Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verwachtingen van een pinksterpreek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verwachtingen van een pinksterpreek

PLEIDOOI VOOR DE PREDIKING [2]

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

In haar proefschrift onderscheidt dr. Stark drie lijnen in het verstaan van de prediking als Woord van God. Ten aanzien van de praktische uitwerking onderscheidt ze in deze lijnen twee uitgangspunten. Of wel de kwalificatie van de prediking als Woord van God is gebaseerd op de veronderstelde autoriteit van de bijbeltekst of ze is gebaseerd op de toekenning van de veronderstelde autoriteit door de hoorder. In beide gevallen is de werking van de Heilige Geest beslissend.

Het komt me voor dat Stark hier toch een ingrijpend verschil aanwijst dat in het geheel van haar onderzoek doorwerkt. De kwalificatie van de prediking als Woord van God blijkt heel verschillend te zijn. En dat raakt ook de verhouding van Woord en Geest.

Kun je in het tweede geval - de toekenning van de autoriteit door de hoorder - nog spreken van een reformatorische opvatting van de prediking? Loop je niet het risico dat de grenslijn tussen de Geest met een hoofdletter en de geest van de religieuze mens wat wazig wordt?

Tekst en hoorder

Consequentie voor de preekopzet is verder dat in het eerste geval de insteek wordt genomen bij de tekst en in het tweede bij de hoorder. Genoemde tweeslag wordt door Stark ook ten grondslag gelegd als uitgangspunt voor haar onderzoek naar de preekpraktijk. Om haar bevindingen te ordenen en onder te brengen in een schema, maakt zij allereerst een onderscheid langs de lijn van de vertolking van tekst naar preek, anders gezegd de wisselwerking tussen de wereld van de tekst en die van de hoorder. We kunnen daarbij namelijk uitgaan van de wereld van de tekst en spreken dan van 'tekst-centrische' prediking of meer vanuit de hoorder, de andere pool op de lijn. Dan spreken we van 'applicatie-centrische' prediking. Het is bekend onderscheid datje ook terugvindt in de discussie rondom de uitgangspunten van een bijbelvertaling.

Uiteraard dienen we beide polen te honoreren, maar voor de opzet en het verstaan van een preek maakt het wel verschil of je uitgaat van het tekstgetuigenis of dat je de insteek neemt in de ervaring van de hoorder. De hamvraag is uiteraard: hoe doe je aan beide recht? Om het te zeggen met een bekende formulering van - ik meen - Otto Weber: Hoe ben je als prediker trouw aan de Zaak en trouw aan de mensen?

Daarnaast volgt Stark nog een tweede indelingsprincipe, waarbij ze uitgaat van de vraag naar het handelen van God en het werk van de Geest door bemiddeling van de prediker en de preek. Met een aan Firet ontleende begripsbepaling onderscheidt ze drie vormen van prediking:

a. kerygmatische prediking, die zich kenmerkt door een proclamerend karakter.

b. didactische prediking die vooral onderwijzen en richtinggevend wil zijn.

c. parakletische prediking, die zich als appèl, vermaning of bemoediging richt tot de hoorder in zijn of haar situatie. Daarmee sporen, zou je kunnen zeggen, drie typen predikers: de verkondiger of heraut, de toeruster en de pastor of geestelijke begeleider. Ook hier moeten we er aan denken dat er uiteraard allerlei mengvormen zijn en dat deze onderscheidingen niet meer en niet minder dan een hulpmiddel zijn om de verschillende vormen en manieren van prediking te karakteriseren.

Praktijkonderzoek

De uitwerking van een en ander wordt in deze dissertatie gegeven in een uitvoerig onderzoek en analyse van een aantal preken. Een praktisch-theologisch onderzoek naar preken is meer dan een theoretische beschouwing over prediking. Het is vooral ook een onderzoek naar de praktijk: Hoe wordt er gepreekt? Hoe nemen hoorders de preek op? Welke vragen stellen zij aan hun predikant en omgekeerd? En die vragen die de gangbare praktijk onder de loep nemen, hebben als doel dat predikers beter toegerust worden voor hun taak.

In de gang van het gemeentewerk komen predikanten doorgaans aan die kritische bezinning niet toe, of het zou moeten zijn dat de wekelijkse kerkdienst en de preek voorwerp van bezinning zijn binnen een kerkenraad. Daarom is het goed dat er praktischtheologen zijn die op dit punt een stukje plaatsvervangend werk doen. Niet alleen predikanten leren ervan, ook kerkenraden en gemeenteleden doen er goed aan van dergelijke onderzoeken kennis te nemen, al was het maar om er van doordrongen te raken hoe preken - en vooral preekvoorbereiding - een intensieve arbeid is. Soms wordt er op dit punt toch wel erg oppervlakkig geredeneerd en is de kritiek die hoorbaar wordt, lang niet altijd billijk.

Trouwens, waar beoordeel je preken op? Wil je als hoorder bevestigd worden in je overtuiging? Of getroost of bemoedigd? Of gaat het er om een boodschap mee te krijgen waar je de week mee in kunt? En hangt alles in een kerkdienst af van de preek? Of spelen liederen en gebeden ook een rol, als het gaat om de waardering van de kerkdienst? Maakt het verschil of de eigen predikant voorgaat die ook de pastor van de gemeente is of een gastvoorganger met wie gemeenteleden verder niet in contact komen?

Wie zich waagt aan preekanalyse en onderzoek naar preken of kerkdiensten, heeft dan ook een breed veld van vragen in kaart te brengen. Het is bovendien een uitermate lastig terrein, vooral als het gaat om de verwerking en ontvangst van preken. Antwoorden op vragenlijsten zijn soms voor meer dan een uitleg vatbaar en het maakt bovendien nog al verschil op welk moment en in welke situatie men zo'n vragenlijst invult. We zullen altijd moeten bedenken dat de werking van de prediking iets van een geheimenis in zich draagt. Het is altijd weer veelzeggend dat Jezus de werking van het gepredikte woord vergelijkt met het zaad dat in de aarde valt. Of, hoe en wanneer het vrucht draagt... mensen hebben daar niet de beschikking over. Het is uiteindelijk de Geest die een mens tot verstaan en tot gelovig beamen brengt.

Maar dat gezegd hebbend, voeg ik er direct aan toe dat zo'n onderzoek naar vorm, inhoud en effect van kerkdiensten en preken toch van waarde is. Al was het maar om je te behoeden voor valkuilen en om je te leren datje als hoorder en prediker er ook zelf met je persoon in betrokken bent.

De vragen

In haar proefschrift geeft Ciska Stark in de hoofdstukken n tot en met 20 een uitvoerig verslag van het onderzoek dat ze gedaan heeft onder kerkgangers en voorgangers naar aanleiding van een Pinksterpreek Gezien het onderwerp van dit proefschrift is de keus niet toevallig en naar mijn besef een zeer gelukkige.

De auteur is daarbij uitgegaan van de vraagstelling: welke opvattingen en verwachtingen koesteren hedendaagse kerkgangers en voorgangers ten aanzien van de prediking als Woord van God en hoe verhouden deze zich tot de feitelijke inhoud en ontvangst van de prediking?

de prediking? Negen gereformeerde kerken en tien hervormde gemeenten met hun voorgangers uit de breedte van de Protestantse Kerk in Nederland, zowel geografisch als qua modaliteit, hebben aan het onderzoek meegewerkt. De betreffende predikanten hebben een opname van de kerkdienst op eerste Pinksterdag 1998 alsmede het materiaal voor de dienst ter beschikking gesteld.

Voorts hebben zij een uitgebreide vragenlijst ingevuld over hun opvattingen ten aanzien van kerkdienst, preek, de wijze van preekvoorbereiding en hun eigen verwachtingen. Hoe zien ze de hoorders? Hoe gaan ze om met de tekst - zowel in uitleg als toepassingin de preek? Wat betekent het gebed ' en de eigen omgang met God in het , proces van voorbereiding? Hoe belangrijk vinden ze uitleg van de tekst? Of valt het zwaartepunt op de toepassing met het oog op vandaag? Op welke wijze komt de Heilige Geest ter sprake? Klinkt de situatie en de context waarbinnen de dienst wordt gehouden door in de preek? Hoe waarderen zij als voorgangers in het geheel van hun werk de kerkdienst en de preekfvoorbereiding)? Welke visie op ambt en persoon is voor hen bepalend? Aan twaalf kerkgangers uit elke gemeente - verschillend qua leeftijd, sekse, achtergrond, sociale positie, opleiding enz. - werd eveneens een vragenlijst voorgelegd waarin soortgelijke vragen gesteld werden, maar dan

vanuit de gezichtshoek van de hoorder. In totaal hebben zestien voorgangers en 245 kerkgangers op de vragenlijsten gereageerd.

Verschillen

Om enige lijn in het onderzoek aan te brengen, is aan de voorgangers gevraagd te rekenen met een of meer van de lezingen die door het leesrooster

'De Eerste Dag' voor die zondag waren aangegeven, namelijk Genesis 11:1-9 (de torenbouw van Babel), Handelingen 2:1-11 (de uitstorting van de Heilige Geest) en Johannes 20:19-23 (de verschijning van de opgestane Jezus aan Zijn leerlingen).

Het is een boeiend verslag geworden, boeiend en - vanwege de veelheid van vragen en gezichtspunten - ook wat vermoeiend om te lezen. Ik heb zelf met name de weergaven van de preken met grote interesse gelezen. Je ziet dan nog weer eens, hoe verschillend predikanten met eenzelfde tekst kunnen omgaan, vooral als het gaat om de opzet en de uitwerking van de tekst. De mate waarin een voorganger creatiefis, zijn taalgebruik, zijn theologische visie, zijn pastorale habitus, de manier waarop men zeifin het leven staat... het doet allemaal mee in de manier waarop er gepreekt wordt en inzake de inhoud van de prediking. Onwillekeurig ga je al lezend als het ware 'meepreken' en stel je je de vraag: hoe zou ik het zelf gedaan hebben, als ik met Pinksteren over de desbetreffende dienst gepreekt zou hebben?

A. NOORDEGRAAF, EDE

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 23 augustus 2005

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Verwachtingen van een pinksterpreek

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 23 augustus 2005

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's