Stille momenten, verborgen omgang

Waarom eigenlijk: een gesprek over de preek? Waarom hoort dit bij de ambtelijke verantwoordelijkheid van de ambtsdrager?

- U kent die oude uitdrukking misschien nog wel: 'de ouderling zit op de leer'.
Hij houdt toezicht, beter opzicht over de leer. 'De leer', dat is een diep bijbelse uitdrukking. De eerste christengemeente volhardde in de leer. Dan denken we niet aan een systeem, maar aan de levende omgang met de Heere.
U mag denken aan het Woord, de zorg voor het Woord, het voortdurend onderwijs vanuit de Schriften. Daar komen we bij een heel centraal moment. De ouderling houdt opzicht over de leer. In de eerste plaats gaat het niet over stichting maar over het functioneren van de Schrift in de prediking. Hoe functioneert de Schrift, de uitleg van de tekst? De Schrift, de tekst mag/kan geen kapstok zijn waaraan een dienaar zijn preek ophangt Als dat gebeurt, en dat gebeurt helaas, dan gaat de Schrift niet open. En als de Schrift niet opengaat dan verliest de prediking haar kracht, haar volmacht, haar diepste kern. Verkondiging is: schriftuitleg. De woorden van de Schrift uitleggen. En wie de woorden van de Schrift uitlegt, voldoende uitlegt, komt bij de diepste kern, komt bij de boodschap van God voor Zijn gemeente nu. Daarom voeren we het gesprek over de preek. Het gaat over de deur van de genade die open en dicht gaat. Daar is ons alles aangelegen!

- De pastorale zorg voor de dienaar van het Woord.
Hij is ten volle doordrongen van zijn verantwoordelijkheid en roeping. Daarom zit hij ook met die vragen naar inhoud en overdracht en landing. Die eenzaamheid mag u doorbreken. Daarin reikt u hem de hand. Daarin helpt en ondersteunt u hem. U draagt zorg voor de dienaar van het woord: pastorale zorg. Rond zijn aanvechting, zijn verlangen naar zegen. Maar ook als hij dreigt te verslappen. U draagt verantwoordelijkheid. U scherpt hem op.U bemoedigt hem. Het gaat om de doorgang van het Woord.

Gesprek zelf
Eerst zeg ik iets over het gesprek na de dienst. Eigenlijk is het een heilige kunst om na de dienst in de consistorie te reageren op de preek. Broeders, het gebeurt toch wel? U doet het toch wel? Een reactie uit uw hart. Aan de hand van de Schrift. Dat vindt zijn basis in de gereformeerde ambtsvisie en gemeentevisie. De ambtsdrager die rekenschap geeft van wat hij gehoord heeft. Van de vraag of de Schrift voldoende is opengegaan. Hoe het bij hem, als hoorder, landde.
In zo'n gesprek kan ook gemakkelijk veel mis gaan. Als de dienaar zich aangevallen weet, als hij geen open houding heeft, als hij 't gevoel heeft dat u hem probeert onderuit te halen, in plaats van op te bouwen. Het is een geestelijk gesprek. Het gaat niet om winst of verlies. Het gaat om de doorwerking van de Schrift. We overtuigen elkaar niet van ons gelijk, we luisteren naar elkaar. Het gaat om een eerlijk en nuchter gesprek. Aan de ene kant weet de dienaar als hij de Schriften heeft uitgelegd: alzo spreekt de Heere. Die belofte heeft de Heere hem gegeven. Door zijn mensenwoorden heen spreekt de Heere. Anderzijds is hij zelf slechts een mensje uit het stof. Ook hij heeft verdieping nodig, correctie, ondersteuning, bemoediging, vermaning.

Voortgaande bezinning
Ik voer een nadrukkelijk pleidooi voor een voortdurende bezinning op de prediking. Maak er beleid van op uw kerkenraad. Tijdens het huisbezoek komt u de vruchten tegen of juist het gebrek aan vrucht. Nu hoeft dat niet aan de preek te liggen. Er is in de verkondiging ook iets van: 'Hetzij zij het horen zullen, of hetzij dat zij het laten zullen ...' (Ez. 2:5). In iedere preek gaat een deur open, maar ook een deur dicht! Dat is de ernst van de dienst van de verzoening.
Iedere rechtgeaarde dienaar verlangt wel dat deuren opengaan, dat harten opengaan. Omdat de Heere door de prediking zulke grote dingen doet, is een voortgaande bezinning nodig. Het gesprek over de preek is een kerntaak van de kerkenraad. Opdat de diepten en de kracht van de bijbelse prediking onder ons niet vervluchtigen. Soms kabbelen preken voort in een eindeloze woordenbrij. Het gaat er niet om de dienaar af te branden. Het gaat erom de dienst van het Woord te versterken, te verdiepen, concreter te maken, meer aan het hart te brengen, meer in de leefwereld te laten landen van hen die de Heere vrezen, maar midden in de stormen van de tijd staan. Zo'n gesprek is niet eenvoudig. Het vraagt wederzijds vertrouwen. Het vraagt een kwetsbare houding. Juist de dienaar die rijpt in de dienst aan de Heere, kan dat aan. Hij leeft als een zondaar, een zwak mens, een aarden vat, zelf van genade.

Bekwaamheid
Dat gesprek voeren over de prediking, mede leiding geven aan de gemeente, op deze intensieve manier, wie kan dat? Gemakkelijk kan de vraag boven komen: 'Kan ik dat wel?' Ik wil u graag wat aanreiken.

Hoorder:
Weet u nog dat u de Heere leerde kennen? De Heere kwam uw leven binnen. Hij heeft u veranderd. U werd het eigendom van de Heere Jezus. Sinds die tijd zit u op de leerschool van. de Geest. De school waar de Geest u bracht en brengt is: de eredienst. U hoort sinds die tijd preken anders dan daarvoor. U bent geoefend in het horen naar preken. U probeert ze te verwerken. Ze raken u, ze voeden u.
Soms stellen ze u ook teleur, als de Schrift niet werkelijk openbloeit. Als er geen voedsel voor uw hart is. Als u zoekt naar verdieping van de prediking, naar de kernmomenten van wet en evangelie, van verzoening met God, van de vrede met God, het liefdesleven met de Heere. Neem elkaar mee in de gesprekken, geef het door aan jongere broeders. Ik denk zelf met veel dankbaarheid terug aan wat ik leerde ini mijn eerste gemeente, van broeders die de Heere vreesden en dienden. 

Gebed
Laat uw zorg voor de prediking ook gepaard gaan met gebed voor de prediking. Een gesprek, doortrokken van een stil gebed, is meer dan eens tot rijke zegen voor een dienaar van het Woord. Al komen de woorden er soms gebrekkig uit. Laat in dat gebed mag ook uw ambtelijke verantwoordelijkheid een plaats krijgen, met name de zorg voor de rechte prediking, levende bediening. U zult merken dat de Heere u vrijmoedigheid geeft om te spreken over de dienst van het Woord. Het gaat daarbij niet om de hoeveelheid woorden, maar veel meer om de inhoud.

Oefening
Ambtsdragers zijn ook geroepen, volgens het formulier: om het Woord van God ijverig te onderzoeken en om zich voortdurend te oefenen in de overdenking van de verborgenheden van het geloof. Die oefening is hard nodig.
Stilte momenten waarin u het Woord van de Heere onderzoekt, waarin u zich oefent in de geheimen van het geloof, de verborgen omgang met de Heere. In de dienst van de Heere gaat het om deze groei in het geloof, in de kennis van de Heere. Laten oudere broeders de jongere broeders bij de hand nemen en voorgaan.
Verdieping om te onderscheiden waar het op aan komt.
Verdieping in het gebed.
Verdieping in de omgang met de Heere God.
Verdieping in het gesprek met de leden van de gemeente die aan uw zorgen zijn toevertrouwd.
Daarom is voor u de voortdurende oefening nodig in de verborgenheden van het geloof. Opdat mee door uw dienst de gemeente van Christus wordt gebouwd in het allerheiligst geloof,  onze Heere wordt geloofd en aanbeden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen