Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Getrouwe getuigen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Getrouwe getuigen

PINKSTEREN IN HET VERLENGDE VAN PASEN

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er is een verborgen verband tussen de opstanding van Christus en het getuigenis van de gemeente. Paulus schrijft in 1 Korinthe 15 dat wij valse getuigen van God zijn, als Christus niet is opgewekt. Letterlijk staat er pseudo-getuigen, leugen-getuigen. Wat aangrijpend! Wij kunnen blijkbaar een vertekend beeld van God geven, zo zelfs dat we de waarheid in de leugen veranderen. We zijn geroepen om getrouwe getuigen te zijn, zoals Antipas in Pergamus (Openb. 2:13). Het getuigenis kwam hem duur te staan; het kostte hem zijn leven. Het woord 'getuige' is in het Grieks martus en daarvan is ons woord martelaar afgeleid. Wat mag het ons kosten om Zijn getuigen te zijn? Wat is het verband tussen de opstanding van Christus en ons getuigenis in de wereld?

De zending
Als Christus niet was opgestaan, was er helemaal geen getuigenis geweest! Hij heeft immers na Zijn opstanding Zijn discipelen het bevel gegeven om aan alle volken het evangelie te verkondigen. In de 'Grote Opdracht' zien we heel duidelijk het verband tussen de opstanding en de zending. De Heere Jezus bemoedigt Zijn discipelen door tegen hen te zeggen: 'Mij is gegeven alle macht in de hemel en op aarde' en 'Ik ben met u al de dagen tot de voleinding der wereld'. Meestal verbinden wij de zending aan het Pinksterfeest en niet aan het Paasfeest. Toch is er hier geen tegenstelling; Pinksteren ligt in het verlengde van Pasen. Christus is daarom opgestaan en naar de hemel gegaan om de andere Trooster te zenden. De Heilige Geest is de hemelse Advocaat die de discipelen van Jezus bijstaat in hun getuigenis aangaande Hem. Zij kunnen slechts getuigen, maar Hij zal de wereld door hun getuigenis overtuigen van zonde, gerechtigheid en oordeel. Zo is het de opgestane Christus Zelf die door Zijn Geest Zijn discipelen tot Zijn apostelen, tot Zijn getuigen maakt. Een mooie hint hiervoor vinden we in Handelingen 1:1. Lukas schrijft daar aan Theofilus dat hij het eerste boek - Lukas - geschreven heeft over alles wat Jezus begonnen heeft te doen en te leren. Daaruit kun je afleiden dat het tweede boek - Handelingen - beschrijft hoe Jezus daarmee verder is gegaan. Het zijn niet de Handelingen van de apostelen, het zijn zelfs niet - zoals soms gezegd wordt - de Handelingen van de Heilige Geest, maar het zijn de Handelingen van de opgestane Christus. Hij is het die het initiatief neemt tot de zending.
Wat een bron van troost voor Zijn gemeente en voor allen die geroepen zijn om van Hem te getuigen. Hij neemt telkens weer het initiatief. Hij is de Heere van de oogst die de arbeiders uitstoot. Als wij tegen onze onmogelijkheden aanlopen, dan mogen wij weten dat Christus Zelf voor ons instaat, dat ons getuigenis ten diepste Zijn getuigenis is.

De heilsfeiten
De opstanding van Christus bepaalt ook de inhoud van het getuigenis. Paulus schrijft: 'Wij hebben getuigd dat God Christus opgewekt heeft.' Het evangelie is het getuigenis van de daden van God. God heeft reddend ingegrepen, toen het er hopeloos voorstond. Hij heeft de wereld liefgehad, Hij heeft Zijn eniggeboren Zoon gegeven, Hij heeft gedacht aan Zijn genade, Hij heeft Zijn Zoon niet gespaard, maar Hem overgeleverd. Hij heeft Hem ook uit de doden opgewekt en verhoogd aan Zijn rechterhand. Juist bij de christelijke feestdagen staan in de verkondiging de heilsfeiten centraal. Bij Kerst moet het niet over het geloof van de herders gaan, maar over de komst van Christus. Met Pasen moet niet het ongeloof van de discipelen uitgemeten worden, maar Christus' overwinning over dood en graf uitgezongen worden. Een preek waarin de herders of de discipelen centraal staan, ligt gemakkelijker in het gehoor dan de prediking van de Magnalia Dei, de grote werken van God. Het is een verzoeking waar we als dienaren van het Woord te gemakkelijk voor bezwijken. Als wij over de figuranten willen preken, kunnen we dat beter bewaren voor de tweede feestdagen. Maar ook dan moet Christus centraal staan.
Een van mijn belijdeniscatechisanten - van een randkerkelijke achtergrond - vroeg mij eens waarom elke zondagavond de naam van Pontius Pilatus genoemd werd. Ik had er zelf nog nooit bij stilgestaan. In de Vroege kerk ging het daarbij vooral om de realiteit van de heilsgeschiedenis. Het is alsof de geloofsbelijdenis wil zeggen: toen en toen is het gebeurd. Het is echt gebeurd. Het is geschied. Een van de apostolische vaderen, Ignatius van Antiochië die rond het jaar 100 in het Colosseum in Rome voor de leeuwen geworpen is, schrijft zelfs: 'Hij is opgestaan onder Pontius Pilatus' (Aan de Magnesiërs, XI). Hij waarschuwt daarbij tegen het docetisme, een ketterij waarin geloochend wordt dat Christus echt mens geworden is. Deze dwaling maakt een erg geestelijke indruk, maar de Vroege kerk heeft terecht ingezien dat onze zaligheid staat of valt met de vleeswording van de Zoon van God. Als hij ons vlees en bloed niet heeft aangenomen, dan zijn wij met ziel en lichaam reddeloos verloren. Christus heeft niet alleen werkelijk onder Pontius Pilatus geleden, Hij is ook werkelijk onder Pontius Pilatus opgestaan. Ignatius schrijft: Hij is waarlijk geboren, Hij is waarlijk vervolgd door Pontius Pilatus, Hij is waarlijk gekruisigd, Hij is ook waarlijk uit de doden opgewekt. Als Hij in schijn geleden heeft, dan sterf ook ik voor niets, ja dan spreek ik leugens over de Heere. (Aan de Tralliërs, IX-X)

Leugen-getuigenis
In onze tijd herleeft dit docetisme vooral rond de opstanding van Christus. De lichamelijkheid van Zijn opstanding wordt ontkend en de opstanding wordt uitgelegd als het voortleven van Jezus in de geloofservaring van de discipelen. Maar hiermee wordt een pseudo- of leugen-getuigenis gegeven. Ten diepste wordt ontkend dat God verlossend ingrijpt in de geschiedenis van deze wereld. Vaak wordt er van het geloof in de lichamelijke opstanding van Christus een karikatuur gemaakt. Er wordt dan gezegd dat wij toch niet hoeven te geloven dat 'het lijk van Jezus' weer tot leven is gekomen.
Inderdaad, Christus is opgestaan met een verheerlijkt lichaam. Hij verschijnt, terwijl de deuren gesloten zijn en Hij is onherkenbaar voor zijn discipelen, totdat hun ogen geopend worden. Maar dat verheerlijkte lichaam is wel hetzelfde lichaam van Christus, waarmee Hij geleden heeft. De tekenen van de spijkers en van de speer zijn immers nog zichtbaar! De Heere Jezus heeft na Zijn opstanding zelfs gebakken vis gegeten met zijn discipelen! Deze gebakken vis is het beste bewijs tegen het docetisme. Hij heeft ons vlees aangenomen en is met ons vlees weer opgestaan, ja Hij heeft zelfs ons vlees meegenomen naar de hemel (HC, vr&a 49).
De apostelen zijn oog- en oorgetuigen van de realiteit van de kruisiging en opstanding van Christus. Ons geloof is gebaseerd op hun getuigenis en op het getuigenis van de Heilige Geest die in onze harten bevestigt dat hun getuigenis waarachtig is. Zo worden wij zelf ook tot Zijn getuigen gemaakt. De inhoud van ons getuigenis mag nooit opgaan in een verslag van religieuze ervaringen, maar moet altijd de heilsfeiten als inhoud hebben. In onze tijd is de verzoeking om het getuigenis over Christus op te laten gaan in persoonlijke religieuze ervaringen erg groot. Nu kan ons getuigenis alleen krachtig zijn als het een persoonlijk getuigenis is. Maar een persoonlijk getuigenis van Christus is iets anders dan een verslag van onze eigen ervaringen. Een getrouwe getuige wijst van zichzelf af en stelt de daden van God in Christus centraal.

De troost
Waarom legt Paulus zoveel nadruk op de lichamelijke opstanding van Christus? Dat doet hij, omdat de enige troost in leven en sterven daarmee staat of valt. Er waren in zijn tijd mensen die de opstanding 'geestelijk' verstonden. De gedachte dat het dode en in de aarde verteerde lichaam eenmaal zou opstaan uit de doden, was nogal aanstootgevend voor de Griekse 'wijsheid'. Dat kon eenvoudig niet waar zijn, je moest de opstanding 'geestelijk' verstaan. Ook een vorm van 'docetisme' dus. Daarmee vervluchtigt het geloof echter tot iets vaags en ongrijpbaars.
In de Vroege kerk heeft men bewust belijdenis gedaan van de opstanding van het vlees. Deze uitdrukking staat niet in de Bijbel is ook voor misverstand vatbaar. Als wij denken aan de opstanding van de gelovigen op de jongste dag, dan moeten we niet denken aan de samenvoeging van alle atomen. Ook ons opstandingslichaam zal een verheerlijkt lichaam zijn. Het lichaam wordt gezaaid in verderfelijkheid, oneer en zwakheid, maar het wordt opgewekt in onverderfelijkheid, heerlijkheid en in kracht (1 Kor. 15:42-43).
Toch is het wel hetzelfde lichaam! De opstanding is een vleselijke en lichamelijke realiteit en geen geestelijke of spirituele werkelijkheid. Als we de opstanding vergeestelijken, ontnemen we de gelovigen een groot deel van hun troost. De enige troost is immers dat we met huid en haar, met lichaam en ziel het eigendom zijn van de Heere Jezus; gekocht en betaald door Zijn bloed. Wat is het heerlijk om dat door een waar geloof te mogen weten en daaruit te leven. Om ook met een zwak en ziek of gehandicapt lichaam te mogen belijden: ook mijn lichaam is door Christus aangenomen, ook mijn lichaam behoort Hem toe! Ook bij het open graf mogen wij belijden: Ik geloof in Jezus Christus, die gestorven is en begraven. Ik geloof in de opstanding van het vlees en in het eeuwige leven. Als we getrouwe getuigen zijn, dan hebben we een boodschap van troost voor deze gevallen en lijdende wereld. Er komt een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waarop gerechtigheid wonen zal. De opstanding van Christus staat daarvoor garant.
Zijn wij getrouwe getuigen? Wij moeten het ook daarin van de Opgestane hebben. We moeten het van genade hebben. Een dood geloof heeft genoeg aan een dode Jezus, maar een levend geloof heeft een levende Jezus nodig. Genade zij u en vrede ... van Jezus Christus, Die de getrouwe Getuige is, de Eerstgeborene uit de doden.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 maart 2005

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

Getrouwe getuigen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 maart 2005

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's