Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

CSFR luidt de noodklok

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

CSFR luidt de noodklok

STUDENTEN EN ONTKERKELIJKING

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

'Als je voor de zoveelste keer van een andere student hoort: "Maar het is toch allang bewezen dat God niet bestaat!" en je lijkt alleen te staan in je opvattingen, dan zou zelfs het "heiligste boontje" gaan twijfelen. Het probleem begint - letterlijk - met de schepping. De Bijbel vertelt ons in Genesis over de schepping in zes dagen. Op de universiteit kom je al snel tot de ontdekking dat niemand dat nog gelooft.' Deze uitspraken deden twee christenstudenten een paar jaar geleden in het blad Woord en Dienst. Ze kwamen boven bij het lezen over de aandacht die de CSFR momenteel aan de ontkerkelijking van christenstudenten geeft.

Het afgelopen jaar heeft de reformatorische studentenvereniging CSFR zich nadrukkelijk beziggehouden met het verschijnsel kerkverlating. De blik was daarbij niet allereerst gericht op het geheel van de verschillende kerken, maar op de studentenbevolking zelf, op de eigen leden. Daar was ook reden toe. Dertig tot veertig procent van de christelijke studenten zou, naar verluidt, tien jaar na de studententijd niet meer naar de kerk gaan. Nu zijn dit geen harde cijfers, maar wel schokkende cijfers.
De studenten hebben het zorgwekkende signaal goed opgepakt. Er volgde een schrijfwedstrijd, waarbij de deelnemers een persoonlijke beschouwing moeten geven over het belang dat men hecht aan aansluiting bij een kerkelijke gemeente. Tevens is er tijdens de zomerconferentie van 2004 een enquête gehouden, die echter niet representatief mag heten. Er werden 49 formulieren ingevuld, terwijl de studentenvereniging ongeveer 750 leden heeft. Daar komt bij dat juist de meest actieve leden naar een conferentie gaan. De peiling heeft daarom vooral een signalerende functie.
Uit deze enquête kunnen twee patronen worden afgeleid. Er zijn studenten die nu een wat zwakkere binding met de kerk dan vijf jaar geleden ervaren, maar die verwachten dat deze over tien jaar weer sterker zal zijn én er zijn studenten die de huidige binding met de kerk al beter dan vijf jaar geleden vinden en verwachten dat deze band nog hechter zal worden. Dit onderzoekje strookt dus niet met het signaal dat dertig tot veertig procent van de CSFRstudenten na hun studietijd de kerk de rug toekeert. Tijdens de huishoudelijke vergadering van november jl. sprak de preses zelfs over vijftig procent!

Secularisatie 
In de jaarlijkse ontmoeting die het landelijke CSFR-bestuur met een vertegenwoordiging van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond heeft, is deze thematiek ook aan de orde gesteld. Het gaat om een gezamenlijke zorg voor een aangrijpend maatschappelijk verschijnsel. Ontkerkelijking moeten we daarbij enigszins onderscheiden van secularisatie. Het laatste begrip bezien we als het verschijnsel van de afnemende betekenis van het geloof in God voor het persoonlijke en publieke leven. Ontkerkelijking is daarvan een gevolg. De secularisatie kan zich echter ook voordoen bij degenen die nog wel de kerkdiensten bijwonen.
Hoe houden we de jongeren bij de kerk? Die vraag is te negatief geformuleerd. Hoe leren we de jongeren zien welk houvast er in het Woord van God ligt, welke boodschap de levende God voor hun leven heeft? Daar gaat het om. Waar die boodschap verstaan wordt, komen tegelijk de gemeente en de kerk in beeld. Die doelstelling mag de gemeente formuleren voor alle jongeren, waarbij de studenten een speciale doelgroep vormen.

Speciale aandacht?                                                                                                              
Dr. G. van den Brink schreef in 2001, bij het vijftigjarig bestaan van de CSFR, in de Waarheidsvriend dat speciale aandacht voor de studenten niet goed is. Hij pleitte ervoor hen vooral zo 'gewoon' mogelijk te behandelen en hen niet als een speciale categorie te beschouwen. Ik onderschrijf dat in die zin dat een apart catechisatie-uur voor studenten me niet verkieslijk lijkt. Jongeren die hun brood met de handen verdienen en jongeren die wat meer intellectueel onderlegd zijn, horen allen tot de gemeente, waarin arm of rijk, sterk of zwak geen gewicht in de schaal legt. Christus is voor allen de enige Redder. Daarbij kan het onderlinge gesprek ook bevruchtend zijn. Studenten zijn gevoeliger dan anderen voor wat er in de cultuur omgaat en kunnen hun vragen inbrengen, ook hun heel kritische vragen. Jongeren die op de werkvloer hun christenzijn gestalte moeten geven, lopen tegen weer andere knelpunten op. Uiteindelijk geldt voor ieder mens dat onze wil, ons verstand, ons gevoel gebracht moet worden onder de gehoorzaamheid aan Christus. Dat leren we in het geloof. Dus geen speciale aandacht, maar wel aandacht! En zou het hier niet aan kunnen schorten? Ik kreeg onlangs een zogeheten jeugdwerkbeleidsplan onder ogen, waarin de studenten nergens genoemd werden. Hebben ambtsdragers door wat en waar onze jongeren studeren? Weten we in welk klimaat ze onderwijs ontvangen, welke vragen er in een belangrijke fase van het leven op hen afkomen?

Wekelijkse bijbelkring                                                                                                  
Studenten pendelen tussen twee gemeenten, de thuisgemeente en de stadsgemeente. Bij de eerste raken ze (enigszins) uit zicht, zeker als ze het weekend op hun kamer blijven. Bij een stadsgemeente sluiten ze zich lang niet altijd aan. Sommigen zwerven langs verschillende gemeenten, anderen bezoeken 'vrijblijvend' hier en daar een kerkdienst, weer anderen verbreken direct de band met een gemeente. Die laatste groep zal onder de CSFR-leden niet aanwezig zijn, maar onderstreept de noodzaak van aandacht voor de studenten nog meer. De CSFR biedt met haar nadruk op de wekelijkse bijbelkring een goede opvang voor studenten. Dat is uiterst waardevol en is in de loop van jaren niet zonder zegen geweest. Maar tegelijk liggen er de nu getoonde cijfers, dat ongeveer een derde na de studie de band met de kerk verbreekt. Het is daarom goed dat de studentenvereniging de kerken gevraagd heeft nadrukkelijk met haar mee te denken. In dat kader willen we graag een poging doen.

Duivel                                                                                                                                     
Laten we niet onderschatten dat de duivel zijn pijlen nadrukkelijk op studenten richt. Aan wie nauwelijks nadenkt over het leven en de dood, heeft hij weinig werk. Maar net zoals leidinggevenden in de christelijke gemeente voorwerp van zijn speciale aandacht zijn, heeft de boze belang bij studenten. Zij bereiden zich immers voor op leidinggevende posities in de samenleving. De CSFR-doelstelling is daarbij vanouds dat op de vereniging nagedacht wordt over de betekenis van de gereformeerde beginselen voor allerlei vraagstukken. Zou de duivel zich niet inspannen om juist studenten af te trekken van het Woord van God?
Dit betekent tegelijk dat het gebed voor deze jonge mensen nodig is. De universiteit is een concentratie van wetenschap en zij die daar als christen doceren of studeren, hebben de voorbede hard nodig. Binnen de gemeente zou hier aan het begin van het studiejaar, in september, aandacht voor kunnen zijn. Als de betrokkenheid er voldoende is, zal de creativiteit wel volgen. Die voorbede richt zich op hen die dreigen af te haken, maar ook op hen van wie de christelijke levensovertuiging op de zeef van het denken van de autonome wetenschap gelegd wordt. Laten we alle bedreigingen niet onderschatten. Ondergetekende zal nooit vergeten hoe op vrijdagmiddag, aan het einde van zijn eerste studieweek, een college met een citaat van Harry Mulisch beëindigd werd, waarin de ergste vloek klonk én studentenapplaus volgde. De vervreemding kan overigens ook subtieler ervaren worden.

Kerkbalans                                                                                                                        
Naast het gebed is er het pastoraat. Het komt gewoonweg voor dat studenten van hun thuisgemeente niets horen, behalve als de actie Kerkbalans weer gehouden wordt. De ouderlingen - mits zij geïnformeerd zijn - en ook andere gemeenteleden moeten toch wegen kunnen vinden om de studenten niet uit het oog te verliezen. Voor een huisbezoek hoeft echt niet naar Utrecht, Groningen of Leiden gereisd te worden, dat kan ook op een ander moment. Daarbij kan ook de e-mail wellicht dienst doen.
We benadrukken hier terzijde dat dit contact met de predikant of de kerkenraad ook voor studenten theologie van belang is. In de ontmoeting met velen van hen blijkt nogal eens dat hier een gemis ervaren wordt. Het 'verlichte' wetenschappelijke klimaat en de vragen naar de persoonlijke roeping tot het ambt, maken dat de noodzaak om van tijd tot tijd in de thuisgemeente de vragen te kunnen delen, aanwezig is.

Grondige studie                                                                                                                  
Voor de CSFR zelf zijn de cijfers ook een signaal. In haar beleidsplan 2005 staat dat in de beginjaren van de vereniging (de jaren vijftig en zestig) grondige studie vanuit de gereformeerde identiteit en de gereformeerde beginselen de hoofdactiviteit was. Die studie werd vormgegeven in de theologie en in maatschappelijke onderwerpen. Tegenwoordig is de aandacht verschoven naar eigentijdse onderwerpen, waarbij de grondslag niet meer expliciet aan de orde komt. Mijn vraag is of deze verschuiving winst is. Ik denk van niet. Wie niet onder wil gaan in eigentijdse thema's, doet er juist goed aan om de kerkgeschiedenis te bestuderen.
Op de CSFR dreigde soms een klimaat te ontstaan waarin je de vraag naar de toe-eigening van het heil niet nadrukkelijk mocht stellen. Tegelijk is meer en meer de noodzaak van evangelisatiewerk onderstreept. Aan dit laatste doen we niets af. Maar duidelijk is wel dat zonder kennis van Christus mensen hier vroeg of laat mee vastlopen. Het aantal kerkelijke afhakers na de studie leert dat de persoonlijke vraag naar een rechtvaardig God aan de orde moet blijven, en ook moet functioneren.

Bron van wijsheid                                                                                                            
Geloof en wetenschap moeten we niet als elkaars tegenpolen zien. In zijn nieuwste boek Een publieke zaak heeft dr. G. van den Brink laten zien hoe de wetenschap ook van vooronderstellingen uitgaat en hoe een christen in de wetenschap kan bezig zijn. Dat neemt niet weg dat geloofstwijfel juist in de studententijd zich in sterke mate voordoet. God werkelijk te vertrouwen, dat leert de Heilige Geest. Die Geest, die leidt in de waarheid, hebben onze studenten ook nodig!
Wie zich als (jeugd)ouderling betrokken weet bij de studenten, wijzen we op het boek Student en gemeente, in 2002 bij uitg. Kok verschenen. Hierin staan tips en handreikingen om de relatie tussen student en gemeente vorm te geven. Wij sluiten af met een lang én belangwekkend citaat van prof.dr. ir. E. Schuurman, Eerste-Kamerlid voor de Christen-Unie, die in het boekje Studenten van toen. Voorbeelden van nu zegt: 'Wijsheid en wetenschap hebben veel met elkaar te maken; de spreuk "kennis is macht" leidt ons af van waar het in de wetenschap eigenlijk om gaat, en dat is de eer en grootheid van God, de Schepper. Christus is de bron van alle wijsheid en kennis, en een student moet dat weten. Als ik uit die bron ga leven, dan moet mij dat motiveren. Ik vind dat christen-studenten elkaar moeten aanmoedigen. Het is tegenwoordig uitermate moeilijk om christenstudent te zijn. Je moet in een gemeenschap opgenomen zijn, een christelijke studentenbeweging en elkaar onderling bemoedigen en de kracht van de dwaling afweren. Hou je bij Christus, en daar waar Christus niet wordt beleefd, daar moet je bij uit de buurt blijven.'

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 januari 2005

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

CSFR luidt de noodklok

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 januari 2005

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's