Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Oog voor Schriftgelovige bijbelwetenschap

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Oog voor Schriftgelovige bijbelwetenschap

ETHISCH OF GEREFORMEERD? [3, SLOT]

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Stonden we in de vorige artikelen stil bij de verschuivingen in Nederland binnen de gereformeerde wereld met betrekking tot de Schriftbeschouwing en een vergelijkbare ontwikkeling binnen de evangelicale wereld in Amerika, in dit afsluitende artikel letten we op de gevolgen die een veranderde Schriftbeschouwing heeft voor de gereformeerde theologiebeoefening.
We pakken de draad weer op bij Berkouwer. De verschuiving die we bij de latere Berkouwer aantreffen met betrekking tot diens veranderde Schriftvisie is door meerderen gesignaleerd en gekritiseerd (bijv. door dr. S. Meijers en dr. W.H. Velema in verschillende publicaties). Berkouwers hanteren van zijn correlatiebegrip in zijn visie op de openbaring heeft mede de weg geplaveid naar het relationele waarheidsbegrip in het geruchtmakende rapport God met ons (prof. B. Kamphuis, geciteerd door ds. J. Maasland in de Waarheidsvriend 16-08-90).

Terugtocht begonnen
Wij hebben het K. Schilder-symposium in 1990 in Kampen bijgewoond, waar prof. C. Trimp een evaluatie hield van de veranderde Schriftvisie bij de latere Berkouwer. Hij stelde toen onomwonden dat met Berkouwers latere Schriftvisie onmiskenbaar 'de terugtocht van de gereformeerde naar de ethische schriftbeschouwing begint.'
Het verbaast ons niet dat de latere Berkouwer zich in zijn Halve eeuw theologie positief wil aansluiten bij de theoloog M. Kahler, een duidelijke geestverwant van de ethische theologie. J. Veenhof schrijft in zijn dissertatie: Martin Kahler was Gunnings intimus sedert 1885.
Kunnen wij meegaan in de omslag van de latere Berkouwer? Of worden hier fundamenteel de wissels omgezet? Het laatste! Beter met Bavinck gereformeerd te blijven dan met de latere Berkouwer mee om te gaan in de richting van de ethische theologie en zo naar allerlei nieuwe wegen van Schriftverstaan. Terecht stelt prof. J. Kamphuis (in Eb en vloed) dat het rapport God met ons met diens 'relationele waarheidsconceptie' 'een herleving van het ethisch denken' is. Dit rapport is gevolgd door de Sequel, waarin ook nog eens een doorgaande openbaring van de Schrift wordt geleerd. En dit vervolgrapport is gevolgd door het rapport Homofilie (1981), waarin de homoseksuele praxis hermeneutisch wordt onderbouwd en gelegitimeerd, wat indertijd een storm van protest teweeg heeft gebracht!
Dezelfde consequentie van een bepaald hermeneutisch denken laat zich nu ook gelden in de Christelijke Gereformeerde Kerken bij dr. B. Loonstra, gezien zijn recente publicatie Hij heeft een vriend. Homorelaties in de christelijke gemeente.

Gereformeerde bijbelwetenschap
Waar houdt de historisch-kritische bijbelwetenschap een keer halt? We kunnen ons (al dan niet schoorvoetend) laten meenemen door de historisch-kritische wetenschap, of is het de hoogste tijd om een duidelijke stap te zetten in de richting van een hernieuwde doordenking van de gereformeerde bijbelwetenschap, geënt op de beginselen van de Reformatie? Misschien kunnen we daarbij wel eens ons voordeel doen met de theorievorming binnen andere wetenschappelijke disciplines.
Opvallend is bijvoorbeeld een tendens in de wetenschapsfilosofie om te spreken over de idee van een gordel of ring om een kern. Dr. G. van den Brink schrijft in een artikel in de bundel Protestants Geloven. Bij bijbel en belijdenis betrokken over de belijdenis als protectiv e belt: de belijdenis van de kerk zou kunnen worden beschouwd als een 'beschermende ring' om een harde kern. Om deze harde kern te bewaken is een beschermende gordel nodig. Die gordel is niet willekeurig, maar hangt ten nauwste samen met de kern. Die gordel kan ook niet zomaar vervangen worden door een andere ring.

Zou naar analogie hiervan deze onderscheiding ook niet toegepast kunnen worden op de Schrift zélf? Sommige bijbelteksten houden we centraler dan andere, die meer aan de rand staan. We lezen de teksten in de Schrift vanuit de Persoon en het werk van Jezus Christus. Er is een scopus, een bedoeling. Maar de schil, de rand (inzake de geografie, de kosmologie en de historiografie) is geen ballast. Zij hoort er helemaal bij.
Meestal werkt de onderscheiding tussen korst en kern zo dat we zo snel mogelijk af moeten van de korst om bij de kern te komen (G. van den Brink noemt in dit verband bv. de ontmythologisering van Bultmann), maar we kunnen het ook anders uitwerken. De kern van een vrucht heeft niet voor niets een schil om zich heen, die haar beschermt.
Net zo min als de Heilige Schrift een beschermende gordel kan ontberen (in de belijdenis), zo kan ook het spreken over de scopus van de Schrift niet zonder een schriftbeschouwing, die volop recht doet aan de rand. En die haar niet wegschilt. Vorm en inhoud van het geschrevene in de Bijbel behoren we bij elkaar te houden. Niet de vorm als schil wegwerpen.

Uitlatingen van Knevel
Dat geldt ook voor de opnieuw oplaaiende discussie rondom de evolutieleer. Het spreken over de historiciteit van Adam en de zondeval is een beschermende gordel om de kern en kan niet ingeruild worden voor evolutionistische denkbewegingen, waarin het spreken over God de Schepper vervluchtigt tot een modieus wetenschappelijk denken (dit al sinds Darwin) van de grote massa. Het (voorzichtig? ) accepteren van de evolutieleer onder ons is een teken aan de wand, dat de verschuivingen rondom het Schrifgezag doorgaan. We denken aan de uitlatingen recentelijk van bijvoorbeeld Andries Knevel en anderen. In hoeverre wordt de EO al neo-evangelicaal? De 'ethische theologie' bonst al geruime tijd vrij fors op de deur van de EO!
Al raken wij - ook in de gereformeerde bijbelwetenschap - nooit helemaal uitgedacht over de vragen rondom de preciese letterlijkheid (notariële precisie) van Genesis 1 t/m 3, wij zijn het met de vroegere dr. Graafland eens om zo lang mogelijk aan de letterlijk historische betrouwbaarheid van de Schrift vast te houden, tenzij de Schrift (en niet de historisch-kritische bijbelwetenschap) zelf anders aangeeft.

Adam en Eva
Het zal ons allen echter duidelijk zijn dat de gereformeerde theologie staat of valt met wat F.W. Buytendach noemt de historische faktisiteit van Adam en Eva en de letterlijk-historische zondeval van Adam en Eva in het paradijs: Geen eerste historische mens, geen sprekende slang, geen boom van kennis van goed en kwaad, geen zondeval ...
We sluiten ons van harte aan bij de christelijke gereformeerde ds. J. Jonkman uit Drachten, die vasthoudt aan de faktisiteit van zowel Adam, als Jona, zoals hij in januari 2003 in De Wekker stelt: 'Wat voor zin heeft de vergelijking tussen Jezus als de tweede of laatste Adam en de Adam van het eerste paradijs', wanneer Adam geen historische persoon zou zijn geweest?
Al kunnen wij de exegese van de Schrift misschien nooit helemaal vastleggen in een synode-uitspraak als dat van gereformeerd Assen in 1926, toch hebben we de vaste overtuiging dat wil de gereformeerde theologie waarlijk gereformeerd blijven, we toch wel héél dicht in de buurt van Assen-1926 dienen te blijven! Wie de evolutietheorie aanvaardt, heeft het gereformeerde (orthodoxe) spoor verlaten.

Nieuw fundament
Ethisch of gereformeerd? Het antwoord op deze vraag heeft niet alleen te maken met een visie op het ontstaan van de aarde, maar heeft ook gevolgen voor allerlei andere vragen, zeker ook op het vlak van de ethiek. We denken bijvoorbeeld aan de nieuwere opvattingen over homoseksualiteit en het bidden om een zegen over homorelaties. Ook hier verschuiven de panelen. Er loopt onmiskenbaar een lijn van een eerdere publicatie van dr. B. Loonstra, De geloofwaardigheid van de Bijbel (1994) naar zijn laatste pennenvrucht Hij heeft een vriend!
Het maakt ons des te meer duidelijk hoe belangrijk onze Schriftbeschouwing is, maar ook onze weloverwogen positionering voor het aangezicht van God in de bijbelwetenschap en de hermeneutiek. Wie ruimte geeft om de 'schil' af te pellen van de kern en vervolgens deze als een inkleding, een kader, een mythe of sage terzijde stelt, komt vroeg of laat op een ander fundament terecht: Niet meer het fundament van Jezus Christus, apostelen en profeten, niet meer de theopneuste Heilige Schrift, maar het subjectieve geloof van de gemeente: dit wordt het nieuwe fundament. En dit andere subjectieve fundament gaat mede onze ethische keuzes bepalen.

Vruchtbaar uitgangspunt
Willen wij op het fundament van Schrift en belijdenis blijven, dan is het niet misplaatst om eens naar de andere kant van de oceaan te kijken, waar vaak nog veel meer christelijk geloof en Schriftgeloof is dan in het geseculariseerde Europa. Wanneer men de bijbelwetenschap beoefent met als uitgangspunt het geloof in de Christus der Schriften (het al eerder genoemde geloofs-apriori dat we dus bij Bavinck, maar ook bij iemand als J. I. Packer en ten onzent bijvoorbeeld J. van Bruggen, M.J. Paul en anderen aantreffen) dan heeft men een heel ander en veel vruchtbaarder uitgangspunt dan de historisch-kritische bijbelwetenschap. Het boek Inleiding op het Oude Testament (uitg. Groen, Heerenveen, 2000, bewerkt door ds. H.J. de Bie en van een voorwoord voorzien door dr. M.J. Paul) is daar een goed voorbeeld van. Deze inleiding is geschreven door twee Amerikaanse bijbelwetenschappers, (in leven) verbonden aan het bekende Westminster Theological Seminary te Philadelphia, dat staat in de traditie van Schrift en belijdenis, die zich voor dit geloofs-apriori niet schamen. Het zou in dit verband nuttig zijn als in ons land op het vlak van de Schriftbeschouwing van de evangelicale theologie in de VS eens een goed gedocumenteerde studie zou verschijnen. In ons land (Badhoevedorp) hebben we sinds ongeveer 1987 het Amerikaanse Tyndale Theological Seminary, dat net als Westminster T.S. de onfeilbaarheid van de Heilige Schrift onderschrijft. Het is onze hoop en bede dat er steeds meer oog mag komen voor een Schriftgelovige bijbelwetenschap, opdat wij, in het door ons steeds meer geconstateerde dilemma ethisch of gereformeerd?, vrijmoedig gereformeerd (orthodox) mogen blijven!

Regel des geloofs
Wie een besef heeft van eigen feilbaarheid, van een enorm tekortschieten naar God en de naaste in velerlei opzicht (dit is nu de zonde, die ons altijd aankleeft), die ademt op, als hij hoort dat de Schrift voor ons een onfeilbare regel des geloofs (NGB, artikel 7) is. Want deze Schrift verhaalt ons van onze enige zekerheid: Jezus Christus en Dien gekruisigd! Gewis en zeker. Dan mogen wij het - met onze zonden en tekorten - telkens weer vrijmoedig belijden met de berijmde woorden van Psalm 56:5:
Ik roem in God, ik prijs 't onfeilbaar Woord;
ik heb het zelf uit Zijnen mond gehoord,
'k Vertrouw op God, door gene vrees gestoord,

wat sterv'ling zou mij schenden? '
We hopen en bidden dat allen die zich met de uitleg van de Schriften bezighouden en met het schrijven over dogmatische en ethische onderwerpen, licht en wijsheid mogen ontvangen van Gods Heilige Geest, Die in alle waarheid leidt, door te zien op Christus, Die voor Zijn Kerk gebeden heeft: 'Heilig hen in Uw waarheid; Uw Woord is de waarheid.' (Joh. 17:17) Laten we niet schiften in de Schriften. Dat is ethisch niet verantwoord. En zeker niet gereformeerd!

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 september 2005

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Oog voor Schriftgelovige bijbelwetenschap

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 september 2005

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's