Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het huisbezoek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het huisbezoek

PASTORAAT [5]

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het woord dat hierboven staat, roept bepaalde associaties op. Bij gemeenteleden is het huisbezoek niet altijd zo populair, hoewel de meesten vinden dat het gebeuren moet. Sommigen hebben wel goede ervaringen, maar anderen voelen er zich niet gemakkelijk bij. Veel hangt af van de manier waarop aan het huisbezoek vorm en inhoud wordt gegeven. Daar zijn ouderling en huisbezoeker zich in de regel ook wel van bewust. Zij beschouwen het huisbezoek als een belangrijke taak, maar zien er dikwijls tegenop, wetend van moeilijke en moeizame gesprekken.
Het bezoekwerk is er in de loop der jaren ook niet gemakkelijker op geworden. Het leven is voor veel mensen gecompliceerd. Gemeenteleden hebben veel vragen over het geloof, over het christen-zijn in een geseculariseerde wereld, over de kerkelijke verdeeldheid en de scheuringen die door het ontstaan van de Protestantse Kerk in Nederland zijn ontstaan. De gemeenteleden zijn veel mondiger dan voorheen, kritischer ook.
Bovendien is er de invloed van het individualisme en het postmoderne levensgevoel.
Door al deze factoren is het huisbezoek moeilijker geworden. Het vergt van de bezoeker meer dan vroeger. Vorming en toerusting zijn dan ook geen overbodige luxe.

Een lange traditie
Het huisbezoek heeft oude papieren. Al vanaf de tijd van de Reformatie wordt in de kerken van gereformeerde signatuur deze vorm van pastoraat gepraktiseerd. Van de zestiende t/m de negentiende eeuw eigenlijk alleen in verband met de bediening van het Heilig Avondmaal. De gemeenteleden werden opgewekt om aan de tafel des Heeren deel te nemen. Wat hun in de weg stond, kon besproken worden.
Mensen werden vermaand zich van het Heilig Avondmaal te onthouden, wanneer de kennis van het geloof te gering bevonden werd, of wanneer verbetering van de levenswandel nodig geacht werd. In beide gevallen moest er wat aan gedaan worden. Deze wijze van opzicht kon er ook toe leiden dat de kerkenraad tot een tuchtmaatregel moest besluiten, dan wel ertoe overgaan om een tuchtmaatregel weer op te heffen.
Het is belangrijk te constateren dat de kerkelijke tucht beoefend werd in het kader van pastoraat, gericht op het geestelijk welzijn van de gemeente en het behoud van haar leden.
Tegen het eind van de negentiende eeuw werd het huisbezoek geleidelijk wat breder opgevat. De gedachte won veld dat de kerk zich heeft te bekommeren om het welzijn van haar leden. Daardoor werd meer aandacht geschonken aan de betekenis van het geloof in tijden van voor- en tegenspoed. Vooral het pastoraat aan zieken, rouwdragenden, eenzamen en mensen met gezinsproblemen kwam in beeld. Het huisbezoek heeft dus, vergeleken met de oorsprong ervan, een meer algemeen karakter gekregen. En zo functioneert het in veel gemeenten altijd nog.

Blijvend actueel
Er zullen nauwelijks gemeenten zijn waar het huisbezoek niet op de kerkelijke agenda staat. In veel gemeenten trekken de ouderlingen er weer geregeld op uit zodra het nieuwe seizoen is aangebroken. Maar er zijn ook gemeenten waar het huisbezoek onder druk staat. Vacatures in de kerkenraad zijn moeilijk te vervullen. Jongere ambtsdragers met een gezin, een drukke werkkring, verplicht tot bijscholing of het volgen van een cursus, hebben minder tijd beschikbaar. Dat zorgt voor hiaten in het bezoekwerk.
Dat is jammer, want het belang van trouw huisbezoek kan niet genoeg onderstreept worden. Het is een niet te onderschatten middel voor de opbouw van de gemeente. Door deze vorm van het pastoraat wordt de hele gemeente bearbeid. De herderlijke zorg moet immers over de hele kudde gaan, niet alleen (om met Ez. 34:3 en 16 te spreken) over het zieke, het zwakke, het gebrokene, weggedrevene en verlorene.
Door alle gemeenteleden te bezoeken wordt gevolg gegeven aan de opdracht om te zien naar alle leden en hun de aandacht te geven waarop zij recht hebben. Het dient de opbouw van de gemeente in het geloof. Het bevordert het functioneren van de gemeente als lichaam van Christus.
Waar het huisbezoek om de een of andere reden wordt versloft of achterwege blijft, dreigt de band van de leden met de gemeente te verslappen, de betrokkenheid bij het kerkenwerk vermindert en de kerkgang gaat achteruit. Trouw pastoraat kan dit voorkomen.
Het huisbezoek dient daarom hoog op de kerkelijke agenda te staan. Het verdient blijvende prioriteit.

Pastoraat, geen inspectie
Bij sommige gemeenteleden leeft nog de gedachte dat het huisbezoek een soort kerkelijke inspectie is; dat het een onderzoek is naar de graad van meelevendheid en de levenswandel van de leden. Men denkt dat het een controle is, waarbij men zich heeft te verantwoorden ten overstaan van de ouderlingen en de kerkenraad die hen stuurt.
Nu kan die indruk gewekt zijn door de wijze waarop huisbezoekers voorheen te werk zijn gegaan. Bijvoorbeeld door een vragenlijst af te werken om zo geïnformeerd te worden over de kerkgang, de avondmaalsgang, de doop van de kinderen, de deelname aan catechese, kring- of verenigingswerk. Zou dit nu nog zo gebeuren, dan zou men de reactie kunnen verwachten: 'Waar bemoeien zij zich mee! Wij maken het zelf wel uit.'
Van zulk huisbezoek is men niet gediend. Waar de herinnering aan vroegere ervaringen weerstand oproept, wordt het huisbezoek nog al eens geweigerd.
Dat is te betreuren. Want de meeste huisbezoekers zijn er tegenwoordig zich wel van bewust dat zij niet op inspectie gaan, maar een pastoraal bezoek brengen.
Hoewel de onderwerpen die ik zo even noemde daarbij best ter sprake mogen komen, gebeurt dat niet via een vragenlijst maar in het kader van een gesprek. Het gaat er immers om contact te leggen met de gemeenteleden en belangstellend te informeren hoe zij het maken. Er kan dan van alles ter sprake komen. Zonder dat het geforceerd hoeft te worden, kan het gesprek dan gaan over de vraag of, en hoe, in het reilen en zeilen het geloof functioneert. Er kan over gesproken worden hoe het geloof gewekt en gevoed wordt: door de eredienst, de prediking, het bijbellezen, door kringwerk, jeugdwerk en catechese.
Als er kinderen en opgroeiende jeugd in het gezin zijn, mag vooral niet vergeten worden hen in het gesprek te betrekken. Vaak reageren zij spontaan en maken behartigenswaardige opmerkingen. Zo kan tijdens het bezoek ieder z'n inbreng hebben.
De wijze waarop ouderlingen en huisbezoekers het gesprek voeren, is voor het welslagen van het bezoek van groot belang.
Graag verwijs ik naar het vorige artikel over het pastorale gesprek. Het is goed dat te herlezen en van tijd tot tijd na te gaan op welke wijze dat wat daarin aanbevolen is, in het eigen bezoekwerk functioneert. Dat kan het al doende leren bevorderen.

Waar het vooral om gaat
Het huisbezoek is niet een puur menselijk gebeuren. Het mag niet louter een kennismakingsbezoek zijn. Het mag ook niet blijven steken in een sfeer van gezelligheid en onderling meeleven. Ouderlingen moeten zich er altijd van bewust zijn dat zij ambtsdragers zijn. Zij staan in dienst van dé Ambtsdrager en Pastor, Jezus Christus. Zij hebben de opdracht om in pastorale bewogenheid Zijn woord door te geven, Zijn evangelie uit te dragen. Een oud gezegde luidt dat de predikanten het Woord verkondigen en dat de ouderlingen op zoek gaan naar de vrucht van de prediking.
Het is dan ook terecht dat tijdens het huisbezoek de prediking aan de orde gesteld wordt. Het is goed dat aan de gemeenteleden de vraag gesteld wordt wat de prediking in hun leven heeft uitgewerkt. Het is zegenrijk als op huisbezoek gesproken kan worden over het geloof in Christus en over de omgang met God. Het is fijn als de vragen van het hart aan de orde komen: hoe men tot waarachtig geloof kan komen; hoe men de zekerheid van het geloof kan verkrijgen; hoe het geloof versterkt en verdiept kan worden.
In gesprekken van hart tot hart kan het gebeuren dat men over en weer bemoedigd wordt. Dan gebeurt wat Paulus volgens Romeinen 1:12 verlangde, nl. dat hij, terwijl hij geestelijke gaven mocht meedelen, zelf vertroost zou worden door het onderlinge geloof. Dan is het huisbezoek én voor de bezochten én voor de bezoekers tot zegen geweest.
Waar het dus op het huisbezoek vooral om gaat, is dat het Woord aan het woord komt. Ik heb al betoogd dat het heel belangrijk is goed te luisteren naar wat de gemeenteleden te zeggen hebben. Wat zij vertellen over hun vreugden, hun zorgen en verdriet, biedt de gelegenheid om heel gericht het Woord van God te laten spreken. Het is zaak dat de ouderlingen er serieus op ingaan en de dingen van het leven plaatsen in het licht van het evangelie. Naargelang de aangetroffen situatie en de voorgelegde zorgen en problemen hebben zij onderricht te geven, de Schrift te laten spreken, te vermanen en te vertroosten.
Daarom is het nodig dat, zoals het bevestigingsformulier zegt, de ouderlingen zich beijveren Gods Woord te onderzoeken en zichzelf gedurig oefenen in de overlegging van de verborgenheden van het geloof.
Nu kan het gebeuren dat door de bezochte(n) niet veel wordt gezegd, dat op vragen ontwijkend wordt gereageerd, of met een boog om de geestelijke dingen wordt heen gelopen. Toch moet ook dan geprobeerd worden de boodschap van de Bijbel door te geven. Het mag niet zo zijn dat - wat wel eens is gebeurd - men na het huisbezoek opgelucht of smalend zegt: 'Ze hebben het nergens over gehad.' Ieder begrijpt dat dit voorkomen moet worden. Als het niet beslist wordt afgewezen, moet ook in zo'n situatie in opwekking en vermaning het Woord van God klinken.

Vervolg
In een vervolg op dit artikel wil ik ingaan op vragen die blijkens mijn ervaring bij ouderlingen en huisbezoekers leven over de praktijk van het huisbezoek: hoe dit het beste voorbereid en gedaan kan worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 september 2005

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Het huisbezoek

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 september 2005

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's