Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De praktijk van het ziekenbezoek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De praktijk van het ziekenbezoek

PASTORAAT [8]

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Deze bijdrage zal gaan over de praktijk van het ziekenbezoek. Ik heb er in de vorige aflevering over geschreven hoe wij de zieken benaderen zullen. Het komt erop neer dat de omgang met zieken en lijdenden, zoals ik ergens las, een werk is van liefde en tact. Gepast respect betonen gaat gepaard met tactvol optreden. Dat moet onze omgang met ieder mens bepalen, en dan ook zeker de omgang met iemand die zich door ziekte in een kwetsbare positie bevindt.
Ter aanvulling op wat ik in het vorige artikel schreef, wil ik nog wat nader ingaan op het pastoraat aan stervenden en aan psychiatrische patiënten. Ter afsluiting volgen wat opmerkingen over bezoek aan zieken thuis en in het ziekenhuis.

Pastoraat aan stervenden
Ziekenbezoek kan ook betekenen dat wij gemeenteleden bezoeken die in de laatste fase van hun leven zijn gekomen. Die zogenoemde terminale fase is ingetreden als de medische mogelijkheden om de ziekte te behandelen uitgeput zijn en de arts zegt: ‘Helaas kan ik niets meer voor u doen, behalve dan uw lijden verlichten.’ Dan rest alleen de palliatieve zorg, die tegenwoordig nogal eens in een hospice wordt gegeven. Dan moet de zieke het naderend levenseinde onder ogen zien. Soms komt dat spoedig, maar het kan ook nog enige maanden duren.
De zieke heeft zich op het sterven voor te bereiden, vaak een heel moeilijk proces. De mededeling dat de ziekte ongeneeslijk is, kan paniek veroorzaken. Men kan er niet aan willen en opstandig worden. Daarna kan er een fase van ontreddering en wanhoop zijn. In die eerste fase is men dikwijls boos op God. Dat kan zich uiten in woede. In een later stadium schaamt men zich ervoor en belijdt het als schuld. In de fase van ontreddering is er vaak een wanhopig zoeken naar houvast en een biddend worstelen om tot geloof en tot zekerheid aangaande het behoud te komen.
Van de pastorale begeleider wordt veel gevraagd. Wie zelf niet in de laatste fase van zijn leven gekomen is, heeft er geen ervaring van. Hij dient dus bescheiden en al luisterend mee te leven, in een poging iets van dit zeer emotionele proces te verstaan. De genoemde bescheidenheid hoeft een duidelijk pastoraat niet in de weg te staan. Dat mag ook niet. Het is immers onze roeping om ook de mens in zijn laatste levensfase het Woord van God voor te houden; om de ziekte in opwekking, vermaning en vertroosting het evangelie te verkondigen.
Met liefde en tact mag de vraag gesteld worden of de zieke er klaar voor is en de vrede met God kent; of hij/zij zich door het geloof in de Heere Jezus met God verzoend weten mag, zodat de dood geen angst meer aanjaagt en er de verwachting van het eeuwige leven is. Als dat nog ontbreekt, is het belangrijk samen na te gaan waar dat aan liggen kan. Zijn er misschien tot nu toe verzwegen zonden die beleden moeten worden? Is er sprake van ongeloof en twijfel? Zijn er conflicten met kinderen, familieleden of anderen die bijgelegd moeten worden?
Als zulke dingen spelen, is het onze taak vanuit het Woord de weg te wijzen, opdat de zieke in ootmoed en schuldbelijdenis mag komen tot Hem, Jezus Christus, Die een Verzoening is voor onze zonden. Wat geeft het een stille verwondering als de Heere ons gebruiken wil om hem of haar in vrede te doen ontslapen, vertrouwend op Gods genade in Christus.

Psychiatrische patiënten
Het pastoraat aan deze zieken is niet eenvoudig. Veelal is men als ambtsdrager in dezen geen ervaringsdeskundige. Dan is het heel moeilijk zich in hun situatie in te leven. Dat is al zo wanneer het gaat om mensen die overspannen zijn of aan een burn-out lijden. Want hoewel het dan niet om een specifieke zielsziekte gaat, zijn deze patiënten psychisch zo uitgeblust en in het ongerede dat het moeilijk invoelbaar is voor wie het niet kent. Dat geldt des te meer als het mensen zijn die echt geestesziek zijn; mensen die lijden aan neurose en schizofrenie, die manisch depressief of psychotisch zijn.
Vaak zijn deze mensen opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. Gemeenteleden worden daar bezocht door een predikant van het huis die in dit pastoraat gespecialiseerd is. Toch is het van belang dat de predikant of ouderling van de meente van tijd tot tijd een bezoek aan hen brengt. Het meeleven uit de gemeente wordt gewaardeerd. De band met de gemeente blijft bewaard.
We treffen gemeenteleden die aan een psychische ziekte lijden, echter ook wel thuis aan, hetzij voor of na de opname in een psychiatrisch ziekenhuis. Daarom is het nodig dat pastoraal werkenden zich op de hoogte stellen van de aard van de verschillende zielsziekten. Een boek als Kleine psychiatrie van J.H. van den Berg kan het nodige inzicht geven. Ook is aan te bevelen Psychische stoornissen en bijbelse zielszorg van S. Pfeifer.
Zoals bij alle zieken hebben wij ook bij deze patiënten ons met respect en tactvol te gedragen. Al zijn de contacten vaak moeilijk en ook moeizaam, toch is het mogelijk een goed gesprek met hen te hebben. Zij weten meestal wel dat wij ons niet kunnen inleven in hun ziekteproces, en er niet in kunnen komen hoe zij zich voelen. Maar als zij niet te zeer ‘onder de medicijnen zitten’, zijn zij aanspreekbaar en (soms onder de schijn van het tegendeel!) ontvankelijk voor het evangelie van Christus en Zijn bevrijdende genade. Woorden uit de Schrift kunnen ook hen raken en bemoedigen, is mijn ervaring. Het gebed met en voor hen is waardevol!

Bezoek aan zieken thuis
Meestal krijgen wij een seintje als een van de gemeenteleden ziek is. De patiënt meldt het zelf, of we horen het van een huisgenoot, een familielid, vriend of buur. Het is dan de bedoeling dat we op ziekenbezoek gaan. In bepaalde gevallen doen we er goed aan te vragen of het bezoek welkom is. Want als het om randkerkelijken gaat wordt het bezoek soms helemaal niet op prijs gesteld, en wekt het irritatie als de pastor zich aandient. In andere gevallen wordt het bezoek toch aanvaard. Het is geen onbekend verschijnsel dat een mens in horizontale positie wat ontvankelijker is voor het evangelie dan anders.
Het is goed van tevoren te vragen naar de aard van de ziekte en de toestand van de patiënt. Daar moeten we rekening mee houden. Laten we ook een afspraak maken over het tijdstip van ons bezoek. Het voorkomt dat het ongelegen komt, bijvoorbeeld in verband met de verzorging en verpleging van de zieke. Laten we als we op bezoek zijn, de tijd in de gaten houden. Een lang bezoek is niet gewenst. Het kan de patiënt die pijn lijdt of koorts heeft, te veel vermoeien. Druk gepraat moet voorkomen worden. Onze woorden moeten doelgericht zijn. We brengen een pastoraal bezoek. Het Woord moet aan het woord komen.
Als het bezoek op prijs gesteld wordt en we beloven terug te komen, laten we die belofte dan nakomen en niet lang wegblijven. Als het bezoek een chronische patiënt betreft, dient het op gezette tijden herhaald te worden. Het is nodig daarin trouw te zijn en het vol te houden.
Langdurig zieken zien vaak het aantal bezoekers minder worden, naarmate het ziekteproces langer duurt. Dan wordt het dubbel gewaardeerd wanneer de bezoeker namens de kerk het niet laat afweten. Zo mogen we er uitdrukking aan geven dat de Goede Herder naar Zijn schapen blijft omzien.

Bezoek in het ziekenhuis
Doorgaans bezoeken we de zieken liever thuis dan in het ziekenhuis. De drempel is dan minder hoog. Met de patiënt die thuis ligt, maakt men ook gemakkelijker contact. Thuis is de zieke meestal minder geremd, wat opener en vrijmoediger. De bezoeker is wat meer op zijn gemak.
In het ziekenhuis is de sfeer heel anders. Men voelt zich er minder vrij. Meestal deelt men de kamer met andere patiënten, die als de dominee of de ouderling op bezoek komt onwillekeurig meeluisteren. Dat kan op ons gemeentelid en diens bezoeker een remmende invloed hebben. Maar soms mengt een andere patiënt zich in het gesprek en mogen we die in ons pastoraat betrekken.
Soms is een gesprek onder vier ogen gewenst. Dat kan ook zo zijn in de thuissituatie. Het kan gebeuren dat de zieke zelf het initiatief neemt en huisgenoten verzoekt de ziekenkamer te verlaten. In het ziekenhuis kan dat meestal wel geregeld worden in overleg met de leidinggevende van de afdeling. Op deze manier is een gesprek van hart tot hart mogelijk.
Het spreekt vanzelf dat ook het bezoek aan een patiënt in het ziekenhuis niet ongelegen moet komen. Dat betekent dat de predikant of de ouderling de vaste bezoektijden moet mijden. Die zijn bestemd voor familie, vrienden en collega’s. Wie het personeel laat weten bezoeker namens de kerk te zijn, is buiten de vaste bezoekuren welkom. Het is wel gewenst te vragen of de zieke het bezoek kan hebben. Het is ook nodig rekening te houden met het werk van de verpleging. Mijn ervaring is dat de koffie- of theepauze van het personeel een goede tijd is om te benutten. Toch kan het gebeuren dat we moeten wachten tot het werk op de ziekenkamer gedaan is. Of op het moment dat de zieke na onderzoek op de kamer is teruggekeerd.
Pastoraal bezoek in het ziekenhuis dient in de regel kort te zijn. Meestal is een kwartier genoeg. Soms heeft de patiënt veel pijn en is zo ernstig ziek dat hij of zij nauwelijks aanspreekbaar is. Dan zijn een enkel woord van meeleven, één vers uit de Bijbel en een kernachtig gebed voldoende. Enkele minuten kunnen dan toch heel waardevol zijn.
In het uiterste geval is het al belangrijk dat de pastorale afgezant van de Goede Herder er is, de hand van de zieke vasthoudt en in stilte voor hem bidt.

Slotopmerkingen
Graag wil ik er nog op wijzen dat de ziekenbezoeker er goed aan doet niet alleen de patiënt maar ook diens echtgenoot of echtgenote en de gezinsleden aandacht te schenken. Zij hebben het vaak ook moeilijk. Zij lijden mee. Zij delen in de zorgen en de spanningen. Zij krijgen veel te verwerken. Ze hebben ook veel te doen. Zij zijn immers de eerstelijns mantelzorgers. Ook zij hebben dus ondersteuning en bemoediging nodig. Laten we niet vergeten hen in ons pastoraat te betrekken. Een tweede opmerking betreft het onderwerp ziekenzalving. Hierover kan ik niet uit eigen ervaring spreken.
Maar er zijn gemeenten waar erover nagedacht wordt en waar het wordt gepraktiseerd. Naar mijn mening zijn er geen bijbelse argumenten om het af te wijzen. Er is al eerder over gepubliceerd. Wie zich hierop nader beraden wil, wijs ik op het boekje van dr. M.J. Paul: Vergeving en genezing, ziekenzalving in de christelijke gemeente.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 januari 2006

De Waarheidsvriend | 14 Pagina's

De praktijk van het ziekenbezoek

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 januari 2006

De Waarheidsvriend | 14 Pagina's