Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De toepassing in de preek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De toepassing in de preek

PLEIDOOI VOOR BEVINDELIJKE PREDIKING [2]

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De nieuwere homiletiek geeft aandacht aan het belang van de juiste toepassing van het Woord. Daarbij is de plaats van de prediker van belang. Hij zal zich erin oefenen om het Woord niet alleen uit te leggen, maar ook toe te passen in het leven van de hoorder. Want zo zal het tot de bevinding van het Woord in het leven van de hoorder kunnen komen. Daar gaat het om. Als het om de ervaring van de hoorder gaat, moet die vanuit het Woord zijn opgekomen. Daarom zal het in de preek moeten gaan om de uiüeg van het Woord met daaraan verbonden de toepassing. Als de uitleg niet goed is, kan de toepassing ook nauwelijks goed zijn. Maar een grondige uitleg van het Woord zonder dat er van een toepassing sprake is, kan met zich meebrengen dat de preek blijft hangen.

Oude en nieuwe preken

Nu is het in oude preken vaak zo dat de toepassing aan het einde van de preek werd gemaakt. Eerst werd de uiüeg gegeven, vervolgens werd die met allerlei voorbeelden toegelicht, ten slotte kwam de toepassing. Dan werd het Woord naar de gemeente toegebogen. Door de toepassing kreeg de preek een eigen kleur, want daar liet de prediker in zijn eigen hart kijken. Daar zocht de prediker ook de harten van de hoorders te raken in vermaning en bemoediging. Daar kwam de bevinding van het geloof aan de orde.

Wat opvalt, is dat in onze dagen de toepassing niet meer zo vaak apart aan de orde komt. Dat komt, omdat de preekopbouw anders is geworden. Een preek wil een organische eenheid van uideg en toepassing zijn. De bevinding behoort er dus helemaal doorheen verweven te zijn. Maar zo eenvoudig is dat allemaal niet. En is er nog wel bevinding?

Het kon wel eens zo zijn dat veel preken de toepassing missen. We kunnen dat in de loop van de tijd kwijt zijn geraakt. Wat is dan bevinding? Er is een tijd geweest dat er een huiver was voor bevinding. Er is vanuit de dialectische theologie van Karl Barth zelfs een reactie tegen bevindelijke prediking geweest. Het moest maar niet veel over bevinding gaan, omdat anders het gelovige 'ik' in het middelpunt zou komen. Daarnaast is er onder de naam van 'bevinding' soms ook veel verstarring in de gemeenten gekomen. Dan werd onder 'bevinding' de geloofsweg beschreven waarlangs allerlei fasen en gestalten werden beleefd en doorlopen. Deze verabsolutering van 'bevinding' heeft tot schade geleid. Misschien dat dit aspect ook tot een huiver voor bevinding heeft geleid.

Maar heeft de Schriftuurlijke bevinding niet haar goed recht? Misschien mogen we onszelf daarin een kritische vraag stellen. Klachten over preken die zo weinig te zeggen hebben, konden hier wel eens een oorzaak in hebben.

Nieuw leven

In de prediking wordt gebouwd aan het geloofsleven van de gemeente. Dat geeft een enorme verantwoordelijkheid aan de prediking. De nieuwere homiletiek stelt zich expliciet de vraag hoe prediking mensen tot verandering zal brengen. Want daarom preken we toch? Het behaagt God om door de dienst van de prediking mensen tot bekering te brengen. Hij laat daarom Zijn Woord prediken met het bevel van geloof en bekering. Door de kracht van het Woord, gewerkt door de Geest komen mensen tot bekering. Van dat geheim heeft de Heere de sleutel! De prediker wordt betrokken bij dat geheim van God, dat Hij nieuw leven schept. Het beeld van een verloskundige wordt hier gebruikt. De prediker mag er in de prediking bij betrokken zijn, als er door Gods kracht nieuw leven wordt gewerkt door het geloof in de Heere Jezus Christus, maar je hebt er zelf helemaal niets aan gedaan. Je wordt er als prediker bij gehaald, maar God gaat met Zijn Woord Zijn eigen ongekende gang.

Prediking moet de hoorder niet alleen 'informatie' geven, maar er ook op uit zijn dat er bij de hoorder een 'transformatie' plaatsvindt. Prediking is er op uit dat het hart vernieuwd wordt. Dat kan alleen de Geest, maar Die wil gebruikmaken van de bediening van het Woord. En daarom zal de prediking er ook op uit zijn dat er verandering, vernieuwing en bekering komt bij men-sen. Het gaat om de authenticiteit van het echte geloof dat een wezenlijk verschil maakt in het leven van mensen. Daarom zal de prediking ook doelgericht zijn: het gaat om de verandering van het leven. Zo staat het in de Dordtse Leerregels.

Gereformeerde traditie

Er is veel mee gewonnen als we onder elkaar opnieuw zullen ontdekken wat de reikwijdte is van Schriftuurlijk-bevindelijk prediking. Dan zal ook duidelijk kunnen worden gemaakt wat nu zo kenmerkend is voor de geloofsbevinding van de gereformeerde traditie. Want daarin sprankelt het! Alleen, het moet wel klinken in de prediking. Het is een dramatisch misverstand dat er gemeenteleden zijn die veronderstellen datje voor het ware geloof bij de 'vrije' groepen moet zijn. Want daar leeft het pas. Wat kan daarover een spraakverwarring zijn.

Het geloofsleven in de gereformeerde traditie kent toch ook de doorbloeding van de omgang met God? Er is toch de inwoning van het heil in een mens? Het maakt toch verschil of er geloof is of niet? Gods genade trekt toch sporen in het leven?

De bevinding doordacht

Boeiend is hoe prof. dr. R G. Immink hierover in zijn laatste boek In God geloven schrijft. Als het gaat over de vragen van de inwoning van het heil in het leven, dan wijst hij op het eigene van de gereformeerde theologie. Deze houdt het midden tussen twee posities. Aan de ene kant is er de lijn van de Nadere Reformatie, waarbij gezegd wordt dat

de genade in het hart van een mens hem echt nieuw maakt in de wedergeboorte. Aan de andere kant is er de lijn van de prediking van het Woord en de beloften van het Evangelie en het geloof dat daarop gericht is.

In de eerste lijn staan de vertegenwoordigers van het gereformeerd piëtisme, de tweede lijn is meer die van Kohlbrugge. Het gaat hierbij om de vraag of er nu echt wat verandert in het leven als een mens tot geloof komt.

Deze vragen zijn niet achterhaald, maar ook helemaal van onze tijd. Ze hebben te maken met de vragen over Schriftuurlijk-bevindelijke prediking. Wat is de bevinding van het geloof? In het gereformeerd piëtisme is men ervan overtuigd dat het heil diep intrekt in het leven. De Heilige Geest geeft in de bekering van de mens een nieuw levensbeginsel, waardoor je als mens substantieel veranderde. In veel evangelische kringen wordt eigenlijk in het verlengde van deze lijn gedacht. Er verandert echt iets in een mens door genade. Alleen acht men in evangelische kringen de reikwijdte van dat nieuwe leven groter. Je kunt echt van de oude mens afkomen. Die wordt in het watergraf begraven en die zie je niet meer terug.

Op vele jongere en oudere gemeenteleden oefent deze overtuiging over het leven met Christus een geweldige aantrekkingskracht uit. Het is ook heel enerverend: er kan dus echt iets bij mij veranderen! Daar zit een oprecht verlangen naar authentieke geloofservaring achter. Maar hoeveel valkuilen zijn er ook! Er kunnen zulke hooggespannen verwachtingen van het nieuwe leven zijn die later voor grote teleurstellingen zorgen. Daarin kan de gereformeerde geloofsbevinding veel aanreiken.

Gearriveerd

In het verlengde van de lijn van Kohlbrugge is er angst dat de vrome mens er wat mee wordt. Als de genade een bezit wordt, dan ligt het gevaar op de loer dat de gelovige gearriveerd raakt. Ook Barth zou in deze lijn denken, al is er bij Kohlbrugge van een heel ander theologisch uitgangspunt sprake. Het geloof is naar buiten gericht, op Christus. Het heeft in Hem alles wat een mens in leven en sterven nodig heeft: de troost dat Hij met de prijs van Zijn bloed betaald heeft.

Prof. Immink verwoordt een evenwichtige middenpositie. Hij geeft aan dat het enerzijds ontegenzeggelijk zo is dat het heil van God gestalte krijgt in het leven van de gelovige. Zelfs zo dat Gods Geest in het leven intrek neemt en er sprake is van een 'ens realissimum, een uitermate existentiële werkelijkheid, die mijn dagelijks leefklimaat bepaalt' (p. 276). Maar dit zal toch zuiver en alleen in een geloofsrelatie met Christus werkelijkheid zijn. Alleen door het geloof in Hem! Daarom ligt het zwaartepunt voor de gelovige bij Christus. In zichzelf blijft de gelovige zondaar, maar tegelijkertijd is hij door het geloof in Christus rechtvaardig. Er is veel meer oog voor de gebrokenheid waarin de gelovige staat. De aandacht voor deze bevinding is heilzaam voor de gemeente. Schriftuurlijk bevindelijke prediking zal hierin de gemeente de weg wijzen.

Noodzakelijke bezinning

Passie voor Preken legt er overtuigend de vinger bij: de prediking van het Woord moet overkomen! De rol van de prediker in het preekproces en de preekopbouw zijn daarbij van groot belang. Ik heb daarnaast ook geleerd dat het moment van de toepassing in de preekvoorbereiding van elementair belang is. Dat heb ik in deze artikelen proberen te verwoorden. Ooit heeft prof. dr. W. Verboom een pleidooi gehouden voor 'bevindelijke catechese'. In het verlengde daarvan is het nodig na te denken over bevindelijke prediking.

Geloofsbevinding is een kwetsbaar onderwerp, maar bezinning daarover is in onze tijd onontbeerlijk, juist met het oog op de levende verkondiging van het Evangelie. In de prediking gebeurt meer dan we zouden denken. Laten we de bezinning rondom prediking in de gemeente daarom steeds weer beoefenen.

C. B. STAM, PAPENDRECHT

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 november 2004

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

De toepassing in de preek

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 november 2004

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's