Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Evangelie in composities

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Evangelie in composities

DE PREDIKING VAN DE VERZOENING BIJ BACH [3]

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het kruis
We zagen in onze eerste bijdrage hoe Bach in zijn Hohe Messe het Gekruisigd een centrale plaats geeft. Het behoeft geen verwondering te wekken dat een componist die zozeer ademt in de sfeer van Luthers kruistheologie, ook in vele andere werken de bijzondere betekenis van de kruisdood naar voren haalt.
Bach spreekt in zijn toontaal op tweeërlei wijze over het kruis. Het is het kruis waaraan Jezus stierf voor onze zonden. Maar 'kruis' betekent ook het kruis dat de christen draagt in de navolging van Jezus. Kruisdragen, lijden en dood zijn veel voorkomende motieven in zijn werken. Ze weerspiegelen de orthodoxe geloofsbeleving van zijn tijd, een beleving die zo heel anders is dan het levensbesef in onze op genieten in het hier en nu ingestelde cultuur. Overigens betekent dat niet dat Bachs werk een pessimistische geest ademt. Integendeel, de christen is zum Sieger auserkoren, tot overwinnaar verkoren horen we in Cantate 80. Maar deze zegen wordt ontvangen op de geloofsweg, waarin de gelovige deelt in het lijden van Christus om met Hem op te staan en de verheerlijking tegemoet te gaan.

De christen en het kruis
De nadruk op het kruis in de navolging laat zien dat genade niet goedkoop is. Het maakt ook duidelijk dat het objectieve en het subjectieve moment in elkaar grijpen. Het heil door Christus' kruisdood verworven, valt een mens ten deel in de weg van de geloofsgemeenschap met Christus.
Een mooi voorbeeld vinden we in Cantate 33. Allein zu Dir, Herr Jesu Christ voor een van de zondagen na Pinksteren. Het is een cantate waarin de vier strofen van een lied van Konrad Huber zijn verwerkt (voor de vertaling zie Gez. 407 Liedboek). Een van de mooiste onderdelen is de alt-aria Wie fürchtsam wankten meine Schritte. In dit fragment dat in de uitvoering onder leiding van Ton Koopman negen minuten duurt, beeldt Bach het vreselijke wanken, wankelen van de voetstappen van de gelovige indrukwekkend uit in de muziek via een door de violen gespeeld melodie, ritmische figuren en een tokkelachtige begeleiding van andere instrumenten (pizzicato-spel). Maar de gelovige behoeft niet bang te zijn ten val te komen. Want, zo zingt de alt: Jezus hoort naar mijn gebed en treedt voor mij in bij Zijn Vader. Al drukt mij de last van de zonde, Jezus' troostwoord dat Hij voor mij genoeggedaan heeft, helpt mij verder. Opvallend is dan dat de hierboven genoemde kenmerken rond het 'wankelen van de schreden' wegvallen. En nog treffender is hoe Bach het 'hass er für mich genug getan door enkele herhalingen sterk onderstreept. Het 'met Christus' lijden' vindt zijn rustpunt in het 'Hij voor mij'.

Zaak van vreugde
We wijzen ook op Cantate 159 Sehet wir gehn hinauf gegen Jerusalem. Aan de tekst ligt Lukas 18:31 ten grondslag, waar Jezus tot zijn leerlingen zegt: 'Ziet wij gaan op naar Jeruzalem en het zal alles volbracht worden aan de Zoon des mensen, wat geschreven is door de profeten.'
De cantate begint met een dialoog tussen Jezus en de gelovige op de eerste woorden van dit bijbelvers. Bach laat, zoals ook in zijn passionen, de woorden van Jezus door een bas zingen. Een altstem antwoordt met de bange vraag: 'Waarheen gaat uw Jezus heen?' Prachtig wordt vervolgens het 'opgaan' uitgebeeld in de stijgende beweging van de muziek. Na een onderbreking door de altstem die mediteert over de zware gang bergopwaarts - zwaar doordat ze onze zonden laat zien horen we het doel van de opgang: 'Naar Jeruzalem' dat door de herhaling een sterk accent krijgt. Het daaropvolgende deel is een alt-aria waarin de gelovige uitspreekt Jezus na te volgen, ook als dat smaad en kruis betekent. De sopranen van het koor mengen zich in deze solo met een van de strofen van het bekende lied van Paul Gerhardt: 'O Hoofd, vol bloed en wonden', dat we kennen uit de Matthaüs Passion. Het hoogtepunt van de cantate is het vierde deel, de aria 'Het is volbracht', waarin Bach teruggrijpt op het 'volbracht' uit Lukas 18:31. De navolging rust in wat Christus voor ons volbracht heeft. In het slotkoraal horen we dan ook dat Jezus' lijden voor de gelovige een zaak van vreugde is: Jesus deine Passion ist mir lauter Freude.

Matthaüs Passie
Een bespreking van het thema 'verzoening' bij Bach kan aan de passiemuziek niet voorbijgaan. Al direct in het grootse dubbelkorige openingskoor Kommt, ihr Töchter, helft mir klagen klinken de diepe tonen van schuld en verzoening. Terwijl de oproep om te klagen herhaald wordt, horen we gezongen door sopranen - in de huidige praktijk vaak jongensstemmen - het koraal 'O, Lam van God, onschuldig' (O Lamm Gottes unschuldig). Het lied werd in Leipzig gezongen aan het slot van de avondmaalsviering in de hoofddienst op Goede Vrijdag. Ook in de orgelwerken komen we verschillende bewerkingen van dit koraal tegen, onder andere in het eerder genoemde Orgelbüchlein en in de 18 Leipziger Koralen. Daar laat de componist drie maal de melodie horen, eerst in de sopraan, vervolgens in de tenor, tenslotte in de pedaalbas (BWV 656).
Juist de verbinding met dit koraal in het openingskoor van de Mattheüs laat zien hoe Bach van meet af aan de passiemuziek inzet op de toonhoogte van het alle zonden hebt Gij gedragen, erbarm U over ons'. Die roep om ontferming wordt ook aangrijpend vertolkt in de aria Erbarme dich, na het gedeelte over de verloochening van Petrus.
Prof. G. van der Leeuw zegt in zijn mooie boekje over de Matthaüs-Passion over deze aria: 'Wanneer ooit het berouw voor het aangezicht van den lijdenden Heiland hoorbaar is geworden, dan in dit ontroerende stuk muziek'. De woorden van de alt klinken tegen de achtergrond van een vioolmelodie, als een indrukwekkende schuldbelijdenis. Direct in aansluiting volgt dan een door het koor gezongen koraal, waarin beleden wordt dat de genade van God groter is dan de schuld. Ook in het slotkoor grijpt Bach terug op de tonen van boete, inkeer en verbrijzeling: Wir setzen uns mit Tranen nieder. Nog altijd wordt dit uitgelegd als een klaagzang die de tragiek van dit sterven zou weergeven. Een geseculariseerde cultuur vindt moeilijk aansluiting aan Bachs geloofsbeleving. Helaas ook in kerkelijke kringen wordt de hierboven genoemde uitleg nog wel eens gehoord. Wie de tekst plaatst in het verband en in het geheel van de passie, moet tot een andere conclusie komen: de tranen zijn de tranen van het berouw, van een verbroken en verbrijzeld hart dat God niet veracht. Zo kun je als het ware een boog spannen van het begin via het Erbarme dich en de tranen van Petrus naar dit slot.

O Mensch bewein dein Sünde gross
Ik noem ten slotte nog een ander fragment, dat voor mij persoonlijk het hoogtepunt van de Mattheüs Passie is, namelijk het slotkoraal van het eerste deel O Mensch, bewein dein Sünde gross. De tekst getuigt van de menswording en het middelaarswerk van Jezus, voor onze zonden geofferd. De melodie is de melodie van Psalm 68. Organisten zullen ongetwijfeld het prachtige orgelkoraal kennen uit het Orgelbüchlein. Bach heeft deze muziek aanvankelijk bedoeld als openingskoor voor de Johannes-Passion. Het is een zgn. gefigureerd koraal in de stijl van de orgelkoralen. De melodie wordt gezongen door de sopranen en de stemmen van het jongenskoor. De drie andere stemmen slingeren zich als het ware om deze koraalstem heen. Ook de orkestpartij - een fijnzinnig stemmenweefsel van fluiten, hobo's en strijkers - is van een bijzondere schoonheid. Verschillende elementen uit de tekst worden beeldend geaccentueerd, zoals het 'voor ons' in de regel Dass er für uns geopfert wird. Maar ook in de weergave van de woorden 'lang' en 'kruis' in de laatste regel Wöhl an dem Kreuze lange klinkt de betekenis van Jezus' lijden door. De voorlaatste regel over het dragen van de zware last van de zonde grijpt terug op het openingskoor. Zo vormen begin en eind van het eerste deel een raamwerk waarin Jezus' weg naar het kruis als het ware gevat is. Met deze enkele voorbeelden uit dit grootse werk volstaan we, in de hoop u een indruk gegeven te hebben van de wijze waarop Bach het hart van het evangelie - het plaatsbekledend lijden van Christus - in vele van zijn composities vertolkt heeft.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 december 2005

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Evangelie in composities

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 december 2005

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's