Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De preekstoel en de kerkbank

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De preekstoel en de kerkbank

DRUK OP DE SCHOUDERS VAN (JONGE) DOMINEES

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoe staat het er voor in de gemeenten? Hoe is haar leven uit het Woord van de Heere en haar houding in deze wereld? Die vraag laat zich door ons niet beantwoorden op een manier zoals in Openbaring 2 en 3 gebeurt. Johannes heeft op Patmos inzicht in de beslissende blik die vanuit de hemel geslagen wordt op zeven gemeenten in Klein-Azië. Wij missen die analyse tot op de kern, tot op wie de gemeente voor Gods aangezicht is. Waar onze indruk altijd een voorlopige is, kunnen we echter wel waarnemen wat we zien en doorgeven wat we horen. Juist om meer en meer op die gemeenten te gaan lijken, die in een context van verdrukking of afval gearbeid hebben omwille van Zijn Naam en Hem niet verloochend hebben.

Momenten dat het meer dan gemiddeld spannend kan zijn in de gemeente zijn de perioden van de verkiezing van nieuwe ambtsdragers of een vakante periode. Hoe de gemeente haar toekomst ziet, komt onder meer tot uitdrukking in de predikant die beroepen wordt, in de broeders die tot het ambt verkozen worden. Ook voor de dienaar van het Woord die het betreft, kan het spannend zijn: zou ik als herder en leraar deze gemeente met zegen kunnen dienen? Bij een overweging voor Gods aangezicht heeft hij immers een gemeente voor zich die hij in de prediking en tijdens een kennismaking ontmoet heeft en zoekt hij alle reacties en aanwijzingen te duiden. Als we hierbij de vinger leggen, constateren we dat de druk die op de schouders van een predikant gelegd wordt, groot is, té groot. Een voorbeeld: waar gemeenten in toenemende mate qua opvattingen en visies van mensen brede gemeenten geworden zijn, geeft dit voor de kerkenraden zorg in het beroepingswerk. Wie is in staat in zijn prediking, maar niet minder met zijn persoon de gehele gemeente aan te spreken? Dat laatste is zeker geen ondergeschikt punt, nu het gezag van het ambt sterk gekoppeld is aan de wijze waarop iemand zijn ambt draagt en vervult. Een kerkenraad zoekt daarom naar een dominee die goed communiceert, meer dan gemiddeld begaafd is om te spreken, met de jongeren overweg kan, niet krampachtig is inzake een enkele vernieuwing of juist stevig in zijn liturgische schoenen staat enzovoorts. En tot slot, die in de prediking boeit. Het schaap met vijf poten heeft inmiddels soms zeven poten nodig.

De vleugels bereiken
Het zal duidelijk zijn dat deze (weliswaar wat gechargeerde) tekening van de werkelijkheid, ongezond is. Met elkaar leggen we een druk op de schouder van een predikant die niet op zijn schouders gelegd mag worden. 'Dominee, u bent degene die de eenheid hier kan bewaren, die de vleugels nog kan bereiken.' Zulke uitspraken mogen we predikanten niet aandoen, noch in een beroepingstraject, noch in het reguliere gemeentelijke leven, ook al is het ambt (niet: de ambtsdrager) symbool voor de eenheid van de gemeente. De verantwoordelijkheid voor het welzijn van de gemeente wordt anders op een onbijbelse wijze gekoppeld aan de persoon van de voorganger.
Het kan de dominee afbrengen van de kern van zijn opdracht, als hij tot de verleiding gebracht wordt vandaag wat te kijken naar het deel van de gemeente dat liever Paulus hoort en volgende week wat aandacht te geven aan het deel dat zich meer in Apollos kan vinden. Hoe gemakkelijk wordt hij zo speelbal van diverse groepen of categorieën mensen in de gemeente. Predikanten zelf kunnen met een dergelijk verwachtingspatroon ook niet uit de voeten. 'Ik kan en ik wil er niet eens aan voldoen, ' zei een predikant onlangs, toen de beroepingscommissie vertrokken was.

Jongere predikanten
Nog een stap verder gaat wat ik hoorde van een van onze dominees die al bijna 35 jaar in de gemeenten mag dienen, een man die altijd iets van de vreugde vanwege het werk in Gods wijngaard met zich draagt. Hij refereerde aan een kring van predikanten die enkele keren per jaar bijeenkomt, tot onderlinge toerusting. Hem was het in de laatste bijeenkomst opgevallen dat met name de jongere dominees het ambt zo zwaar valt, kijkend naar wat ze allemaal moeten en waaraan ze allemaal dienen te voldoen. 'Dat was beslist anders, toen mijn generatie dertig jaar geleden in de eerste gemeente stond.' Hij vertelde er gelukkig bij dat een emeritus predikant in 'een geloofsgebed' God had aangeroepen - goed om te vermelden dat collegialiteit en saamhorigheid op bijbelse wijze kunnen functioneren. Wie kan er zonder?
De mooie inhoud van het predikantschap is van week tot week al zwaar genoeg om de taak van de dominee te belasten met het voldoen aan een verwachtingspatroon dat geen mens kan opbrengen. Het is nodig dat we ons dit blijven realiseren.
Maar ook kerkenraden hebben aan een verwachtingspatroon te voldoen. Zij hebben niet alleen te maken met de predikant die de gemeente dient, soms al jarenlang, of met de te beroepen predikant, maar ook met de gemeente. Een gemeente waarvan de leden niet automatisch betrokken blijven op de zondagse eredienst, op de doordeweekse activiteiten waarbij de Bijbel opengaat. Want kerkelijke trouw moet soms wijken, als de naburige gemeente een dominee met een klein talent meer heeft. Overigens: die wel de roeping heeft zeer met zijn talent te woekeren, door te studeren in de Schrift. Wat moet een kerkenraad met het signaal dat iemand afgeeft: 'Als die dominee beroepen wordt, zijn wij weg.' Moet je zo'n signaal negeren of er toch iets mee doen? Het legt een ongezonde maar vooral onbijbelse druk op de kerkenraden, in het leggen van contacten met iemand die in de gemeente wellicht de herderstaf kan gaan opnemen. Het is vooral een uiting die er blijk van geeft dat zicht op wat de gemeente bijbels is, ontbreekt.

Vacatures na 1 mei
Het aantal vacatures in hervormd-gereformeerde kring is na 1 mei 2004 fors toegenomen, terwijl in gescheurde gemeenten de kerkenraden inzetten op een ervaren predikant. Soms  ervaart deze dat God in de gemeente die hij nu dient, nog werk voor hem heeft. Het legt een extra druk op het beroepingswerk. Dit alles mag in ons midden vooral tot een (hernieuwd), gebed brengen of de Heere mannen wil roepen tot het ambt, mensen die de Heilige Geest ontvingen en met wijsheid en liefde in de gemeenten kunnen werken. Daarbij denken we ook aan degenen die hun studie afgerond hebben, en nu wachten op een concrete roep  uit de gemeenten.
Mensen die in trouw en toewijding beschikbaar zijn, dat hebben we nodig, dwars door de onderwaardering van het ambt op vele plaatsen heen.
Dat gebed mag er tegelijk zijn voor degenen die hun roeping bevestigd zagen en nu de gemeenten dienen. Een voortreffelijk werk om naar te verlangen, schrijft Paulus - maar is het dan niet alarmerend dat het jongere dominees in onze (kerkelijke) cultuur zwaar valt? Wie hen omringt met gebed en meeleven, zet geen mensen op een voetstuk, maar strijdt de goede strijd van het geloof mee.

Samenbindende boodschap
Het was al in 1971 dat dr. D.M. Lloyd- Jones verwoordde dat de kerkbank zich meer en meer liet gelden en de preekstoel de wet ging voorschrijven. Hij signaleerde dat mensen bijbelse begrippen als rechtvaardiging en heiligmaking niet meer verstaan en noemde als gevolg 'de grote, moderne rage om nieuwe bijbelvertalingen in vertrouwde, alledaagse taal. (...) 'De kerkbank heeft het voor het zeggen.' De Engelse prediker blijft niet hangen in het benoemen van wat hij voor ogen ziet, maar wijst ook een weg. 'De predikant moet er op wijzen dat de nood van zelfvoldane farizeeërs ontzaglijk groot is, ja, net zo groot als die vaü de tollenaars, zo niet groter.' Daar tegenover plaatst hij Christus, Zijn reinheid, Zijn heiligheid, Zijn liefde.
Zou zo'n boodschap in de gemeente, niet samenbinden? Dat is toch het enige profiel dat een predikant aan zijn prediking kan geven. Een voluit bijbelse verkondiging die niet rekent met groepen in de gemeente, maar allen meeneemt naar het kruis van Christus. Leert de geschiedenis en de kerkelijke praktijk niet dat een gemeente alleen herleeft door een gedurige prediking van het werk van de Vader, de Zoon, de Heilige Geest?

Wijsheid van het kruis
De wijsheid van God is uitgelopen op het kruis. De gemeente is daarom nooit meer dan gemeente onder het kruis. De inhoud van de verkondiging is nooit anders dan de gekruisigde Christus. Waar in de gemeente van Korinthe de welsprekendheid hoge ogen gooide en iedereen graag een opbouwende duit in het religieuze zakje wilde doen, dreigde het gevaar dat het kruis van Christus verijdeld wordt. Dan doet het evangelie geen kracht meer en leren we God niet kennen. God maakt de wijsheid van de wereld te schande. En Hij oordeelt ook over onze zondige denkpatronen inzake de gemeente, de maakbaarheid van de gemeente, het willen ontlopen van het kruis. In dat kruis ligt ook de troost, omdat Christus overwon en in Hem het Koninkrijk gekomen is. Waar wij ons, ook als gemeente, onderwerpen aan de Heilige Geest, nemen we het juk van Christus op en regeert Hij ook in ons leven. Dat is een vreugde voor dienaren van het Woord en voor gemeenteleden.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 december 2005

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

De preekstoel en de kerkbank

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 december 2005

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's