing van ouderlingen en diakenen in hun gemeente zou plaatsvinden. Ons bereiken de laatste tijd vragen hierover. Is de zesjaarlijkse stemming nu afgeschaft?

De oude regeling hield in dat eens in de zes jaar, door middel van een schriftelijke stemming (in de regel in een vergadering van lidmaten onder leiding van de kerkenraad), bepaald werd hoe in de gemeente zou worden gekozen. Er waren kort gezegd drie mogelijkheden:

- verkiezing door de lidmaten zelf (ordinantie 3-5, oud); - verkiezing door de lidmaten uit een door de kerkenraad opgesteld, bindend dubbeltal (ord. 3-8, oud), en - verkiezing door de kerkenraad (ord. 3-9, oud).

Taak van de leden

Ook volgens de nu geldende bepalingen van de kerkorde is de verkiezing van de ambtsdragers van de gemeente de taak van de (stemgerechtigde) leden van de gemeente (ord. 3-1-2). Mooi is dat de kerkorde het ambt niet louter als een functie ziet. Art. V-i zegt dat door Christus het openbare ambt van Woord en Sacrament is gegeven om de gemeente bij het heil te bepalen en bij haar roeping in de wereld te bewaren. Voorafgaande aan elke verkiezing moet de kerkenraad de gemeente hieraan herinneren, bijvoorbeeld in een leerdienst, in een stukje in het kerkblad of tijdens een gemeenteavond (ord. 3-1-3).

In de plaatselijke regeling van elke gemeente is vastgelegd hoe de verkiezing van ambtsdragers plaatsvindt. De kerkorde gaat ervan uit dat elk jaar een verkiezing wordt gehouden, waarbij telkens een kwart van de ouderlingen en diakenen aftreedt. Er kan plaatselijk ook geregeld worden dat de verkiezing om het andere jaar gebeurt, waarbij steeds de helft aftreedt.

De verkiezingsprocedure begint met de bekendmaking van de vacatures en de uitnodiging om aanbevelingen (niet per vacature, maar per ambt) in te dienen (ord. 3-6-3). Daaruit stelt de kerkenraad verkiezingslijsten samen. Wie door tien of meer leden is aanbevolen, wordt automatisch op de lijst geplaatst, natuurlijk op voorwaarde dat hij kiesgerechtigd is. De kerkenraad kan ook anderen op de lijst zetten. De plaatselijke regeling bepaalt de stemprocedure zelf. Zo kan worden gekozen voor de procedure die wordt beschreven in ord. 4-5-3.

Machtigen

De kerkorde kent ook een andere verkiezingsmethode. Ord. 3-6-6 bepaalt dat de stemgerechtigde leden van een gemeente of wijkgemeente zichzelf bij de verkiezingen kunnen binden aan een dubbeltal dat door de kerkenraad voor elke vacature afzonderlijk wordt vastgesteld. Dat komt overeen met procedure 2, zoals die in de oude regels was vastgelegd (zie hierboven). De kerkenraad neemt kennis van de aanbevelingen (het aantal indieners is in dit geval niet van belang) en maakt voor elke vacature een dubbeltal op, waaruit de gemeente kiest. Als geen enkele aanbeveling binnenkomt, kan de kerkenraad zelf- al dan niet door een verkiezing uit dubbeltallen - in de vacature(s) voorzien. Dit zal nogal eens voorkomen indien een zittende ambtsdrager herkozen kan worden. Indien een gemeente deze methode van verkiezen van ouderlingen en diakenen wenst, moet ze de kerkenraad hiertoe machtigen. Die machtiging geldt telkens voor zes jaar. Na afloop van die zes jaar vervalt ze, behalve wanneer de gemeente tijdig tot een nieuwe machtiging besluit. In de plaatselijke regeling kunnen regels gegeven worden over de zesjaarlijkse stemming. In de regel zal de kerkenraad tijdig voordat de zes jaar om is en er nieuwe verkiezingen gehouden moeten worden, een gemeentevergadering bijeenroepen om over die machtiging te stemmen.

In overgangsbepaling 96 van de kerkorde wordt hierover ook iets geregeld. Indien de hervormde gemeente de kerkenraad het recht van voordracht had gegeven (de hierboven vermelde procedure 2), blijft dat zo tot en met 31 december 2004. Maar dat betekent tevens dat er nog dit jaar een nieuwe zesjaarlijkse stemming moet worden gehouden overeenkomstig ord. 3-6-6. De manier waarop tijdens een gemeentevergadering tot besluitvorming komt (bijvoorbeeld door schriftelijke stemming), wordt opgenomen in de plaatselijke regeling. Het is belangrijk dat dit tevoren goed is geregeld.

Kortom, de zesjaarlijkse stemming is gehandhaafd. Ook onder de huidige regels kunnen de gemeenten die dat wensen, eens in de zes jaar besluiten ouderlingen en diakenen te kiezen uit een door de kerkenraad opgesteld dubbeltal. De eerste zesjaarlijkse stemming moet voor het einde van dit jaar plaatsvinden.

D. G. van Vliet, Wilnis

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 oktober 2004

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

De zesjaarlijkse stemming

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 oktober 2004

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's