Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Brieven van een kroongetuige

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Brieven van een kroongetuige

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Prof.dr. Pieter J. Lalleman, docent Nieuwe Testament aan Spurgeon's College in Londen, heeft ons verrijkt met een diepgravende studie over de brieven van Johannes in het Nieuwe Testament. Zijn boek is verschenen in de bekende serie Commentaar op het Nieuwe Testament, derde serie onder red. van prof.dr. J.van Bruggen. De exegese van Lalleman is 'uiteraard' op de Griekse grondtekst gebaseerd. Zijn exegetische keuzes spreken mij bijzonder aan; ze blijven geheel in de lijn van een bijbelgetrouwe benadering van de Schrift. Intussen geeft hij wat betreft de vertalingen nogal eens de voorkeur aan de NBG-1951, Willibrord, het Boek, hoewel hier vaak meer sprake is van parafrase dan van vertaling. Ik vind het jammer dat de commissie H(erziene) S(taten)V(ertaling) die met de Johanneïsche brieven is bezig geweest, geen kennis heeft kunnen nemen van deze commentaar. Omgekeerd zou ik best van Lalleman willen weten hoe hij tegen de Herziene Statenvertaling in de weergave van de Johannesbrieven aankijkt.

In de waarheid wandelen
Een korte weergave van de inhoud van de brieven ziet er als volgt uit. Het hoofdthema is: de Heere Jezus is Gods Zoon en alleen in Hem is er verzoening van zonden. Johannes weet daar als 'kroongetuige' uit eigen ervaring van. Hij vraagt aan rondtrekkende predikers gastvrijheid te verlenen, maar waarschuwt tegelijk tegen dwaalleraars.
De brieven zijn gericht aan concrete gemeenten in Klein-Azië, waarop de apostel - mede doordat hij zo langdurig in Klein- Azië vertoefde - zijn stempel had gezet. De tweede brief heeft als adres: aan de uitverkoren vrouw (Grieks kuria), een prachtige aanduiding van een bruidsgemeente van Christus.
Lalleman is van gedachte dat 2 en 3 Johannes (in eigenlijke zin geen 'katholieke brieven', maar wel 'echte brieven') eerder dan 1 Johannes zijn geschreven en dat het de apostel der liefde was (hoewel in de brieven niet als apostel, maar als 'oudste' aangeduid} die deze brieven schreef. Hij moet dat gedaan hebben vanuit Efeze; rond 80-90. Zo oordeelde ook de Vroege kerk. In deze brieven is een 'ooggetuige' aan het woord. Calvijn heeft 2 en 3 Johannes niet becommentarieerd, maar heeft zeker deze beide brieven erkend. De woorden 'waarheid' en 'liefde' zijn in alle drie de brieven kernwoorden. Het gaat er de apostel om, dat de gelovigen 'wandelen' in de waarheid. In de derde brief staat de navolging centraal.

Geliefde en lastpost
De dwaalleer (valse profetie; van het type antichrist) die in de brieven bestreden wordt, is volgens Lalleman die van het docetisme: een neoplatonisch christendom dat Jezus' aardse verschijning slechts een schijnlichaam toekende en aan Zijn komst in het vlees geen waarde hechtte. Met alle gevolgen van dien in onderwaardering van het stoffelijke leven; ook werd het belang van de verzoening miskend en de gedachte geopperd dat de gelovige zondeloos kon leven. Terecht zegt Lalleman dat we hier niet te maken hebben met de dwaalleer van de gnostiek (die is uit later tijd).
Ook de Johannes-brieven maken ons duidelijk dat 'de Vroege kerk lang en diep heeft nagedacht over de persoon en het werk van Jezus Christus, met als resultaat met name de uitspraken van de concilies van Nicea en Chalcedon (Jezus Christus is tegelijk waarachtig mens en waarachtig God).' Van vernieuwers op dit punt was toen en is ook in onze tijd niet veel te verwachten (blz. 73). Wie Gajus, Diotrefes en Demetrius in 3 Johannes precies zijn geweest, is niet te achterhalen. Van de beide eerstgenoemden was Gajus, een van de leidinggevenden, de geliefde; hij wordt sterk bemoedigd; hij wandelt op basis van de goede belijdenis. Maar Diotrefes is een lastpost, die boven iedereen wil uitsteken, boze praatjes rondstrooit, de broeders niet erkent en uit de gemeente bant: 'gebakken lucht maar met een gemene inhoud'. Van Demetrius wordt een goed getuigenis gegeven.

Zonden beleden
In de eerste Johannesbrief, door Lalleman in feite als de laatst geschrevene gezien, gaat het er de apostel Johannes om (na de opening over Jezus als het Woord, zoals het Johannes-evangelie): de verbondenheid tussen de lezers, God en hemzelf te bevorderen. Zonden moeten als onze zonden beleden worden (vgl. Ps. 32:5). Een belangrijk thema is: de gelovigen zijn uit God geboren en kunnen niet zondigen tot de dood (dat is: aan de gang blijven met zondigen). Iemand die uit God geboren is, zondigt niet, dat wil zeggen: valt niet af; leeft niet in opstand tegen God. Mooie dingen schrijft Lalleman over 1 Johannes 3:19v. Hij noemt (à la de Heidelberger/antwoord 86) en de Dordtse Leerregels (5.10): een goed geweten/ goede werken een derde bron van zekerheid. En over 1 Johannes 4: 8: Er is in de liefde geen vrees/angst: de gelovige heeft als resultaat van de liefde geloofszekerheid. Zo is het.
Natuurlijk blijven er ook wel vragen over bij de exegese van sommige teksten. Als Johannes bijvoorbeeld in 1 Johannes 3:9 schrijft: 'Ieder die uit God geboren is, doet de zonde niet, want zijn zaad blijft in hem ...' lijkt het toch vreemd om bij 'zaad' te denken aan: het nageslacht: Zijn (Gods) kinderen blijven in Hem (God). In dit geval kiezen we echt wel voor de verklaring van Calvijn die in 'zaad' de (levengevende kracht van de) Geest van God ziet. Dan is daar natuurlijk de zogenaamde Comma Johanneum (de woorden van 1 Johannes 5:7 en 8: 'in de hemel: de Vader, het Woord en de Heilige Geest en deze drie zijn één. En er zijn drie getuigen op de aarde.' Zeer waarschijnlijk zijn deze woorden uit de kantlijn van Latijnse handschriften naar de tekst zelf verhuisd. In geen enkel Grieks handschrift voor de twaalfde eeuw komen de woorden voor.
Kortom, ik vind de publicatie van dr. Lalleman uitstekend geschikt voor persoonlijke bijbelstudie (kennis van het Grieks is niet direct vereist, al wordt er wel steeds diep gegraven in de woorden van de grondtekst). Ik hoop dat predikanten/voorgangers en studenten er een goed gebruik van zullen maken.
1ie van hen overweegt de Johannes-brieven in een serie preken of bijbelstudies (in kringverband) te behandelen, zal met deze commentaar - een wetenschappelijk werk van niveau - zeker zijn winst doen. In een appendix (1) worden de voornaamste parallellen tussen evangelie en eerste brief opgesomd en appendix 2: de voorgestelde indelingen van de eerste brief. Wat een variëteit! Het boek eindigt met een uitgebreide literatuurlijst. Van harte aanbevolen.

C. DEN BOER, BARNEVELD

N.a.v. Dr. Pieter J. Lalleman:
1, 2 en 3 Johannes; brieven van een kroongetuige.
Uitg. Kok Kampen; 232 blz.; € 27 90.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 september 2005

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Brieven van een kroongetuige

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 september 2005

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's