Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De zeef

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De zeef

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

'En de Heere zeide: Simon, Simon, ziet, de satan heeft u zeer begeerd om te ziften als de tarwe; Maar Ik heb voor u gebeden, dat uw geloof niet ophoudt; en gij, als gij eens zult bekeerd zijn, zo versterk uw broeders.' [Luk. 22:31-32]

Je naam in de kerkbode
In veel kerkbodes staan in deze tijd de namen van belijdeniscatechisanten die de Openbare Geloofsbelijdenis willen uitspreken op Palmzondag. Veel lezers letten nauwkeurig op die namen. Maar er is nog een onzichtbare lezer, die de kerkbode precies bijhoudt. Dat is de duivel. Trouwens, hij weet toch al wel in wiens hart het geloof leeft en in wiens hart niet. Hij zit niet stil. Hij is razend en wil het bederven. Daarop doelt Christus als Hij zegt: ‘Ziet de satan heeft u zeer begeerd om te ziften als de tarwe.’ Ik zie in gedachten de satan naar God gaan om vragen of hij alle mensen die bij Christus behoren, mag zeven (vgl. Job 1). De satan wil wel eens zien wat er dan gebeurt. Hij wil ze ziften als de tarwe. Denk maar aan de manier waarop in die tijd koren wordt gezeefd. Met een grote gevlochten zeef wordt het graan opgegooid. Het kaf wordt weggeblazen door de wind en het koren valt terug in de zeef. Of het graan wordt geschud in de zeef tot het kaf en het onkruid er tussenuit is gerold.

De moeite waard
De duivel komt dus ook in onze gemeente om ieder te ziften. Wie zal er dan door de mand vallen? Wie zal er dan slechts onkruid blijken te zijn? Het is geen best teken als iemand nooit eens iets merkt van dat ziften. Het is goed om eraan te denken dat niet alleen de satan een zeef heeft, maar de Heere Zelf ook. Als Christus terug komt, heeft Hij in Zijn hand de wan en Hij gaat Zijn dorsvloer doorzuiveren (Luk. 3:17). Hij zal de tarwe samenbrengen in zijn schuur en het kaf zal Hij met onblusbaar vuur verbranden.
Toch is dit een bemoediging voor iedere lezer die veel last van aanvechtingen heeft. Blijkbaar is hij de moeite waard om aangevochten te worden.

De Voorbidder
Wie zo wordt gezeefd door de satan, mag weten dat de Heiland voor hem bidt. Terwijl de satan zijn ziftende werk doet, doet Jezus Zijn biddende werk. Terwijl wij met de hand van wanhoop in het haar zitten, zit Jezus met de handen gevouwen. Soms leidt de Heere ons wel in verzoeking, maar door Zijn gebed worden we dan toch verlost van de boze. Hij bidt dat ons geloof niet ophoudt. En we weten dat de Heere Jezus met Zijn krachtige voorbede de sterkste is. Voor Hem moet de satan wijken.

Hanengekraai
Let maar op Petrus. Hij komt te dicht bij het vuur. Driemaal zegt hij vloekend en zwerend dat Hij Jezus beslist niet kent. En dan kraait de haan. Dat is het begin van de verlossing van de boze. Het is duidelijk dat een haan vroeger een soort wekker in de morgen was. Zo roept de Heere Petrus wakker. Hij ziet opeens zijn laffe verloochening. Hij is diepbedroefd. Dat is de eerste vrucht van de voorbede van Christus voor zijn afvallige leerling: dat hij zijn zonde ziet. Het is een zegen van de Heere als een Schriftwoord of een lied als hanengekraai door onze ziel gaat. Onaangenaam, maar nodig. Laten we ook letten op zulke roepstemmen.

Omkeer
Dan keert Jezus zich om en ziet Petrus aan. Petrus begint niet zich om te keren, maar Jezus keert Zich om. Dan herinnert Petrus zich het woord van Zijn Heiland. Hij gaat naar buiten en weent bitter. Die tranen zijn nodig. Ze zijn de vrucht van het gebed van Jezus. Petrus zal zijn Heiland weer helemaal terugvinden. Als hij later teruggekeerd is van zijn dwaalweg, zal hij zijn medebroeders mogen versterken. ‘Ik heb voor u gebeden dat uw geloof niet ophoudt en gij, als gij eens bekeerd zult zijn, zo versterk uw broeders’, heeft Jezus gezegd. Laten we niet in de zonde blijven liggen en ook niet aan Gods genade vertwijfelen. Die biddende handen van de Zaligmaker zijn de bewaring van ieder mens die Hem volgt. De apostel Johannes zegt dat zo (in 1 Joh. 2:1, 2): ‘Mijn kinderkens, ik schrijf u deze dingen, opdat gij niet zondigt. En indien iemand gezondigd heeft, wij hebben een Voorspraak bij de Vader, Jezus Christus, de Rechtvaardige. En Hij is een verzoening voor onze zonden, en niet alleen voor de onze, maar ook voor de zonden der gehele wereld.’

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 maart 2006

De Waarheidsvriend | 13 Pagina's

De zeef

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 maart 2006

De Waarheidsvriend | 13 Pagina's