Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Echte ontmoeting nodig

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Echte ontmoeting nodig

HOE ZIEN CHRISTENEN DE ISLAM? [2]

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Open grondhouding
Nog weer een andere visie treffen we aan bij dr. Martha Frederikze. Zij zet in bij de gedeelde religieuze ervaring, de herkenning met gelovige moslims die zij bij haar werk in  Gambia, Afrika heeft ondervonden. Het Godsbeeld van de christen of de moslim bestaat niet. Het gaat om levende mensen en daarom is er altijd sprake van pluraliteit, niet alleen tussen, maar ook binnen de religies. Dit gezegd hebbend, ziet zij de punten van incarnatie en het lijden van God in Christus als de meest in het oog lopende verschilpunten in de godsbeelden van de meeste christenen enerzijds en de meeste moslims anderzijds. Deze verschilpunten moeten ter sprake komen in een ontmoeting tussen christenen en moslims.
En echte ontmoeting viert de herkenning, maar gaat de verschillen en de pijn niet uit de weg. In de ontmoeting van de ander als ander (dus niet bijvoorbeeld als toch weer een anonieme christen) kunnen beiden, christenen en aanhangers van een ander geloof, van elkaar leren, omdat beiden kennis van God hebben. Een werkelijke ontmoeting zal beiden verrijken. Het gaat om de verbondenheid van gesprek en getuigenis.
Frederikze neemt radicaal afstand van de mogelijkheid dat er in de ontwikkeling van de islam sprake zou kunnen zijn van een door de satan uitgedachte verdraaiing van het christendom. De islam is een met het christendom verwante religie. Voorwaarde voor de missionaire omgang is dat ons getuigenis van het kruis en de Gekruisigde gedragen wordt door een houding die de weg van het kruis en de Gekruisigde gaat. Het gaat om de weg van de verzoening, de ontlediging (kenosis), een weg van weerloze kwetsbaarheid en een weg van liefde. Ik citeer: 'Ook in onze tijd is er nog steeds de noodzaak van een dienst der verzoening onder moslims. Enerzijds is er een dienst van verzoening nodig ten aanzien van het verleden en anderzijds is die dienst nodig ten aanzien van de gebroken en vervormde beeldvorming over moslims in het Westen vandaag de dag.
Geloven dat in Jezus God zich heeft geopenbaard, betekent daarom mijns inziens in de relaties met mensen van andere religies in het algemeen en moslims in het bijzonder, afzien van de polemiek en op een eigen irenische wijze werken aan verzoening en zo getuigen van Gods liefde in Christus Jezus. Mens met de mensen, in navolging van Christus om zo iets van Gods liefde voor mensen te tonen. Wie niet werkelijk de ander liefheeft, of de ander nu moslim of hindoe of een buitenkerkelijke is, kan zich van deze dienst van de verzoening verre houden. De uiteindelijke drijfveer voor de ontmoeting en het gesprek met de ander zijn die bekende woorden van de tweede Korinthebrief: 'Want de liefde van Christus dringt ons.'

Spanningsloze aanvaarding
In de vijfde plaats zien we in de wereldkerk een toenemend aantal vertegenwoordigers van de visie dat het in allerlei religies uiteindelijk om hetzelfde en dezelfde gaat, de ene God die boven alle verschillen staat en die door zijn openbaring delen van licht en waarheid onder alle mensen heeft verspreid. Vanuit deze benadering is er geen plaats meer voor zending in de klassieke zin van het woord. Het gaat om interreligieuze ontmoeting, waarbij we meer en meer leren respect te hebben voor eikaars overtuigingen, en waardoor we vooroordelen overwinnen en we ons laten verrijken door de spiritualiteit van andere religies en culturen. De plaats van Christus wordt dan zo gezien dat Hij wel uniek is als de heilsweg voor christenen, maar dat hetgeen bij uitstek in Hem te vinden is, toch ook in andere religies weerspiegeld wordt. Er zijn weliswaar niet vele wegen, maar de ene weg Christus komt op anonieme wijze terug in andere religies. De Christus der Schriften is wel normatief, maar niet exclusief. Vandaar dan ook dat interreligieuze vieringen op geen enkel bezwaar behoeven te stuiten, mits aan de basisvoorwaarde voor onderling respect is voldaan. Achter deze opvatting ligt ook een zeer brede visie op het waaien van de Geest door alle culturen en religies heen. Extreem is mijns inziens de opvatting van John Hick, die alle religies als gelijke wegen naar God ziet en dan ook geen recht meer kan doen aan de eigenheid van de verschillende religies, laat staan aan de uniciteit van Christus.

Ontmoeting nodig
Opvallend is bij de meeste woordvoerders die ik heb geciteerd, de nadruk op de noodzaak van echte ontmoeting. Ze staan daarmee in een goede traditie. De kerkhervormer Calvijn ging hen daarin immers al voor. Hij heeft in zijn tijd, in de eerste editie van zijn Institutie, 1536, ertoe opgeroepen om met 'de Turken en de Saracenen en de overige vijanden van de christelijke godsdienst' in gesprek te blijven. De tot dan toe gebruikte methoden om hen tot het christelijk geloof te brengen, keurt hij af. Je mag deze mensen geen water, vuur en andere levensbehoeften onthouden. Je mag hen niet vervolgen met het zwaard, hen niet in de boeien slaan. Calvijn laakt het in velen dat ze menen 'van alle plichten die de menselijkheid met zich brengt, ontslagen te zijn' tegenover deze aanhangers van een andere religie. Met plichten van de menselijkheid bedoelt Calvijn de ander te eten en te drinken geven, hem laten delen in de warmte van je haardvuur. Alleen waar dit wordt onderhouden, kan er zinvol gesproken worden over verschillen in godsdienst. Dat Calvijn overigens de diepgaande verschillen scherp onderkent, moge duidelijk zijn uit zijn woordgebruik.
Hij spreekt over 'vijanden' van de christelijke godsdienst. In de ontmoeting met moslims stond wat hem betreft confrontatie voorop, maar dan wel geweldloze confrontatie. Hij wil niet strijden met een ander zwaard dan het geestelijke zwaard van het Woord. We leven in een andere tijd. Vervolging en gewelddadige onderdrukking van de islam of andere niet-christelijke religies is in Nederland niet aan de orde. Onzekerheid, angst, afkeer, vijanddenken des te meer. Velen zijn ernstig bezorgd over de radicale en extreme kanten van de islam, die zich wereldwijd openbaren in dictaturen, terroristische acties, onderdrukking van de vrouw en van minderheden. Hier past geen naïviteit, maar waakzaamheid en vastberaden inzet voor gerechtigheid, nationaal en internationaal.
Tegelijkertijd dienen we op onze hoede te zijn tegenover de 'intolerantie van de toleranten'. Liberalen die de religie willen wegdringen uit de publieke ruimte, scheren uiteindelijk islam, jodendom en christendom over één kam.

Enige Naam
Kerken dienen zich in deze tijd te bezinnen op de christelijke houding tegenover de naaste in een multireligieuze en multiculturele samenleving. Treden we de ander met humanitas, menselijkheid tegemoet? Hoe treden we hen voluit christelijk tegemoet? Wat betekent in dit verband de uniciteit van Christus, als de Weg, de Waarheid en het Leven? Betekent een onverkort vasthouden aan de belijdenis van deze uniciteit dat de communicatie met aanhangers van andere godsdiensten bij voorbaat en ten principale geblokkeerd is? Zijn we er in onze context toe geroepen om niet zo exclusief, maar veeleer inclusief over de betekenis van Christus en over de God van de Bijbel te spreken, in die zin dat wij in andere religies ten diepste dezelfde God en dezelfde weg tot behoud (h)erkennen? Voor mij is dat een onbegaanbare weg, die tekort doet aan de uniciteit van Christus, die de Weg, de Waarheid en het Leven is. De Naam van Jezus is de enige Naam die onder de hemel is gegeven tot zaligheid. Wie aan dat belijden van harte vasthoudt, dient zich echter geroepen te weten contact te zoeken met mensen die een andere religie aanhangen. Hier ligt een opdracht en een uitdaging. De liefde van Christus dringt ons om werkelijk bewogen te zijn met onze naaste, of het nu om de buitenkerkelijke autochtone buurman gaat of om dat Marokkaanse gezin.
Ik moet mij de vraag stellen hoe ik mij bij het contact met deze mensen op Christus oriënteer. Wat betekent Christus' houding ten opzichte van mensen (als de Herder bewogen met verloren schapen) voor mijn habitus in zulke contacten? Hoe vul ik het christelijk getuigenis in ten opzichte van moslims die op mijn weg komen? Hoe verbind ik een luisterhouding en openheid voor wat zij mij te zeggen hebben met een vrijmoedig uitspreken van mijn eigen geloofsovertuiging? De meeste gemeenten staan amper aan het begin van de noodzakelijke bezinning op deze vragen. De tijd dringt echter om deze bezinning ter hand te nemen. Kerkenraden kunnen een handreiking vinden in het dit voorjaar te verschijnen tiende deel uit de serie Gereformeerd Belijden, Uitgezonden naar Nederland, waarin ds. J.A.W. Verhoeven het thema van de ontmoeting met de islam aansnijdt.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 maart 2005

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Echte ontmoeting nodig

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 maart 2005

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's