Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kennis van Gods welwillendheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kennis van Gods welwillendheid

TOE-EIGENING VAN HET HEIL IN HET LICHT VAN DE REFORMATIE [3]

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Heilige Geest

Het is bekend dat er in de Reformatie een bijzondere aandacht was voor het werk van de Heilige Geest. De Geest was nu niet meer een gevangene in het Vaticaan, maar werkte door de verkondiging van het evangelie. Calvijn heeft het werk van de Heilige Geest als Werkmeester van het geloof in zijn Institutie nadrukkelijk ter sprake gebracht. Na zijn uiteenzetting over het werk van Christus zegt hij in het begin van boek III dat hetgeen over Christus gezegd is, ons ten voordeel is door de verborgen werking van de Heilige Geest. De Geest is het Die het geloof indruppelt in onze harten.

In later tijd was er veel aandacht voor het begin van het geloofsleven. We denken aan dat wat de Dordtse Leerregels zeggen over de wedergeboorte of de Ievendmaking (III. 12). Bij Calvijn valt op soberheid en terughoudendheid inzake het begin van het geloof. Hij zegt wel in zijn Institutie dat God de Zijnen door een onverderfelijk zaad wederbaart. Wat de uitverkorenen kenmerkt, is dat zij de levende wortel van het geloof hebben (Inst. II.2.11). Duidelijk is dat voor Calvijn een levend geloof ondenkbaar is zonder wedergeboorte.

Terwijl het geloof het gehele Woord onderschrijft en dat voor waarachtig houdt, richt het zich in het bijzonder op de beloften van God. In het geloof sluiten we onze ogen voor alles om en in ons en openen we onze oren voor Gods toezegging. Calvijn zelf spreekt van een harmonie. Ik geef een enkele uitspraak door om de nauwe verbinding tussen geloof en beloften aan te geven. Indien wij niet willen dat het geloof siddert en wankelt, moeten wij het schragen door de belofte der zaligheid. Het geloof begint bij de belofte, het rust er op en het eindigt er in. Het hart van een christen dient zich geheel te richten op de belofte der onverdiende rechtvaardigheid.

Lege handen

In het geloof waarin wij ons op het beloftewoord richten om zo tot God te gaan, staan we met lege handen. We komen hier in aanraking met een typisch reformatorische trek. Wij behoeven zelf niets tot stand te brengen. Turken, Joden, pausgezinden en wederdopers, ze zijn allemaal verschillend, maar ze denken allemaal dat ze met God van doen kunnen hebben door hun eigen werken, dus buiten Christus. Het is met hen net als met de vossen uit de geschiedenis van Simson. Deze dieren wilden wel verschillende kanten uit, maar zaten met hun staarten aan elkaar vast. Alles wat uit het geloof niet is, is zonde. Als wij dan toch denken buiten het geloof iets te kunnen bereiken, denken wij zonde met zonde goed te maken. Goede werken, zegt Luther, daar spuw ik op.

Calvijn zei het wat eleganter. We wenden ons van het aanschouwen van onze eigen werken af. Daar is geen gerechtigheid in ons maar in Christus. We komen enkel om te ontvangen. Als een leeg vat. Het is de verootmoedigende en tegelijk bevrijdende boodschap van het evangelie.

Ervaring

Van het geloof dat komt met lege handen kan gezegd worden dat het niet zonder het gevoel is. Het is niet zonder de ervaring. Ervaring is 'in' in onze tijd. Wat mensen zelf hebben ervaren of gevoeld, telt, ook in geestelijk opzicht. We zien het in die kringen waar gevoel en emotie gecultiveerd worden en de ervaring het laatste woord heeft. Kom en ervaar. Het herinnert op een afstand aan het type prediking waarin de innerlijke beleving van het geloof en de gemoedsgestalten brede aandacht kregen of krijgen. In de Reformatie wist men ook van het gevoel en de ervaring. Gemoedstoestanden werden weliswaar niet in den brede omschreven, maar er was wel degelijk het besef van de belevingszijde van het geloof. Op een ingehouden wijze drukte iemand als Calvijn zich uit. Maar zijn woorden vertolken een intense beleving. 'We smaken Gods genade.' 'We genieten Christus en al Zijn goederen.' We gevoelen dat het getuigenis van de Geest als een zegel in ons hart wordt ingedrukt. Sprekend van Gods goedheid zegt hij, dat wij haar liefelijkheid naar waarheid gevoelen en in ons hart ervaren.

Een geloof zonder vreze Gods en zonder gevoel van vroomheid, zoals de middeleeuwse theologen dat wilden, was ondenkbaar voor hem. Maar het gevoel is echter geen maatstaf voor ons handelen. Het kan ook nu gebeuren dat mensen erkennen dat de Geest de Werkmeester is van het geloof. Het is echter een afwachten van dat wat de Geest doet. In feite is het een leven door het gevoel. Bij het licht van de Reformatie zeggen we dan: De kracht van de Geest is nodig, maar deze behoeft geen gevoelde kracht te zijn. Het is immers de verborgen werking van de Geest. Het primaat zij aan het geloof en het Woord.

Het kan zijn dat iemand die pas tot de ruimte in Christus gekomen is, heel sterk de nabijheid van God ervaart. Als in een roes leeft.

Maar het gevoel van Gods nabijheid kan weer wegebben. Mensen kunnen geestelijk in de duisternis terechtkomen. Dan is het zaak te leren door het geloof te leven.

Benamingen geloof

Wat het geloof zelf betreft zijn komen wij bij de reformatoren verschillende uitdrukkingen tegen. Luther spreekt van een zeker en gegrond vertrouwen van het hart.

Er is een vluchten tot Christus. Al moesten we over duizend scheermessen heengaan, dan zouden wij toch naar Hem toevluchten. Een vast toestemmen of goedkeuren, waardoor Christus wordt aangegrepen en omhelsd wordt. Dit woord 'omhelzen' was de reformatoren dierbaar. Het tekent de affectieve zijde van het geloof.

Calvijn spreekt over het geloof als een vast vertrouwen op Gods goedgunstigheid en zaligheid.

Meermalen, zo zegt hij, wordt het woord geloof voor vertrouwen gebruikt. In een lijdenspreek gebruikt hij het woord leunen. Onze zaligheid heeft geen fundament in deze wereld, maar wij moeten leunen op onze Heere Jezus Christus.

Kennen

Het meest elementaire voor het geloof is echter het kennen. We denken aan Calvijns bekende definitie van het geloof: 'Het geloof is een zekere en vaste kennis van Gods welwillendheid jegens ons, welke gegrond op de waarheid van Zijn genadige belofte in Christus, door de Heilige Geest aan ons verstand wordt geopenbaard en in ons hart wordt verzegeld.'

Calvijn verzette zich tegen een oppervlakkige visie op het geloof. Als men de bijbelse geschiedenissen maar voor waar hield of als men maar aanvaardde dat de kerk in haar leer juist was, was er al sprake van geloof. Nee, zegt Calvijn, geloof is niet gelegen in onwetendheid maar in kennis. Door de verlichting van de Geest zien wij in het evangelie Wie de Heere Jezus voor ons is. Het geloof geeft ons een nieuwe scherpzinnigheid. Christus openbaart Zich aan ons en wij worden naar Hem toegetrokken. Alles zinkt in het niet bij Hem. Bij een lichtstraal van Zijn heerlijkheid.

Met de kennis van Christus en met dat het evangelie voor ons opengaat, is er ook de kennis van God Zelf. Zoals God Zich van Zijn kant openbaart in Christus, leren wij van onze kant God kennen door Christus. We denken aan het woord uit Johannes 14: 'Die Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien.'

Het gaat er niet alleen om dat wij weten dat er een God is, zo zegt Calvijn, maar vooral dat wij weten hoe Zijn wil jegens ons is. Alleen te weten dat God bestaat en dat Hij gediend moet worden, zo omschrijft T. H. L. Parker het standpunt van Calvijn, is niet de echte kennis.

Calvijns betoog over het bestaan van God, aan het begin van zijn Institutie, zullen we vooral als een aangelegenheid van didactische of pedagogische aard dienen te zien. Het gaat er om: Wie is God voor ons? Door het geloof in Christus zien wij Zijn welwillendheid jegens ons. Door Christus zien wij God in het hart.

P. H. VAN HARTEN, RIDDERKERK

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 23 augustus 2005

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Kennis van Gods welwillendheid

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 23 augustus 2005

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's