Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hebt gij mij niet gehaat?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hebt gij mij niet gehaat?

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

[Richteren 11:7]

Pijnlijke vragen
Soms worden er pijnlijke vragen gesteld. Meestal gaan bij dergelijke vragen de gedachten uit naar de ontvanger van die vragen. De geadresseerde vindt een vraag pijnlijk, omdat hij in verlegenheid wordt gebracht. Maar échte pijnlijke vragen zijn ook moeilijk voor degene die ze stelt. Kijk maar naar Jeftha. Wanneer zijn volksgenoten hem opzoeken om te vragen of hij terug wil komen om te helpen in de dreigende oorlog tegen de Ammonieten, vraagt hij: 'Hebt gij mij niet gehaat? ' Dat is een uiterst lastige vraag voor de Gileadieten. Maar de vraag is evenzeer pijnlijk voor Jeftha. Hij is een gekwetst en gebutst mens.
Met deze vraag doet Jeftha meer dan oude koeien uit de sloot halen. Jeftha wil weten of zijn terugkomst ook een thuiskomst zal betekenen. Mag Jeftha thuiskomen, omdat hij Jéftha is, of mag hij alleen maar terugkomen vanwege zijn kwaliteiten? Met zijn vraag nodigt Jeftha uit om het verleden onder ogen te zien, en biedt hij opening voor een echt gesprek. Hij nodigt uit om de diepte in te gaan. In de diepte van de menselijke ontmoeting, hoe moeilijk en pijnlijk ook, kan verzoening geboren worden.

Oppervlakkige onderhandelingen
Maar Jeftha's volksgenoten blijven liever aan de oppervlakte. Zij beantwoorden Jeftha's vraag niet. Zij gaan er in het geheel niet op in. Zij herhalen slechts hun verzoek. Met dit verschil: hadden zij eerst beloofd dat Jeftha hun overste mag worden, nu bieden zij hem aan dat hij tot hun hoofd zal worden aangesteld. Zij slaan de uitnodiging tot een echt gesprek af, en gaan over tot onderhandeling. De Gileadieten laten zich bij hun onderhandelingen niet in de kaart kijken, laat staan in hun hart.
En Jeftha? Hij gaat met deze handelswijze mee. Zijn diepe vragen laat hij achterwege en hij gaat eveneens onderhandelen. Voor het oog behaalt hij een prachtig resultaat: hij krijgt een hoge positie boven zijn volksgenoten. De bendeleider mag een geordineerd hoofd worden over degenen die hem eerst hebben verstoten. Maar dit resultaat is slechts schone schijn. Jeftha had er beter aangedaan om bij zijn diepe vragen te blijven. Liever  echte vragen zonder antwoord dan resultaat zonder fundament. Kijkt u eens wat er gebeurt. Door mee te gaan in de onderhandeling, blijft ook Jeftha aan de oppervlakte. Meer nog: hij schiet de hoogte in. Maar het is een ijle hoogte, zonder vaste grond. Door te onderhandelen, mag hij inderdaad boven hen staan, maar daarmee erkennen zij hem nog niet als iemand uit hun midden. Het enige wat Jeftha bereikt, is een aanstelling, die hij moet bevechten en waarmaken. Alleen op basis van een contract kan hij terugkeren.

Schadelijke gevolgen
eeftha heeft de smaak van het onderhandelen te pakken. Na de Gileadieten onderhandelt hij nog met de Ammonieten, en ten slotte onderhandelt hij zelfs met God. Hij raakt zo gefixeerd op de hoge rang dat hij God een bizarre ruil voorstelt. Als God hem laat winnen van de Ammonieten en Jeftha hoofd wordt, zal hij in ruil daarvoor het eerste wat uit zijn huis komt, aan God offeren. Dit is niet zo onschuldig als het lijkt. Het is niet zomaar een offer. Wie komen gewoonlijk als eersten het overwinnende leger tegemoet? De vrouwen en de dochters, in reidans! Jeftha stelt dus voor om zijn vrouw of dochter op te offeren. Voor zijn eigen succes. Zo ver brengt dit alles hem. Door te onderhandelen bleef hij eerst aan de oppervlakte, schoot hij vervolgens de ijle hoogte in, om daarna jammerlijk diep te zinken. Was Jeftha maar vasthoudend geweest, gebleven bij zijn echte vragen! Misschien zouden die vragen hem niet verder hebben geholpen, maar zij hadden hem wel weerhouden van de praktijken die hij nu gaat uitvoeren.
Jeftha is voor ons een baken in zee. Ook in ons leven kunnen de wezenlijke vragen verstommen. Wij kunnen zo oppervlakkig worden. Wij weigeren dan in de diepte van het menselijk leven af te dalen, met al zijn vragen en raadsels. Wanneer in ons leven de vragen verstommen, leven wij bij zekerheden die niet verankerd zijn, en bij vanzelfsprekendheden die gespeend zijn van diepere dimensies. Wanneer de werkelijke vragen die er toe doen, achterwege blijven, vervallen wij tot fatale oppervlakkigheid.
De geschiedenis van Jeftha vertelt ons dat wij het stellen van wezenlijke vragen kunnen verleren. De verleiding is groot om alles maar te laten rusten. We geven ons over aan oppervlakkig succes. De Duitse jurist en theoloog Matthias Claudius (1740-1815) bad het reeds:

Doe ons Uw heil aanschouwen,
Niet op ons oog vertrouwen,

Niet blij zijn met de schijn.

Het stellen van de wezenlijke vragen aan het leven, aan anderen, aan onszelf, en aan God, leren wij door éérst te luisteren. Te luisteren naar Hem, die de diepste vragen heeft gesteld, en ons Zijn Woord heeft toevertrouwd.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 maart 2005

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Hebt gij mij niet gehaat?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 maart 2005

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's