Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zalig die geloven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zalig die geloven

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

'Jezus zeide tot hem: Omdat gij Mij gezien hebt, Thomas, zo hebt gij geloofd; zalig zijn zij, die niet zullen gezien hebben en nochtans zullen geloofd hebben.' [Joh. 20:29]

Als de Heere verschijnt aan Zijn discipelen en Zijn handen en zijde toont, zijn zij blij Hem te zien. Ook blaast Hij op hen en zegt: 'Ontvangt de Heilige Geest'. Zo worden ze bevestigd in hun zending door God de Vader. 'Gelijkerwijs Mij de Vader gezonden heeft, zend ik ook ulieden.'
Maar Thomas is er niet bij. Waarom heeft hij zich afgezonderd? Had hij een boodschap te doen? Of had hij geen zin om zich bij het gezelschap van de discipelen te voegen? Het staat er niet, maar we zouden het ons goed voor kunnen stellen. Thomas is iemand die kritisch nadenkt. Hij is een onderzoeker. Hij kan alles maar zo niet geloven. Hij eist bewijzen. Daarom zegt hij, gehoord hebbend dat Jezus aan hen verschenen is: 'Indien ik in Zijn handen niet zie het teken der nagelen en mijn vinger steek in het teken der nagelen, en steek mijn hand in Zijn zijde, ik zal geenszins geloven.'
Door deze houding van Thomas is het gezegde 'een ongelovige Thomas' ontstaan. Dat is iemand die maar moeizaam overtuigd wordt. Gelukkig maar dat ook Thomas ons beschreven wordt, want worden niet heel veel mensen moeizaam overtuigd? Vinden we niet heel veel Thomassen om ons heen en misschien wel in eigen hart? Hoe zouden wij geloven dat Jezus is opgestaan uit de doden?
Het is niet zo gemakkelijk te geloven dat Hij is opgestaan. Als iemand pas overleden is, dan lijkt het soms of iemand slaapt. Maar na drie dagen treedt verkleuring op. Het lichaam begint te ontbinden. Dan zien we dat de weg onomkeerbaar is. De dode kan niet blijven in het land van de levenden en moet begraven worden. Heeft iemand ooit gehoord dat een dierbare opstond uit het graf? Het is ongelooflijk dat iemand die gestorven is, na drie dagen opstaat uit het graf. En toch is dat gebeurd. En Thomas gelooft het niet.
Wij hebben de geschiedenis op Schrift staan. Wij vieren jaarlijks Pasen. Het is ons in de kindertijd al bijgebracht dat de Heere echt is opgestaan. Maar hoe moeilijk het is geweest voor Thomas, gaan we pas beseffen als we staan bij het lichaam van een overledene en we gekomen zijn op het moment dat het lichaam echt niet langer boven aarde kan blijven staan.
Is het ook niet op een andere manier moeilijk voor ons om in de opstanding van Christus uit de dood te geloven? Want als Hij is opgestaan, dan dienen we ook te geloven dat Hij de genade uitdeelt die Hij door Zijn lijden en sterven heeft verdiend. Delen wij in dat heilig geloof in de vergeving van onze zonden? Dan toch alleen geloven wij echt dat Jezus is opgestaan uit de doden: Als wij Zijn macht erkennen, ondervinden en daaraan gehoorzaam zijn. Zijn Koningsmacht en trouwe herdersstaf moeten realiteit worden in ons bestaan. Altijd weer. Steeds opnieuw. Dan leven wij uit Pasen. Als wij als Zijn schapen leven en als Gods kinderen sterven.
De Heere is zo onuitsprekelijk goed. Zo onvergelijkbaar is Zijn geduld en liefde. Hij wil persoonlijk verschijnen aan Thomas. Het is of Hij alleen om Thomas' wil in de discipelkring binnentreedt. Hij nodigt Thomas uit om dat te doen wat hij zelf in kritisch ongeloof als voorwaarde voor zijn geloof heeft gesteld: 'Breng uw vinger hier, en zie Mijn handen, en breng uw hand en steek ze in Mijn zijde.' Wat is dat een diep afdalen van de Heere, als een onderwijzer die een kind laat tasten en voelen, zodat het op de allereenvoudigste wijze overtuigd wordt.
'Zijt niet ongelovig, maar gelovig,' klinkt het uit Zijn mond. En niet alleen tot Thomas, maar tot ieder die tot wie dit evangelie komt. Daar staat een grote beloning op. Een groot genadeloon: 'Zalig zijn zij, die niet zullen gezien hebben en nochtans zullen geloofd hebben.' De Heere zegt dat zij zalig zijn die zonder de zichtbare en tastbare Heere in Hem geloven. Maar tegelijk ligt in deze geschiedenis de boodschap dat God op de allereenvoudigste wijze zalig wil maken die te zwak zijn om zonder zichtbare en tastbare bewijzen te geloven.
De genade van onze Heere Christus is zo groot, zo ruim, zo heerlijk. Veel te groot om in woorden uit te drukken.
Ze worden zalig gesproken die geloof hebben. Dikwijls klinkt de vraag: 'Hoe kom ik aan dat geloof?' Het is de Thomasvraag. Het is de vraag uit ongeloof. Dus niet een vraag uit rechtzinnigheid, terwijl het daar vaak wel voor door moet gaan. Hoe kom ik aan dat geloof? Laten wij als kinderen bukken voor de majesteit en heerlijkheid van het evangelie. Want Gods Woord is het, waardoor wij tot geloof komen.
De Schrift is genoeg tot zaligheid. Dat zijn de woorden van Jezus zelf. En Hij bevestigt het voor Thomassen onder ons: 'Zalig zijn ze, die niet gezien hebben en toch geloven'.
Zo immers worden we in staat gesteld om getuigen te zijn. Zo alleen, wanneer wij niet ziende toch geloven, zullen we onze roeping in de wereld waar kunnen maken. Onze roeping om te verkondigen: Hij is echt opgestaan. Ik weet dat. Ik voel dat. Dat is mijn realiteit. Hij immers regeert mij. Hij leidt mij. Hij bestuurt al waar ik ga of sta. Het is zalig om te geloven.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 maart 2005

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Zalig die geloven

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 maart 2005

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's