Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Begraven, naar de Schriften

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Begraven, naar de Schriften

EEN HEILAND TOT IN DE DOOD

9 minuten leestijd Arcering uitzetten


Stille zaterdag
Het is geen officiële christelijke feestdag, de dag tussen Goede Vrijdag en Pasen. Dat spreekt vanzelf. Wat valt er immers op deze dag, de dag waarop Jezus in het graf was, te vieren? Bij de dood hoort verdriet, geen feest.
Ligt het bij Jezus' dood toch niet iets anders? Zijn dood en graf spreken van zonde en genade, van vloek en zegen. In Zijn begraven (geweest) zijn ligt heil. Van Zijn graf gaat een sprake uit. Wie bij dit graf zijn oor te luisteren legt bij de Schrift, is het tot zegen. Het maakt ons stil. Stil van verwondering. Jezus ging tot het uiterste. Daar zijn geen woorden voor.

In het graf gelegd
Dit wordt omstandig verhaald in alle vier evangeliën. Dat kan niet van alles wat met Jezus gebeurd is gezegd worden. Dit feit wel. Blijkbaar is het van groot belang. Een heilsfeit.
Jezus is gestorven. Goede Vrijdag loopt ten einde. Nog even en de sabbat breekt aan. Hoe moet het met Zijn lichaam? Doorgaans werden gekruisigden niet begraven, maar prijsgegeven aan de vogels en de dieren van het veld. Op z'n best in een massagraf geworpen, naast andere verworpenen. Zo gaat het met Jezus niet. Daar zorgt God Zelf voor. Met een opmerkelijke welwillendheid stelt Pilatus op Jozefs verzoek Jezus' lichaam ter beschikking. Jozef, een voornaam en vooraanstaand man, die het Koninkrijk van God verwacht, is zorgzaam en zakelijk. Door zijn doortastend optreden wordt voorkomen dat Jezus morgen door de Romeinen wordt afgevoerd.
Zo wordt Hij van het kruis afgenomen, afgelegd, in het graf gelegd. Maar niet, nadat het lichaam is verzorgd. Hij, die in de banden van de dood is, wordt in linnen doeken gewikkeld. Het blijft niet bij deze doodsdoeken. De duurste specerijen, mirre en aloë, worden door Nicodemus met kilo's aangedragen. Ze brengen ze aan tussen de doeken waarmee ze Hem inzwachtelen. Zo ontstaat een geprepareerd omhulsel rond het dode lichaam. Het hoofd wordt met een speciale doek bedekt. Een dergelijke hoeveelheid zalf - ongeveer honderd litra, dertig kilo - werd alleen gebruikt bij de begrafenis van een vorst. Maar dat is Jezus dan ook: Koning, en straks: Vorst van Pasen. Zo krijgt deze graflegging een belijdend en profetisch karakter, ook al zullen deze twee mannen dat niet beseft hebben.
Jezus' begrafenis kost Jozef en Nicodemus heel wat. Niet alleen financieel. Het kost hen hun naam. Ze begraven een vervloekte. Het kost hen het feest. Door het aanraken van een dode maken ze zich onrein, kunnen ze straks het Pascha niet vieren. Ze hebben het er voor over. Uit liefde.
Ze leggen Jezus in het graf. Het is het laatste wat ze voor Hem kunnen doen. Het is - gezien de grote sluitsteen die ze voor de ingang rollen - voor hen ook het laatste. Met de begrafenis van hun Meester wordt Zijn leven afgesloten. Het is voorgoed voorbij. In die overtuiging gaan ze bij het graf vandaan, laten ze Jezus achter.
De Heiland ligt in een nieuw graf van een rijk man. Zo is het Testamentair ook bepaald. Hier gaat Gods Woord in vervulling: '... en Hij is bij de rijke in Zijn dood geweest' (Jes. 53:9). Die begraven is, naar de Schriften.

In het graf geweest
Jezus heeft, naar Psalm 16, in het graf geen verderving gezien. Er was geen doodslucht om Hem heen. Dat was niet de verdienste van de twee mannen; het kwam door de trouw van God, Zijn Vader. Hij heeft Zijn Heilige geen ontbinding doen zien. Geen verderving, wel vernedering. Goed beschouwd wordt Jezus hier dan ook niet de laatste eer bewezen. Wat voor eervols is er aan begraven worden? Dood en graf zijn immers niet 'natuurlijk', behoren niet tot Gods goede schepping, maar zijn het trieste gevolg van onze opstand tegen God. Het graf herinnert ons pijnlijk aan onze zonde, aan de zonde die Jezus op Zich nam. Die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven, ... Jezus is niet als het dochtertje van Jaïrus en de jongen uit Naïn voor Zijn begrafenis opgewekt uit de dood. Hij moest de dood proeven tot in het graf, héél ons leven overdoen. Jezus' begrafenis is een trede op de trap van Zijn vernedering. Zo diep wilde Hij gaan dat Hij onze dood op Zich nam, Zich in ons graf leggen liet. Hij droeg de straf ten volle. Vernederend voor Hem, vertroostend voor ons. Hij deed ons leven over tot het bittere einde.
Tot en met onze dood en begraven worden. Zijn zelfopofferende liefde is totaal. Wij hebben geen Heiland tot aan de dood, maar tot in de dood, tot in het graf. Hij gaat deze weg plaatsvervangend voor al de Zijnen.
En dat Hij is begraven, ... Jezus in het graf. En met Hem de zonden. Die blijven met de doeken op de opstandingsdag hier achter. In het geloof mogen we weten: onze schuld is voorgoed begraven. Het is ons al toegezegd in de doop: Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, ... (Rom. 6:4). Een rijke belofte. Een belofte, die - net als elke belofte - vraagt om geloof, in het geloof aangenomen wil worden. Hij is begraven om op te staan, opdat wij met Hem zouden opstaan tot een nieuw leven.

Geen schijnlichaam
'Waarom is Christus begraven?', zo vraagt de Heidelberger.
Het antwoord luidt: 'Om daarmee te tonen, dat Hij werkelijk gestorven was.' Velen vinden dit antwoord te sober. Het zou, hoewel niet onjuist, onvolledig zijn, omdat hierin nauwelijks uitkomt dat ook de begrafenis tot het Middelaarswerk van Christus behoort. Bovendien was door de speerstoot in Jezus' zijde Zijn dood al onomstotelijk aangetoond.
Toch raakt de Heidelberger met zijn uitleg hier de juiste snaar. Hij verzet zich tegen de in de begintijd van de kerk al aanwezige en steeds weer opduikende dwaling dat het lichaam van Jezus, dat aan het kruis gestorven en in het graf gelegd is, een schijnlichaam was, en dat het dus niet Jezus Zélf was die gestorven en begraven is. Zouden dat de feiten zijn, het evangelie was niet meer dan een zeepbel: lucht en ledig. Als Jezus niet werkelijk begraven is, kan Hij ook niet zijn opgestaan. Is het eerste niet waarachtig, het tweede evenmin. En welke rampzalige gevolgen dit heeft, houdt Paulus ons voor in 1 Korinthe 15. Zonder deze feiten geen heil.
Als Jezus op de morgen van de derde dag opstaat, staat Hij werkelijk op uit de dóód. We hechten aan de harde feiten, aan de bittere werkelijkheid, aan de historiciteit. Het is waar en werkelijk gebeurd. Wie dit loslaat, verliest het heil.
Als bewijs dat Jezus de straf die voor ons bestemd was volledig heeft gedragen, Zich werkelijk vernederd heeft tot in de dood, is Hij begraven. Jezus was dood en begraven. Op deze heilsfeiten steunt onze zekerheid dat voor onze zonden volkomen is betaald.

Zijn graf - ons graf
Jezus was op de sabbat in het graf. Daar rustte Hij van Zijn volbrachte werk, in het geloof. 'U zult mijn ziel in het graf niet verlaten' (Ps. 16). Zo heeft Hij het graf geheiligd voor allen die in Hem geloven. Ursinus - de opsteller van onze catechismus, die zo sober schijnt te spreken over de betekenis van Jezus' begrafenis - maakt hierover prachtige opmerkingen in zijn toelichting op Zondag 16. Hij zegt dat Christus ervoor gezorgd heeft dat onze graven geen graven meer zijn, maar 'tot slaapkamers dienen, waarin wij rusten zullen, totdat wij tot het leven weer opgewekt worden'.
Evenmin als voor Jezus is het graf voor de Zijnen permanent. De dood is het einde niet. Straks klinkt de bazuin. Dan is het opstaan geblazen, komt ons lichaam tevoorschijn, bevrijd van alle onvolkomenheden. Ook daartoe liet Jezus Zich in het graf leggen. En wij laten ons er ook in leggen. Wie, zoals we eenmaal beleden, zijn Heiland wil volgen in leven en sterven, die zal Hem ook willen volgen in Zijn begrafenis. We laten ons in de aarde leggen, niet als in een diepdonkere kuil waarin we voorgoed wegzinken, maar als een tarwekorrel in de akker, wachtend op onze Heere.
Omdat Hij in het graf was, is het graf, evenals de dood, voor Zijn volgelingen anders geworden, van karakter veranderd. Niet meer zozeer, en zeker niet allereerst 'de groeve van de vertering', maar een slaapkamer, een wachtkamer, waarin we wachten op de dag des Heeren, de dag waarop de Bruidegom komt. Zouden daarom de christenen in de Vroege Kerk vaak in het wit begraven zijn? Wit: de bruidskleur. 'Zalig zijn de doden, die in de Heere sterven.'

Morgen is het Pasen
Jezus is de weg gegaan van kribbe tot en met graf. Voor ons. We worden er stil van. We werpen nog één keer een blik in de graftuin. Het is er op deze sabbat stil, doodstil. Nog wel. Morgen zal het Pasen zijn. Dan wordt de stilte verbroken. Dan moet de dood zijn prooi laten gaan, laat Jezus de dood achter Zich. Voorgoed. Het leven wacht, het eeuwige leven.
En dat Hij is begraven, en dat Hij is opgewekt ten derde dage, naar de Schriften. Paulus noemt beide heilsfeiten in één adem. Ze zijn dan ook niet te scheiden. Hij, Die dood en begraven was en nu leeft, is Eén en Dezelfde. Straks zal Hij dat Zelf ook zeggen: 'Ik ben dood geweest, en zie, Ik ben levend in alle eeuwigheid. Amen.' Daarom mogen we wel een ogenblik bij Zijn graf stilstaan, maar hoeven we er niet te blijven staan. We vinden er niets. Het is leeg. Van het graf spoeden we ons naar Hem, de Levende. We knielen voor Hem, aanbidden Hem: 

Jezus, leven van ons leven,
Jezus, dood van onze dood,
Gij hebt U voor ons gegeven,
Gij neemt op U angst en nood,
Gij moet sterven aan Uw lijden
om ons leven te bevrijden.
Duizend, duizendmaal o Heer,
zij U daarvoor dank en eer.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 maart 2005

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

Begraven, naar de Schriften

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 maart 2005

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's