Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de pers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de pers

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gidsland
Wie het Groot Woordenboek der Nederlandse Taal op het woord 'gidsland' raadpleegt, krijgt het volgende te lezen: 'Een land dat een bepaalde politieke ontwikkeling stimuleert, daarbij de toon aangeeft en daarin vooroploopt.' Hoe kom ik op dit thema? Wel, de redactie van het tweewekelijks verschijnende opinieblad voor kerk en samenleving VolZin (de voortzetting van Hervormd Nederland en de Bazuin) belegde zaterdag 12 november 2005 in de Janskerk in Utrecht een lezersdag waarop de zogeheten VolZin-lezing werd gehouden. Uitgenodigd was prof.dr. James C. Kennedy, hoogleraar Nieuwste Geschiedenis aan de Vrije Universiteit.
Zijn thema was: Opkomst en Neergang van Nederland Gidsland - Een licht onder de volken. Er was die dag ook een forum met daarin Bas de Gaay Fortman, Beatrice de Graaf, Manuela Kalsky en Bart Jan Spruyt. In de jaren '70 blijkt Bas de Gaay Fortman als PPR-voorman de term 'gidsland' te hebben geïntroduceerd in een uiteenzetting over ontwapeningspolitiek. Intussen, aldus De Gaay Fortman, is de term 'gidsland' ver over de houdbaarheidsdatum heen en mag wat hem betreft door het afvoerputje van de Dikke Van Dale verdwijnen. Hij spreekt vandaag liever over Nederland als 'kikkerland': veel gekwaak en weinig oog voor de omgeving. 'We lijden aan ernstige zelfoverschatting,' aldus De Gaay Fortman.
Nederland Gidsland duurde ongeveer van 1960-1985. De progressieve religieuze cultuur van die jaren fungeerde duidelijk als inspiratiebron voor veel van het activisme en de idealen van die tijd, concludeert Kennedy in zijn lezing. Waarom liep het uiteindelijk toch dood? Kennedy noemt allerlei factoren zoals: de aanhoudende economische recessie, het einde van de Koude Oorlog, de opkomst van de neo-liberale ideologie. Maar dan wijst hij ook op 'ten minste drie interne factoren die het voortbestaan van een progressieve, religieuze visie in de weg hebben gestaan.' Als eerste meldt hij dat veel idealen te hoog gegrepen leken. Ze liepen stuk op de aardse werkelijkheid en op het onvermogen om dingen werkelijk te veranderen. De idealen zijn niet verdwenen maar zijn wel teruggebracht tot een bescheidener formaat, aldus Kennedy.

En dit toekomstgerichte denken van de progressieve, religieuze cultuur onthult een tweede zwakheid - haar overdreven anti-traditionele houding. 'Vernieuwing' was lange tijd het kernwoord in de Nederlandse politieke cultuur en haar onverschilligheid of vijandigheid ten opzichte van het verleden heeft niet altijd in haar voordeel gewerkt. Het verwerpen van tradities en het omarmen van theologie, rituelen en activisme die 'bij de tijd' waren, heeft het Nederlandse christendom afgesloten van een verleden dat rijker was dan de bewust 'moderne' inkleding van het geloof. In sommige gevallen heeft dit geleid tot een soort spiritueel faillissement, waarin religie werd gereduceerd tot een hier-en-nu sociaal activisme en waar een duidelijk geloofssysteem werd vervangen door een vage vorm van spiritualiteit. In haar ijver om eigentijds te zijn heeft de Nederlandse progressieve religieuze cultuur zeggingskracht verloren voor toekomstige generaties.
Dat brengt mij tot het derde punt. Binnen deze cultuur werd religie en moreel activisme vooral gezien als een innerlijke overtuiging - alles dat van buitenaf opgelegd werd beperkte namelijk de vrijheid van het individu. Overigens was deze cultuur zelf ook niet helemaal vrij van dwang; het collectieve karakter van veel vernieuwende bewegingen oefende ook druk uit op het geweten van een ieder. Maar het ideaal was toch dat mensen zélf konden overwegen hoe zij hun leven vorm wilden geven. De zoektocht naar waarheid en recht moest een individuele zoektocht zijn. Deze zienswijze is niet zonder waarde, maar het creëerde wel een samenleving van 'vrije' individuen die vastgestelde kaders wantrouwden en weinig moesten hebben van instituten en gezagsdragers. Eén van de problemen waarmee Nederland nu worstelt is dat het lidmaatschap van organisaties die de samenhang in de samenleving bevorderen lager is dan elders en dat Nederlandse publieke instellingen onzeker zijn over hun taak en missie. Je kunt zeggen dat de intensieve en anti-institutionele morele energie van Nederland Gidsland de bestaande vaste kaders en instellingen, waaronder ook de kerk, langzamerhand heeft uitgehold.

Hier ligt dus mede een oorzaak dat de invloed van de kerken in de Nederlandse samenleving zo sterk is afgenomen. Een conclusie die overweging verdient. Hoe dienen we als christenen dan in het heden te staan? Dat vraagt om een diepere omgang met het eigen geloof en een herwaardering van de eigen religieuze tradities, aldus prof. Kennedy.

Afscheid van religie
In Beweging (25e jaargang nr. 3 - najaar 2005), een uitgave van de Stichting voor Reformatorische Wijsbegeerte, staat een interview te lezen met de bekende godsdienstsocioloog Peter van der Veer (hoogleraar vergelijkende godsdienstwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam en universiteitshoogleraar aan de Universiteit Utrecht). Het is een slotgesprek in een reeks van Govert Buijs en Herman Paul over thema's als: hoe vergaat het de grote verhalen (van christendom, socialisme, liberalisme e.a.), wat gebeurt er met religie en ideologie als burgers beginnen na te denken over terrorisme, normen en waarden et cetera..
Mij gaat het in aansluiting op de lezing van prof. Kennedy over de plaats van de religie in Nederland.

Boven het gesprek met Peter van der Veer hebben zijn gesprekspartners het opschrift geplaatst: Afscheid van religie is typisch Nederlands. Van der Veer beweert dat religie zich in ons land in de negentiende eeuw koppelde aan de instituten van de natiestaat. Hij bedoelt: religie werd bepalend voor de vorming van nieuwe politieke partijen. Daarmee drong religie door tot beleidsbepalend handelen binnen de samenleving.
Het ging mede de inhoud stempelen van de politiek die besliste over het leven van mensen.

Zodoende zagen protestantisme en katholicisme er aan het einde van de negentiende eeuw in Nederland echt anders uit dan aan het begin van de eeuw. Religie had rollen en betekenissen gekregen die ze voordien niet had. Godsdienst had invloed gekregen op de maatschappelijke positie van mensen - niet alleen in de politiek, maar ook in het maatschappelijke middenveld. Alles was verkaveld rond ideologieën en religieuze opvattingen. Het moderne Nederland was dus volop religieus en ideologisch angehaucht. Sterker nog, het moderniseringsproces had de publieke manifestatie van religie mogelijk gemaakt.
Wat mij in de jaren rond 1960 opvalt, is de omslag van een religie die alle terreinen van het leven bepaalt - het bisschoppelijke mandement uit 1954 vind ik een prachtig voorbeeld - naar een totale afwijzing van godsdienst. Zowel die invloed van religie op de details van het leven als de ontsnapping daarvan reikten zeer ver. De grip van religie op het alledaagse leven was zo stevig, dat de bevrijding hiervan navenant groot moest zijn. In zoverre denk ik dat jullie hypothese juist is. Zelf ben ik, wat dit betreft, iets te laat geboren. Maar degeneratie die jong was in de jaren zestig beweert doorgaans dat ze de secularisatie als een enorme bevrijding ervoer. Dat ze weg kon van die allesbeheersende religie. Met als gevolg dat hun kinderen en kleinkinderen nauwelijks in andere dan afkeurende termen over religie kunnen spreken Ze zien godsdienst alleen als een bedreiging, als iets wat in principe negatief is.
Dit, wil ik met nadruk zeggen, is een unieke ontwikkeling. Zowel die enorme invloed van religie als het radicale afscheid ervan zijn uniek Nederlands. Dit past in geen enkel model, dit moet je apart voor Nederland verklaren. Waarschijnlijk is dit een van de redenen waarom wij, getuige onze reacties op de islam, het roer nu zo kwijt zijn. Omdat we zo'n specifiek religieus verleden hebben, zijn we nauwelijks in staat te begrijpen wat religie elders ter wereld betekent. Als mensen met een andere geschiedenis, moslim-migranten bijvoorbeeld, daarbij komen, levert dat veel verwarring op en foute interpretaties van elkaar.

Hier ligt, aldus prof. Van der Veer als ik hem goed begrijp, een van de achtergronden dat er vandaag zo spastisch, wordt gereageerd op alles wat maar enigszins duidt op een inbreng van religie van mensen. 'Wij Nederlanders zijn gevangen in een specifieke geschiedenis die ons belet om op een genuanceerde manier met religie om te gaan.'

P.S. De hier geciteerde lezing van prof. James Kennedy staat te lezen in het laatste nummer van VolZin (18 november 2005). Informatie: e-mail: administratie@opiniebladvolzin.nl
Wie inlichtingen wil over het interview met prof. Peter van der Veer kan zich melden via e-mail: reform.philos@wxs.nl of de website: home.wxs.nl/-srw. Een los nummer kost
€ 5,67.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 2005

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Uit de pers

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 2005

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's