Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bittere aanvechting in het geweten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bittere aanvechting in het geweten

DE THEOLOGIE VAN MAARTEN LUTHER [10]

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een aangevochten christen vraagt in zijn zwaarmoedigheid en treurigheid aan Luther om een briefje met troost en verkwikking. Dan schrijft de reformator dit: ‘Het is veel nodiger dat ik een briefje van u krijg. Waarom? Wel, ik zit net als andere christenen in dit gruwelijk Sodom als een gekweld en geplaagd en gemarteld man.’
Waardoor wordt u gemarteld, Luther? ‘Door schandelijke ondankbaarheid, door verschrikkelijke verachting van het Woord van onze lieve Heiland. En de satan heerst juist in die harten, die menen de eerste en de voornaamste te zijn in het rijk van Christus. Daarbij komen nog de inwendige angsten en kwellingen waarmee ik aangevochten en geplaagd word. Ik ben door grote stormen van vertwijfeling en lastering tegen God heen en weer geworpen.’

Aanvechtingen rond de kernvraag
De kernvraag is deze: hoe ben ik rechtvaardig voor God? Als het er nu werkelijk om gaat in ons leven, om die zeer voortreffelijke gerechtigheid, die God ons door Christus zonder de werken toerekent, dan hebben wij niets te werken, dan brengen wij niets voor God. Maar wij zijn enkel en alleen de ontvangende. Die geloofsgerechtigheid, dat is de enige vaste troost in het geweten. Die geloofsgerechtigheid, dat is het hele, volkomen lijden en sterven van Christus als Borg.
Wie nu die geloofsgerechtigheid in de benauwdheid en verschrikking van het geweten niet omhelst, kan niet bestaan. Wij zijn zo armzalig dat we in de verschrikkingen van het geweten op niets anders zien dan op onze werken, op onze waardigheid en op de wet. In groot verdriet denken we ons leven wel te beteren, als we nog maar wat langer mogen leven. We zeggen: ‘God, dan zal ik het met Uw hulp beter doen’. De duivel stimuleert en versterkt zulke gedachten. En ons geweten siddert nog meer. ‘U moet de wet volbrengen, zegt de duivel’. Maar de wet doet niet anders dan tot wanhoop brengen.

Als de duivel komt …
Luther kent die bittere aanvechting in zijn geweten, want hij was zondaar voor Gods aangezicht. Als de Heilige Geest ons daarvan overtuigt, is het heilzaam, maar als in die nood de duivel komt met de toorn van God, met het gericht van God, met de hel en de eeuwige dood, dan wil hij ons tot wanhoop brengen. Hij wil ons van Christus wegtrekken. Weet u, de duivel komt graag onder de naam van Christus, hij vermomt zich als een engel des lichts.
Dat heeft Luther zelf ondervonden. Daarom heeft hij gesproken, want hij weet van die duivelse hartstocht, van dat duivelse spel. Om Gods arme kinderen te overstelpen met treurigheid, met wanhoop en met duisternis. Dan wordt Luther heel persoonlijk: ‘Mij heeft hij dikwijls zo hevig aangevallen en met zulke treurige gedachten overstelpt, dat hij Christus vrijwel volledig voor mij verduisterd, ja bijna in mij weggenomen had.’
‘Maar Luther, wat moet ik in die helse aanvechting dan doen? Als dat zwarte, maar zo rechtvaardige oordeel Gods in mijn ziel leeft? Als dat ‘nee, nee, nooit, je bent toch door God verlaten, je bent toch door God verworpen, als dat er nog veel meer mij verscheurt, wat moet ik dan doen? ’ Niet anders dan horen, gelovig horen. Doorbreken, dwars door dat bittere ‘nee’ van God de Heere heen, tot het heilige ‘ja’ van God in Christus. Kan ik dat dan? Nee, Hij kan en doet het, de Heere Jezus Christus. En als u vraagt wie dan die aanvechting werkt? God zelf is de handelende en de duivel is daarin Gods werktuig.

Vastklemmen aan het Woord
Is er ook raad, in die helse, bittere aanvechtingen? Alleen deze raad is er: je vastklemmen aan het Woord. En het Woord is niets anders dan Christus. Daarom is er de allerverschrikkelijkste aanvechting als het Woord, als Christus uit uw hart is gescheurd. Als wij dit Woord, Christus weer horen, dan is de aanvechting overwonnen. In dit verband spreekt Luther dikwijls over Gods vreemde werk en over Zijn eigenlijke werk. Als de Heere God u leidt in de donkere diepte van aanvechting, omdat Zijn beloften hun vervulling missen, omdat het helemaal niet waar is wat de Heere belooft en u wordt afgebroken, u ziet alleen maar muren, u voelt alleen de dood, de nacht en de toorn van God, dat is Zijn vreemde werk, dat is het werk van Hem die doodt en levend maakt. Als Hij u levend wil maken, doodt Hij u eerst.
Het gaat zo radicaal tegen onze verwachting in. Door aanvechtingen, zwaarmoedigheid, somberheid, vertwijfeling, verscheurdheid. Luther zegt dat God zich dan verbergt achter het masker van de duivel. Ziet u dat? Als u dat ziet, in geloof, dan is eigenlijk al de aanvechting overwonnen. Ja, de duivel komt met zijn duistere schrikbeeld en verdraaiing van het Woord. Hij zegt: u bent een zondaar, God toornt over u en Hij zal u zeker eeuwig verderven. En wat hebt u nu daartegenover te stellen? Toch zeker niets. Jawel, het blote Woord, dat Christus voorstelt als Overwinnaar, over zonde en dood en over alle kwaad. Neem het Woord en hang daaraan. Richt alle gedachten en gevoelens van uw hart op het Woord.
Maar om dat nu in die verzoeking vast te leren, dat kost moed, dat is zwaar werk. Dat is het werk van de Geest van Christus. Zo wordt te midden van de aanvechting onze geest weer opgericht. We zuchten tot onze Heiland en Hogepriester. En weet u, de Heilige Geest is met Zijn hulp en troost het dichtste bij ons, als wij geheel onmachtig en de wanhoop nabij zijn.

De verzochte Christus
Er zijn allerlei aanvechtingen en verzoekingen: tot onkuisheid, hoogmoed en gierigheid en zo meer. Er zijn wel ergere aanvechtingen, nl. de dood, het leed, en boven alles dat ons geweten voelt dat we Christus verloren hebben. Als mijn gevoel zegt: God wil je niet, God is er niet, jij hoort niet bij degenen die door God verhoord worden, jij bent en blijft van de duivel. Is er dan raad, als je zo in verscheurende vertwijfeling en radeloosheid neerligt in de nacht? Dan is er alleen deze raad: zie op Christus. Een verzochte zie op de verzochte Christus. Een aangevochtene zie op de zwakke Christus, Die daar hangt aan het hout, en Die in de dood ligt. Deze Christus heeft de verzoeking gekend en overwonnen. Zie op Christus in Zijn bloed en wonden. Dat is de hoogste wijsheid.
Luther geeft ook praktische wenken voor hard aangevochtenen. Hier zijn er enkele: lees een stuk uit de Bijbel en spreek met anderen daarover. Het is zo belangrijk dat de levende stem gehoord wordt. Daarvoor moet de duivel wijken. Als de duivel je zo hartstochtelijk bitter plaagt, zoek dan direct menselijk gezelschap, zoek ontspanning en doe iets vrolijks. Eet wat vaker en drink wat meer. Doe dat om de duivel te plagen en om met hem de spot te drijven. Ik zeg u in Gods naam dat u vrolijk zult zijn in Christus, uw genadige Heere en Verlosser. Als dan treurigheid en zwaarmoedigheid als een ijzeren band je dreigen te versmoren, zeg dan tegen jezelf: ik moet nu onze Heere Jezus Christus een lied spelen op het orgel. De Heere hoort graag vrolijk gezang en spel. Kom op, zing erop los tot die treurige gedachten weggaan. En ten slotte: span het paard eens in en rijd een flinke kar mest naar het land.

Omarming van God
Is aanvechting nodig? Ongetwijfeld, zegt Luther. Zonder kruis en aanvechting is het niet mogelijk God recht te kennen. Kruistheologie is theologie van de aanvechting. Bij Luther zijn theologie, leven en aanvechting één. Weet u, de pelgrim gaat onder het kruis naar huis. En dat leven des geloofs is niet een stilstaande vijver, maar dat is in beweging. In het geloof is altijd weer de beweging van de verborgen God naar de geopenbaarde God. Van het vreemde werk Gods naar het eigenlijke werk Gods. Als u er niet doorheen kunt breken, dán is er de aanvechting.
Soms is die er tot vertwijfeling toe. U vertwijfelt in Gods vreemde werk van afbraak, van verlaten zijn. De Heere God spreekt zichzelf tegen, zo meent u. Maar ten slotte zal het blijken dat u juist door die aanvechtingen heen acht leert geven op Zijn Woord, Zijn onfeilbaar Woord. Luther noemt zelfs de aanvechting de omarming van God. Hij verbreekt bij u elke hoogmoedige gedachte. U wordt geleid in de rechte zelfkennis. Net hoorden we al dat het leven des geloofs in beweging moet blijven. Altijd weer gaat het door de ergernis, door de aanstoot van het kruis van Christus heen. Want dat kruis van Christus is zo ergerniswekkend voor ons vrome vlees. Ons vrome vlees met zijn prestatiedwang, hoogmoed en gemeenheid. Maar ik ervaar alleen de barmhartigheid Gods, als ik de toorn Gods ondervonden heb en steeds weer ondervind. Door zovele aanvechtingen heen gaat u ervaren hoe zoet en lieflijk het Woord van God is. Daarom is het een grote vreugde, wanneer u veel aanvechtingen kent.
Zo wordt u geoefend, u neemt toe in ootmoed en geduld, u hangt God aan als liefhebbend kind. Luther zegt zelfs: hoe groter christen, hoe meer aanvechting. Misschien is dit woord van Luther voor iemand van de lezers bedoeld: ‘Als men denkt door de Heere God verworpen te zijn, moet men het daarvoor houden dat de Heere God u in Zijn armen en in Zijn hart heeft.’

Ten slotte
Een ieder christen moet bedenken dat hij zonder aanvechting Christus niet recht ervaren kan. Wie Christus is en hoe krachtig het geloof is, wordt alleen in de aanvechting verstaan. Luister nu niet naar die zelfverzekerde mensen. Ze menen dat ze zo geweldig vroom zijn. Ook denken ze dat ze in iedere strijd tegen de duivel wel stand houden. Zulke mensen worden of betoverd, of tot wanhoop gebracht. Ik kan de duivel niet wegjagen, hoe graag ik het ook zou willen. Ik kan Christus niet zo aangrijpen, als de Schrift Hem mij voorstelt. Want telkens weer schuift de duivel een valse Christus naar voren. Maar Gode zij dank: Hij bewaart bij het Woord. Hij bewaart bij het geloof in Christus. Hij bewaart bij het gebed. Nee, Gods kind kan niet zonder aanvechting en kruis. Want dat is de school waar men de Heere en Heiland recht leert kennen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 februari 2006

De Waarheidsvriend | 13 Pagina's

Bittere aanvechting in het geweten

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 februari 2006

De Waarheidsvriend | 13 Pagina's