Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verzet tegen de God van Israël

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verzet tegen de God van Israël

ANTISEMITISME [3]

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat kan toch de oorzaak zijn van de diep gewortelde Jodenhaat? Een terechte vraag. Er is een verhaal uit Roemenië uit 1911, dat gaat over een gesprek tussen een moeder en kind. Dat verloopt zo: 'Kind, je mag niet zoveel met Joden praten'. 'Moeder, waarom niet? Ik wil praten over de Thora. Waarom zal ik dat niet doen?' 'Omdat ze in staat zijn je te vermoorden, kind'. 'Maar waarom, moeder? ', vraagt het kind bang. 'Omdat ze je kunnen vermoorden.' 'Maar waarom dan? ', vraagt het kind nog banger. 'Omdat ze ons haten.' 'Maar, waarom dan moeder?' 'Kind, ik zal het je vertellen: zij weten het zelf ook niet!'

Psychologie
Heeft dit 'niet-weten' te maken met 'het donkere raadsel Israël' (Hegel)? Door hun anders-zijn roepen Joden angst en haat op. Zo is Jodenhaat een grondhouding van de mens, voor wie het vreemde een bedreiging is. Is Jodenhaat een 'ziekte'? Joden zelf lijden eronder, niet-Joden lijden eraan (Abel J. Herzberg). De zionist en arts Leon Pinsker (negentiende eeuw) heeft gezegd: 'Jodenangst en Jodenhaat zijn een psychose; als zodanig is het erfelijk. Het is de angst voor het vreemde. En als een sinds 2000 jaar overgeërfde ziekte is het ongeneeslijk.'
Feit is dat Joden vaak de schuld kregen en krijgen van alles wat er misgaat. Zo kregen zij ook de schuld van de zeebeving in Zuid-Oost-Azië. Ook het vooroordeel speelt een belangrijke rol. De jodenhater is niet aan te spreken op zijn argumenten, omdat hij bijna altijd uitgaat van vooroordelen. Spelen ook andere psychologische factoren bij bepaalde personen een rol? Was de felle Jodenhaat van Voltaire (achttiende eeuw) een uiting van zijn verzet tegen het gezag van zijn vader? Een van de ergste vormen van Jodenhaat is de zelfhaat.
Veel Joden leefden en leven in twee werelden: de Joodse en de niet-Joodse. Dat betekent een gespleten leven en schuldgevoel. De Duitse dichter Heine (negentiende eeuw) noemde het jood-zijn daarom een ziekte.

Economie
Concurrentie en jaloezie tegenover de betrekkelijke welstand van joden door hun positie in de bankwereld hebben de jodenhaat gevoed. Pas in de Middeleeuwen werd hun rol in de geldhandel gebruikt als een principieel argument voor hun verwerpelijkheid.
Woekerrente was voor de kerk een doodzonde. Joden hadden hieronder zwaar te lijden. Zij waren 'aasgieren' en 'bloedzuigers'. Zij waren evenwel in deze positie gebracht. Hun rol in de geldhandel was echter niet uniek. Italiaanse bankiers uit de vijftiende en zestiende eeuw vervulden dezelfde rol. In de negentiende eeuw kregen joden in snel tempo allerlei belangrijke posities in de samenleving. Daardoor werden de haatgevoelens versterkt. Door schaarste en economische achteruitgang werd en wordt nog de jodenhaat aangewakkerd.

Geschiedenis
De geschiedenis leert ons dat Jodenhaat niet alleen afhankelijk is van aanwezigheid van Joden. Ook wanneer er bijna geen of helemaal geen Joden meer zijn in een land, blijft Jodenhaat bestaan. Voorbeelden zijn Polen en de Arabische landen. Jodenhaat en antisemitisme kwamen en komen vooral voor in Europa. Het antizionisme komt met name in de Arabische landen en ook hoe langer hoe meer in Europa en in ons land voor. Een betrekkelijke bloeitijd beleefden de joden onder de moslimheerschappij van het kalifaat van de Abassiden in het huidige Irak (achtste, negende eeuw) en in dat van Cordoba in Spanje (tiende, elfde eeuw). Tegelijk laat de geschiedenis ons zien dat zowel Joden als christenen het in de afgelopen veertien eeuwen onder de macht van de islam niet gemakkelijk hebben gehad. In het algemeen laat zij een somber beeld zien. Joden en christenen kregen de zogenaamde dhimmi status. Zij moesten het gezag en de superioriteit van de islam erkennen. Deden zij dat niet? Dan werden zij zwaar gestraft. Een ongehoorzame dhimmi kon worden gedood of als slaaf verkocht. Velen aanvaardden noodgedwongen het afgedwongen gezag van hun moslimoverheersers.
Daardoor konden zij alleen nog maar positief denken en spreken over de islam. Net als in de christelijke landen waren ook in de islamitische landen de Joden onderworpen aan allerlei vernederende maatregelen. Zo moesten zij hoge belastingen betalen. In Jemen waren zij gedwongen om op sabbat de openbare badhuizen schoon te maken en de dode dieren te begraven. Ook werden en worden de Joden op allerlei manieren tegengewerkt om hun godsdienst uit te oefenen. Zij werden gedwongen om andere kleding en schoenen te dragen dan de moslims. Zo was voor hen het dragen van de kleur groen - de kleur van de profeet Mohammed - streng verboden.

Racistische motieven
In het nationaal-socialisme waren, naast andere motieven, de racistische de belangrijkste. Het Germaanse ras, de Duitser, was de eigenlijke mens. 'De jood en de ariër staan even ver van elkaar af als mens en dier', is een uitspraak van Hitier. Door de Verenigde Naties werd op 10 november 1975 een resolutie aangenomen, waarin zionisme (het eeuwenoude verlangen van het joodse volk naar herstel in het beloofde land) gelijk werd gesteld met racisme. Gelukkig is men hierop teruggekomen. Maar nog altijd leren de Arabische kinderen en studenten, dat 'het wezen van het zionisme, het fascisme en het nazisme wordt bepaald door het gevoel van raciale superioriteit'.
Politieke motieven spelen vooral een rol in het antizionisme. Het zionisme wordt afgewezen. Israël als Joodse staat heeft om allerlei redenen geen bestaansrecht. Door zijn bestaan wordt geen recht gedaan aan de legitieme, historische rechten van het Palestijnse volk op zijn grondgebied in Palestina.

In het Nieuwe Testament zelf?
Moet de wortel van Jodenhaat en antisemitisme al gevonden worden in de geschriften van evangelisten en apostelen? Velen beantwoorden deze vraag bevestigend. In de tweede helft van de eerste eeuw zouden anti-joodse teksten toegevoegd zijn aan een pro-joods evangelie. Ook hier gaat het om de betrouwbaarheid van de Heilige Schrift. In het Nieuwe Testament is geen sprake van Jodenhaat en antisemitisme. Maar wel van anti-judaïsme. Dat is het theologisch verzet tegen het jodendom als godsdienstig verschijnsel: Het jodendom als 'wetsreligie', als een poging om door eigen werken rechtvaardig te zijn voor God. Dit jodendom wordt door evangelisten en apostelen afgewezen. In de uitspraken tegen de Joden gaat het altijd om de beslissing tegenover Jezus als de Messias en de Zoon van God en het genadekarakter van het heil. Alleen het geloof in Hem doet daarin delen. In dit verband worden soms harde uitspraken gedaan tegenover de Joden.
Zoals in Johannes 8:44 en in 1 Thessalonicenzen 2: 4-16. In deze laatste tekst klinkt het oordeel van God over Zijn ongehoorzaam verbondsvolk duidelijk door. Zoals ook de profeten in het Oude Testament dat deden. Ommekeer blijft evenwel mogelijk. In het Nieuwe Testament gaat om een intern Joods conflict, een geding tussen joden die in Jezus geloven en zij die Hem in ongeloof afwijzen. Het gaat om de vraag: Wie is Jezus van Nazareth? Wel zijn bepaalde teksten in de loop van de geschiedenis uitgelegd ten nadele van het Joodse volk. Hoe vaak zijn jodenvervolgingen tot en met Auschwitz toe niet goedgepraat met een beroep op Mattheüs 27:25: 'Zijn bloed kome over ons en onze kinderen'. Door de moord op Gods Zoon heeft het Joodse volk de eeuwige vloek van God over zichzelf uitgeroepen. De kerk, die nu in de plaats van het joodse volk is gekomen, moet daarbij een handje helpen.
Aan de ernst van deze woorden mogen wij niets afdoen. Maar al te vaak is vergeten dat Jezus aan het kruis voor deze joden gebeden heeft: 'Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen.' (Luk. 23:34). Ook Pilatus, als vertegenwoordiger van de volken, draagt verantwoordelijkheid voor Jezus' dood. Hij als eerste!
Dat door de christelijke kerk de eeuwen door uit bepaalde teksten verschrikkelijke gevolgen voor het joodse volk getrokken zijn, mag de nieuwtestamentische schrijvers niet verweten worden. Juist gedeelten als Romeinen 9 t/m 11 en Efeze 1 t/m 3 leren ons dat God Zijn volk niet verstoten heeft en dat de volken mededeelgenoten zijn van het heil in de Heere Jezus Christus.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 mei 2005

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Verzet tegen de God van Israël

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 mei 2005

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's