Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Sleutel om deur van Dordt te openen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Sleutel om deur van Dordt te openen

DE BELIJDENIS VAN EEN GEBROKEN KERK [1]

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

'Onze' Leidse hoogleraar W. Verboom doet opnieuw van zich spreken. Nu door de publicatie van een studie over de Dordtse Leerregels of de vijf Artikelen tegen de Remonstranten. Een theologisch dispuut - najaar 2004, precies vierhonderd jaar na de Leidse disputaties tussen Arminius en Gomarus - met zijn remonstrantse collega prof.dr. Th.M. van Leeuwen inspireerde de auteur tot het schrijven van De belijdenis van een gebroken kerk. Binnen een jaar na.de disputatie verrast dr. Verboom ons met een boek van 320 bladzijden. Veel pagina's vult hij met citaten uit de bronnen en met verwijzingen naar andere literatuur betreffende zijn onderwerp.
Nadat van zijn hand reeds publicaties zijn verschenen over de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Catechismus van Heidelberg, is nu over het derde gereformeerde belijdenisgeschrift een pennenvrucht geboren. 'Gebóren', schrijf ik. Al lezend, voel je namelijk als het ware de 'weeën' van de geboorte. De 'vrucht' mondt uit in een indrukwekkend getuigenis in het laatste hoofdstuk: Dordt vandaag - een persoonlijke belijdenis. 

Woord vooraf
De auteur geeft aan dat zijn boek moet worden beschouwd 'als een poging, om enerzijds op zoek te gaan naar enkele oorzaken van de negatieve beeldvorming van de Dordtse Leerregels en om anderzijds de kostbare kernen van het gereformeerde belijden in deze confessie te ontdekken'. Wanneer wij de schrijver op zijn tocht volgen, zien wïj gaandeweg de strijd tussen remonstranten en contra-remonstranten doorgelicht en in de historische context gewogen. De lezer wordt opgeroepen tot een 'luisterhouding'. Naar het inzicht van prof. Verboom kan de kerk vandaag niet dan tot haar eigen schade aan de Dordtse Leerregels - 'deze schat' - voorbijgaan. Die schade wil de auteur niet op zijn geweten hebben. Hij vraagt dan ook nieuwe theologische aandacht voor de Dordtse Leerregels, door met de Canones (= D.L.) in gesprek te gaan.
Hij acht dit ook daarom zinvol, gezien de kerkorde van de Protestantse Kerk in Nederland, waarin zowel de Canones als de Konkordie van Leuenberg zijn opgenomen. Verboom signaleert hier 'een merkwaardige inconsistentie' (= vaagheid, onbestendigheid). In de Canones is namelijk sprake van een eeuwige verwerping, terwijl Leuenberg deze 'leer' afwijst.
Verboom wil met zijn boek ook zijn bijdrage leveren in wat hij noemt 'de blijvende discussie die in bevindelijkgereformeerde kring wordt gevoerd rondom thema's als verkiezing en verwerping, aanbod van genade en wedergeboorte.'

Leerzaam en ontdekkend
Onmogelijk kan ik in kort bestek recht doen aan alles wat Verboom aan de orde stelt, ook vergelijkenderwijs, wanneer - wat betreft de predestinatie en bijvoorbeeld de wedergeboorte - de opvatting van Arminius naast die van Gomarus wordt gezet en vervolgens de 'visie' van Arminius wordt gewogen ten opzichte van die van Perkins, 'de vader van de Puriteinen', die in het voetspoor van Beza treedt. Verboom wil ons helpen verstaan waar het in de kern om gaat en om draait.
Dat dit niet eenvoudig is, kunnen wij vermoeden wanneer Arminius zich beroept op Augustinus en Calvijn (Institutie), de leer van Pelagius afwijst en belijdt dat de mens alleen door Christus wordt gerechtvaardigd. Dikwijls spreekt hij ook over 'de genade van God'. Bovendien zegt hij dat de Heilige Geest het geloof in de harten werkt door de prediking van het evangelie, in de vereniging met Christus. We zouden een heel eind kunnen meegaan in een 'arminiaanse preek', zonder te beseffen een andere weg te bewandelen dan die van de Dordtse vaderen. Het boek van Verboom is dan ook leerzaam en 'ontdekkend' voor de gereformeerde gezindte.

Sola scriptura?
Het vergt een flinke dosis doorzettingsvermogen om het laatste boek van prof. Verboom te lezen en te verwerken. Niet dat de auteur over de hoofden van het gemiddelde gemeentelid heenpraat. Integendeel, hij blijkt pastoraal bewogen met 'Jan Rap en zijn maat'. De opgediende kost echter is allesbehalve licht verteerbaar. Dit zit 'm onder meer in de scholastieke methode van het denken van de twee reeds genoemde hoofdpersonen in het boek van Verboom: Arminius en Gomarus.
Wat de predestinatie betreft zegt laatstgenoemde dat de verwerping zich voltrekt als het tweede onderdeel van de voorbestemming, als een parallel dus van de verkiezing ('dubbele predestinatie'). Gomarus poneert de stelling dat, behalve met de Heilige Schrift, ook met andere argumenten kan worden aangetoond dat er een verwerping is. Verboom signaleert hier een 'constructie' en concludeert dat het scholastieke denken de grens van het speculatieve overschrijdt en het sola scriptura onder druk kan zetten. Naar zijn mening legt Arminius terecht de vinger bij een aantal zwakke plekken in Gomarus' visie op de predestinatie. Gomarus probeert een sluitend betoog te leveren. Maar 'hoe kan ooit het mysterie van Gods predestinatie rationeel inzichtelijk en aannemelijk.worden gemaakt?' :

Sleutel of bril
Al met al breekt er een oorlog uit 'in de academie en in de kerk'. Het gevecht om de waarheid begint de trekken te vertonen van de strijd om de macht. Het is de vraag of de partijen nog onbevangen naar elkaar willen luisteren. Nee, dus! Gevolg: kerkscheuring. Heel actueel! Een breuk, niet alleen ten gevolge van een conflict over 'de leer' van de predestinatie.
Heeft prof. C. Graafland gelijk gehad toen hij - met anderen vóór hem - stelde dat het conflict rond Dordt niet zozeer vastzit op de leer van de predestinatie, als wel op het belijden van de rechtvaardiging door het geloof? Er is van lieverlee namelijk een verschuiving opgetreden van het geloof naar de wedergeboorte, van de belofte van God als de enige grond van behoud, naar de 'toepassing' daarvan.
De neerslag van deze ontwikkeling is merkbaar in de Canones. Wanneer Verboom de Leerregels vergelijkt met de Ned. Geloofsbelijdenis en de Heidelbergse Catechismus, gebruikt hij het woord 'ambivalentie'. Vandaar dat hij het 'niet raadzaam' acht onze belijdenisgeschriften uit de zestiende eeuw te lezen door de bril van Dordt. Hij stelt voor het omgekeerde te doen. Zo overhandigt hij de lezer een sleutel om de deur van Dordt te openen. Wie de bril van de Ned. Geloofsbelijdenis en de Catechismus van Heidelberg opzet om de Leerregels te lezen, zal telkens het goud van de Reformatie zien schitteren.
Verboom maakt zijn bedoeling concreet door in het laatste hoofdstuk van zijn boek heel open te zijn over zijn persoonlijke omgang met de Canones

Lofzang
De vertolking die de auteur geeft van de Leerregels, is van A tot Z een loflied. Hij weet zich als 'kind van de toorn' tegelijk een kind van de liefde. Hoe hij dat aan de weet is gekomen? Niet door een bijzondere ervaring, maar omdat hij dat heeft gehoord, in de kerkdiensten. Het is hem verkondigd. Gods verkiezing realiseert zich door de prediking van het evangelie en het gelovig aannemen van die boodschap. Met de inzet van deDordtse Leerregels legt Verboom veel nadruk op de prediking van het evangelie, het getuigenis van de openbaring van Gods liefde voor de wereld (Joh. 3:16). Hét bewijs van die liefde is de Zoon van God, de Redder der wereld.
Verboom wil dan ook niet over de uitverkiezing spreken dan aan de voet van het Kruis van Christus. Niet los van de Zaligmaker. Wie buiten Christus om redeneert, noemt Verboom een 'waaghals'.
Wie het evangelie van Gods liefde hoort en dat afwijst, wordt verworpen: 'God verwerpt alleen die Hem verwerpt' (...) Het niet verkoren zijn biedt in de Schrift nooit een verklaring voor het ongeloof. Het is veel meer een gevolg van ons ongeloof'. Dat ik het evangelie niet afwijs, 'vindt zijn diepste oorzaak in het feit dat God voor mij koos (...) Ik begon voor Hem te kiezen, omdat Hij voor mij had gekozen. Mijn heil ligt vast in het hart van de eeuwige God'. Laten wij zingen tot Gods eer.

Prediking
Met een aantal uitspraken die ik in de voorgaande paragraaf citeerde, steekt Verboom zijn nek uit. Zijn accent op de prediking, bijvoorbeeld, zal mogelijk op weerstand stuiten. Toch wil ik graag, voor het zover komt, er op wijzen dat juist in de Leerregels onze vaderen dikwijls aan de verkondiging van het evangelie de nadruk geven. Tot de gevallen mens zendt God verkondigers van de zeer blijde boodschap. De volgorde waarin de Canones zijn geschreven, lijkt mij niet toevallig. Met de prediking voorop - en het belang en de kracht daarvan telkens herhaald! - wordt aangegeven hoe wij verder moeten lezen.
Gaandeweg wordt ons duidelijk dat de vaderen van Dordt de verkiezing en de verwerping hebben verbonden met de verkondiging van het evangelie en de reactie daarop van degenen die het horen: aannemen of verwerpen. Reeds lang geleden heb ik dit geleerd van mijn mentoren ds. L. Kievit en dr. C.A. Tukker. (Zie ook de gedachten van dr. H.F. Kohlbrugge in Bedelen bij de bron - P. 529v. - van dr. A. de Reuver). In V, 14 belijden de Leerregels dat God het werk van de genade dat Hij door de prediking van het evangelie is aangevangen, ook in stand houdt, het voortzet en voltooit, door het horen, lezen en overdenken daarvan ...'

Actueel vandaag
De prediking raakt in diskrediet, wordt verdrongen.Van alles en nog wat komt er voor in de plaats, bijvoorbeeld sacrale dans of pantomime. Steeds meer 'verkondigers van deze zeer blijde boodschap' (I, 3) en dus de boodschap, worden buiten de deur gezet. Zó (!) voltrekt zich de verwerping, naar het woord van Jezus in Mattheüs 10. Het is van tweeën één: Zij die door Christus zijn uitgezonden met 'vrede' ontvangen en in Gods vrede delen, óf hen afwijzen en een situatie over zich inroepen erger dan die van Sodom en Gomorra. Onder deze hoogspanning voltrekt zich de dienst van Woord en sacramenten.

Het strijdperk van dit leven
'De leer' van Arminius hangt volgens Verboom mogelijk samen met diens traumatische ervaringen als jongen van vijftien: het uitmoorden van Oudewater door de Spanjaarden, het afslachten van zijn moeder en alle andere leden van het grote gezin, het verbranden van het ouderlijk huis. Bij mij kwam de gedachte op dat de belijdenis van Verboom verweven is met diens levensgang. Hij formuleert voorzichtig. Hierboven noemde ik 'zijn confessie' reeds indrukwekkend. Daar blijf ik bij. De auteur zingt een lofzang. Ieder vogeltje zingt ...
Het is mij echter opgevallen dat bij Verboom strijd en aanvechting in het kader van de leer der predestinatie zeer minimaal aan de orde komen. En dan nog beperkt tot het innerlijk-geestelijke. Leren wij uit de Heilige Schrift niet dat het belijden van en de lofzang op de verkiezende God (liever niet: het belijden van 'de uitverkiezing') wordt geboren in de strijd van het geloof? Niet alleen innerlijke strijd, maar dagelijks kruisdragen, het 'lijden van deze tegenwoordige tijd'. Wie denkt dan niet aan Gods uitverkoren volk, Israël? En aan de martelaars in de geschiedenis der Kerk en de tweehonderd miljoen broeders en zusters die vandaag in een groot aantal landen worden vervolgd om Christus' wil? Hoevelen ook van Gods kinderen lijden in het zogeheten 'vrije Westen' omdat zij Jezus volgen, zijn Naam belijden. Jezus waarschuwt voor haat, vijandschap, verleiding, doodsdreiging en zo meer. Volgens de Bijbel hoort dit bij de volgelingen van de Heiland. 'In de wereld zult gij verdrukking hebben (...) Een dienstknecht is niet meerder dan zijn heer (...) Zij zullen u uit de synagoge werpen'.
In deze concrete context is het belijden van de verkiezende God een diepe troost. 'De poorten der hel zullen de gemeente van Christus niet overweldigen.' Niemand kan of zal de schapen van de Goede Herder uit diens hand roven. Zo goed als zij worden verworpen die de getuigen van het evangelie en dus Christus verwerpen, is er een keerzijde voor hen die Jezus uitzendt: wel door ménsen verworpen, maar door Gód verkoren!

Ten slotte
Als student kerkte ik op een zondagavond in de Jacobikerk te Utrecht. De troost van de leer der verkiezing ontging me toen nog. De voorganger, ds. L. Vroegindeweij, preekte over Het boek des levens'.  Hij besloot zijn preek ongeveer als volgt: 'Zit u met de vraag of uw naam ook in dat boek voorkomt? Zo ja, ga dan niet redeneren, niet met de duivel in discussie, maar vraag eenvoudig aan de Heere of Hij u alsnog in zijn boek bijschrijft. Amen'. Later las ik woorden van gelijke strekking in preken van Kohlbrugge. Op een Nieuwjaarsdag komt hij tot zijn gemeente met een wens '... dat God er nog velen in Zijn levensboek zal bijschrijven'.
De inhoud van het boek van Verboom is voor mij reden om ook iets te wensen: dat op zijn minst de eerste druk niet aan de vraag kan beantwoorden, opdat velen leren instemmen met het lied dat 'onze' Leidse hoogleraar ons voorzingt.

N.a.v. dr. W. Verboom:
De belijdenis van een gebroken kerk. De Dordtse Leerregels, voorgeschiedenis en theologie.
Uitg. Boekencentrum, Zoetermeer; 320 blz.; € 22,50.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 november 2005

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Sleutel om deur van Dordt te openen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 november 2005

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's