Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Niet altijd brontekstgetrouw

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Niet altijd brontekstgetrouw

De Filippensen-brief in de NBV

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het onderstaande geef ik een korte impressie van de brief van Paulus aan de Filippensen in de Nieuwe Bijbelvertaling (steeds afgekort als NBV). De teksten waarnaar ik verwijs, duid ik aan met: i.-i, enz. De lezer moet hier van mij geen algemene beschouwing over de NBV in haar geheel verwachten. Ter vergelijking verwijs ik hier en daar naar de deeluitgave van de Herziene Statenvertaling (afgekort als HSV).

Vlot leesbaar

Mijn eerste indruk bij de kennismaking met de NBV van Filippensen is dat het taalgebruik heel dicht bij de mensen van vandaag staat en als zodanig erg aansprekend is. Het is vlot leesbaar Nederlands. Te lange zinnen worden in stukjes geknipt en soms ingekort; bijzinnen worden hoofdzinnen. Dat maakt het allemaal bijzonder toegankelijk. Intussen is de toonzetting van de brief aan Filippi - die van grote dankbaarheid en broederlijk vermaan - in deze bijbelvertaling voluit aanwezig.

Er is dus sprake van een sterke, om niet te zeggen eenzijdige doeltaalgerichtheid; alles moet bij de hedendaagse bijbellezer goed overkomen. Dat is een winst. Hier en daar is de vertaling ter wille daarvan ook parafraserend/ interpreterend geworden, bij voorbeeld in het laatste vers van hoofdstuk 2: 'Hij (Epafroditus) heeft zijn leven op het spel gezet om mij de hulp te geven die u niet kon bieden'.

Een ander voorbeeld: in 1:13 heet in de NBV het 'praetorium': het Romeinse hoofdkwartier (vgl. 4:22). De moderne bijbellezer kan zich daarbij tenminste iets voorstellen. Maar beter had hier de vertaling kunnen luiden: het dienstgebouw van het Romeinse bestuurscentrum en legerplaats.

U en jij

Ik kan echter niet zeggen dat in het algemeen de NBV gewild populair is geworden. De vertaling van de Filippensenbrief in de NBV is bepaald bijbeltaal. Gelukkig is er in de vertaling van de brieven van het Nieuwe Testament steeds de aanspreektitel 'u/ uw' aangehouden (U moet weten...; i: 2 bijv.); dat klinkt helemaal niet afstandelijk. Jammer genoeg is in andere bijbelboeken vaak gekozen voor het platvloerse 'jij en jullie'. Verder heb ik er niet zoveel problemen mee dat overal waar Paulus in deze brief de broeders aanspreekt, de NBV hem laat zeggen: Broeders en zusters...(1:12; 2:12; 3:1; 3:13, 17; 4:1, 8, 21). In de patriarchale cultuur van Paulus'dagen waren de zusters natuurlijk in de broeders begrepen.

Daar moet nog wel aan worden toegevoegd dat bijbeltaal soms uitdrukkingen bevat, die we niet altijd moeten omschrijven. In de uitdrukking 'op het vlees vertrouwen' ligt een diepere betekenis dan: op mezelf vertrouwen (3:4). Verder vinden we in de Paulinische brieven heel vaak de uitdrukking 'in de Heere (Jezus)'. Zie: 2:19, 24, 29; 4:2, 7, 10. In de NBV wordt deze uitdrukking nogal eens verbonden met een werkwoord uit de zin; zo bijvoorbeeld in 2:19: in vertrouwen op de Heer Jezus. Mijn inziens echter kunnen we zo'n typisch Paulinische uitdrukking beter zonder meer laten staan. Een exegeet moet ook nog wat te doen hebben.

Christologische hymne

Het spreekt vanzelf dat ik speciale aandacht heb gegeven aan een perikoop van de brief, die bekend staat als de christologische hymne (2:5-11). De NBV vertaalt de verzen 6-7 als volgt: 'Hij die de gestalte van God had, hield zijn gelijkheid aan God niet vast, maar deed er afstand van.' Letterlijk vertaald luiden deze verzen (zo in de HSV): Die, hoewel Hij in de gestalte van God was, het niet als roof beschouwd heeft God gelijk te zijn, maar Zichzelf ontledigd heeft (Grieks 'kenosis') door... Dit laatste is de meest letterlijke weergave van de grondtekst.

De NBV echter zegt dat Jezus Christus in Zijn menswording afstand heeft gedaan van Zijn gelijkheid aan God. Dit is een vertaling die alleszins voor misverstand vatbaar is. Want uit heel het Nieuwe Testament is duidelijk dat Jezus Christus God was en bleef, ook in Zijn menswording. Hij heeft echter Zijn bevoorrechte positie niet uitgebuit ten dienste van Zichzelf en dit God gelijk zijn in de heerlijkheid van Zijn Vader niet beschouwd als een zaak 'om te stelen'. Door een slaaf te worden, ontledigde Hij zich, dat wil zeggen dat Hij bleef wat Hij was (God), maar werd wat Hij tevoren niet was: een ontluisterd mens, een slaaf. Dat is wat anders dan afstand doen van zijn Godgelijk-zijn. Helaas verdient de NBV op dit punt geen schoonheidsprijs.

Oneerbiedig

Enkele jaren geleden heb ik een lange brief aan de vertaalcommissie van de NBV van het Nederlands Bijbelgenootschap geschreven, waarin ik er een pleidooi voor voerde om de Godsnaam JHWH van het Oude Testament weer te geven met de kapitale letters HEERE en de titel Kurios voor Jezus in het Nieuwe Testament met Heere. De argumenten hiervoor zal ik thans niet herhalen. Ik volsta met te zeggen dat mijn suggestie niet is aanvaard. God en Jezus Christus heten in de NBV: de HEER/ Heer. Ik blijf dat betreuren. In onze Nederlandse taal bestaat de mogelijkheid om met de stomme e aan het slot (HEERE/ Heere) de eerbied die van oorsprong in de Naam ligt, tot uiting te brengen. Ik erger me - eerlijk gezegd - altijd, als ik hoor spreken over: de heer Jezus. Dan krijg ik associaties met: een baas of man in het algemeen (dhr). Op dit punt zal ik dus nooit wennen aan de NBV.

Missers

Het vertalen van een bijbelse tekst is een moeilijke zaak. Soms is met evenveel recht een andere vertaling dan de gebodene mogelijk. Maar niet zelden worden in een bijbelvertaling ook verkeerde keuzes gemaakt. Nu kan ik de vertalers van de brief aan Filippi er geen verwijt van maken dat zij niet nauwkeurig naar de grondtekst hebben gekeken. Toch moet ik zeggen dat de letterlijke weergave van een woord in de grondtekst (een kenmerk van de Statenvertaling) in de NBV nogal eens plaats heeft gemaakt voor een vertaling met een modern Nederlands woord dat geen correcte weergave is van wat er in de oorspronkelijke tekst staat. De NBV is doeltaalgericht, maar zeker lang niet altijd brontekstgetrouw. Op dit punt zijn er heel wat missers. Ik noem slechts - puntsgewijs - enkele pertinente fouten. - In 1:6: moet 'op de dag van Christus Jezus' zijn: 'tot op de dag...' (zo ook 1:10);

- In 1:20 schrijft Paulus dat 'Christus in zijn lichaam met alle vrijmoedigheid zal groot gemaakt worden'. De NBV leest hier echter dat 'Christus bij alles wat Paulus overkomt in alle openheid geëerd zal worden'. Maar dat is - zacht gezegd - toch wel heel vrij weergegeven;

- In 1:26 laat de NBV Paulus zeggen dat de Filippensen, als de apostel bij hen terug zou keren, 'des te meer reden hebben om zich op Christus te laten voorstaan'. Ook in 3:3 zou Paulus volgens de NBV schrijven dat 'wij ons graag laten voorstaan op Christus Jezus'. En in 2:16 hoopt Paulus volgens de NBV 'op de dag van Christus trots te kunnen zijn', als men in Filippi blijft vasthouden aan het woord dat Paulus hen bracht. Deze woordkeuzes vertekenen echter de zaak. De Bijbel is een vijand van zelfverheffing en trots. Bovendien is dit voor een moderne bijbellezer ook niet bepaald doorzichtig taalgebruik;

- In 3:11: heet het in de NBV: 'in de hoop misschien ook zelf uit de dood op te staan'. Maar Paulus' hoop op de opstanding is geen 'misschientje' ('geen onzekerheid van deze zaak'; aldus de Kanttekeningen SV);

- In 3:21 heeft de NBV het over 'ons armzalig lichaam'. Armzalig is: pover, nietig, onbetekenend. Maar letterlijk schrijft Paulus: 'het lichaam van onze nederigheid'; waarmee de lage staat van zijn lichamelijk, door de zonde gestempelde bestaan is aangegeven (zie daarvoor ook 2:8 en 4:12). De weerga-

Op 27 oktober is de Nieuwe Bijbelvertaling gepresenteerd. Waar het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond zich al verantwoord heeft over de vertaalprincipes en de vertaalkeuzen, hopen we, zoals aangekondigd, de komende tijd in de Waarheidsuriend enkele bijbelboeken uit de NBV te bespreken. De redactie heeft enkele theologen gevraagd zich rekenschap te geven van de inhoud van deze vertaling, waarbij ruimte is voor waardering en voor kritiek. Vandaag gaat ds. C. den Boer in deel 1 op Paulus' brief aan de Filippensen.

RED. DE WAARHEIDSVRIEND

ve van de NBV is hier bepaald beneden de maat. Paulus ervoer de bittere omstandigheden waarin hij vaak verkeerde, als vernedering;

- In 4:11 gebruikt Paulus een Grieks woord ('autarkès') dat letterlijk betekent: genoeg hebbend aan, tevreden zijn met (bekend uit de Griekse Stoa). Volgens de NBV bedoelt Paulus hier: 'ik heb geleerd om in alle omstandigheden voor mezelf te zorgen'. Maar wij kennen Paulus uit zijn brieven niet als een stoïcijn met de heldhaftige houding van: 'ik laat me niet kennen; ik sta altijd op mijn eigen benen'. Ik vind de vertaling van de NBV hier dus bepaald brontekstontrouw

Vragen

-1:2 : Waarom heten de 'diakenen' in de NBV 'dienaren'? Om associatie met de rooms-katholieke diaken te voorkomen? Maar de Protestantse Kerk kent sinds de Reformatie in elk geval als ambtsdragers: ouderlingen en diakenen.

-1:5: Waarom is 'gemeenschap in het Evangelie' in de NBV geworden tot 'bijdragen aan de verspreiding van het evangelie'? Het woord gemeenschap omvat veel meer.

-1:6: 'Hij is dit goede werk bij u begonnen'. Zo de NBV. Maar bij 'het goede werk in u' (zo de SV) mag ik met goed recht en tot mijn troost denken aan: het werk van Gods Geest in mijn hart. Die 'bevindelijke' taal mis ik.

-1:27; 3:17 en 18; de NBV gebruikt in deze verzen het woord 'leven' in plaats van 'wandelen'. Maar is 'wandelen' nu echt zo'n verouderd woord? Gaat het in de genoemde verzen niet uitdrukkelijk over onze levenswandel?

- 2:3: Waarom moet het diepe woord 'ootmoed' (eventueel 'deemoed') vervangen worden door 'bescheidenheid'? Mag de mens van de 2i e eeuw niet geconfronteerd worden met een bijbelse norm als 'onderdanigheid'? -3:8: Waarom hier niet het woord 'drek' of 'vuiligheid' (Grieks 'skubalon') gebruikt? De NBV vertaalt dit woord al te netjes met: 'Ik heb alles als afval weggegooid'.

- 3:20: de vertaling van de NBV: 'wij hebben ons burgerrecht in de hemel' is - naar mijn inzicht - minder toegankelijk Nederlands dan wat de HSV heeft: 'wij wandelen als burgers van het Rijk der hemelen'.

Persoonlijk bijbellezen

Deze opmerkingen zijn slechts een deel van mijn kritische kanttekeningen bij de vertaling van de brief aan de Filippensen in de NBV. De bijbellezer die deze vertaling vergelijkt met die van de HSV, zal het meteen opvallen dat het taalgebruik van de NBV weinig herinnert aan dat van de Statenvertaling. Naar mijn inzicht is er in het Nederlands geen getrouwer vertaling dan de Statenvertaling, ook al betekent de letterlijkheid van deze vertaling wel eens een barrière voor de hedendaagse bijbellezer. Intussen zou ik de vertaling van de Filippensenbrief in de NBV, al heb ik voor een aantal zaken best respect, niet willen aanbevelen voor het persoonlijk bijbellezen, laat staan ter lezing op de kansel. Jongeren in onze tijd zullen wellicht liever Het Boek blijven gebruiken. Maar dat is al allerminst mijn keuze. Want Het Boek is een parafrase van de Bijbel, geen bijbelvertaling.

C. DEN BOER, BARNEVELD

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 november 2004

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Niet altijd brontekstgetrouw

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 november 2004

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's