Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geen spelletje maar zuivere ernst

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geen spelletje maar zuivere ernst

HOE BELEVEN WIJ DE EREDIENST? [1]

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Grondige doordenking
Een studiedag over de samenkomende gemeente. Wie komt nu eigenlijk met wie samen? Deze vraag is voor mij in de bezinning op de eredienst de allereerste. De eredienst staat onder de hoogspanning van God met ons, de Heilige in ons midden. Of toch niet meer? Hoe beleven wij de diensten op zondag? Hebben we er al eens bij stilgestaan dat de kerkdienst de plek is waar hemel en aarde elkaar raken, de plaats waar wij komen voor Gods heilige ogen? Of zijn we dit besef aan het kwijtraken? En als dat zo is, hoe komt dat dan? Wat is er aan de hand?
Een opstel van dr. O. Noordmans gaf mij te denken (Liturgie, in: Verzamelde Werken 6, Kampen 1986, 45-164). Hij reageert daarin kritisch op de verrichtingen van de liturgische beweging uit de jaren dertig van de vorige eeuw. De woorden boven deze bijdrage zijn van hem. Liturgie, zegt hij, is geen spelletje, maar zuivere ernst. En als ik Noordmans goed begrijp: juist vanwege de tegenwoordigheid Gods. Daarom is volgens Noordmans een grondige theologische doordenking van de liturgie en van de veranderingen daarin noodzakelijk. Deze theologische ernst mist hij nogal eens in alle bezinning rond liturgie.
Hoe is dat onder ons vandaag? Wanneer wij nadenken over de eredienst, zullen wij ons oefenen in deze theologische ernst. Wat mij betreft betekent dat: stilstaan, kijken, kritisch zijn (niet het minst naar onszelf ) en vragen stellen. Opdat we niet ten prooi vallen aan vlug en vluchtig.

Aarzeling
Mij is gevraagd iets te zeggen over de beleving van de eredienst onder ons. Wat neem je zoal waar? Wat zit daarachter, denk je? Welke invloeden zie je? En hoe ben je daar zelf mee omgegaan in de hervormde gemeente van Reeuwijk? Ik ga hier graag op in, maar ik aarzel ook. Om twee redenen. De praktijk inzake de eredienst onder ons is divers en complex. ‘Pak’ het maar eens wat op dit moment gaande is. Kan ik daarover wel iets zinnigs zeggen? Daar komt nog iets bij. Als ik iets ga zeggen, kijk ik naar Reeuwijk, een heel bepaalde gemeente op een heel bepaald moment. Wat moeten andere gemeenten hiermee? Toch waag ik het maar om een paar dingen te zeggen. Omdat ik denk dat die andere gemeenten niet ver van Reeuwijk vandaan liggen. Delft is er eentje van.

In vier afleveringen plaatsten we de lezing die prof.dr. F.G. Immink uitsprak op de in november gehouden studiedag over de eredienst. Tijdens die studiedag werd ook door ds. W.J. Dekker uit Delft – tot afgelopen zomer in Reeuwijk – een lezing gehouden. Hij ging in op de beleving van de gereformeerde eredienst. Zijn lezing is bewerkt tot een drietal artikelen waarvan we nu het eerste plaatsen.

RED. DE WAARHEIDSVRIEND

Waarnemingen
1. Er is onder ons veel in beweging. We denken na over de bijbelvertaling.
Over de hertaalde formulieren.
Over andere liederen in de dienst dan de berijmde psalmen alleen.
Over de psalmberijming zelf.
Over ritmisch of niet-ritmisch zingen.
Over de doop en het opdragen van kinderen.
Over handoplegging in de dienst van openbare belijdenis.
Over de plek van kinderen en jongeren in onze diensten.
Over de betekenis van het persoonlijk getuigenis tijdens de eredienst.
Over het gebruik van andere middelen dan de preek alleen. En er zou nog veel meer te noemen zijn. Wat is dit?
2. Wat ik ook waarneem, is dat velen op zoek zijn naar de gemeente en kerkdienst die bij hen past, waar ze thuis komen en zich thuis voelen. Men is bereid daarvoor de eigen gemeente te verlaten en ergens in de omgeving naar de kerk te gaan. Jongeren zijn doorgaans trouw, soms trouwer dan hun ouders. Ondertussen gaan ze wat graag één keer in de maand op zondagavond naar een praisedienst. Wat is dit?
De vraag die mij nu bezighoudt, is of er een bepaald verband is in dit alles. Als ik daar naar zoek, kom ik uit bij het woord ‘verlangen’. Gemeenteleden, jongeren en ouderen, verlangen naar een plek waar ze gezien, gekend en herkend worden. Ze verlangen naar een liturgie die verstaanbaar is, in klare taal, en waarin werkelijk iets te beleven valt, een kerkdienst waarin ze werkelijk aangeraakt worden door God.
3. Nog een waarneming. Als het over de eredienst gaat, wordt er veelal op twee manieren gereageerd. Er is een open houding waar te nemen en een meer gesloten houding. In de ene gemeente is er ruimte voor veranderingen, in een andere vreest men iedere verandering en wil men vasthouden aan wat men heeft. Soms denk ik: gaan we naar twee soorten gemeenten? Ik moet er niet aan denken! Ondertussen ligt in beide gemeenten het gevaar van de vervreemding op de loer. De ene gemeente vervreemdt hoe langer hoe meer van het gereformeerde belijden. Wat is er nog van terug te vinden? In de andere gemeente worden de grote woorden en oude vormen nog overeind gehouden, maar worden ze steeds minder begrepen. De kloof tussen wat we op zondag doen en wat we doordeweeks doen, wordt almaar groter.
Zelf zoek ik een weg tussen relativisme en traditionalisme. Dit is niet de bekende gulden, wel de lastige middenweg. Omdat deze weg veronderstelt dat je weet te onderscheiden tussen wat wezenlijk en daarom onopgeefbaar is, en wat niet.

Invloed van de cultuur
De vragen en verlangens aangaande onze erediensten komen niet uit de lucht vallen. Nu is het echter nog niet zo eenvoudig precies aan te wijzen wat hier allemaal achter of diep onder zit. Allerlei factoren spelen een rol. Ik kijk nu even in een paar richtingen, trek een paar cirkels en trek die steeds nauwer.
Om te beginnen moeten we onderkennen dat we ook op zondag mensen van deze tijd zijn. We leven temidden van de middelpuntzoekende krachten individualisme en subjectivering. Daarmee bedoel ik dat niet God of de ander in het midden staat maar het individu, ik zelf en mijn denken, willen en voelen. Ik ben zelf bron en norm voor mijn doen en laten (individualisme). In onze tijd valt de nadruk op het individu en zijn beleving, zijn gevoel (subjectivering). Dat is op tv zo. En nu ook al in de kerk?
Op de lezersdag van het tijdschrift Kontekstueel betoogde dr. A. Verbrugge dat de mens van nu op zoek is naar beleving, maar dan wel beleving sámen. Hij zoekt de gemeenschap, de verbondenheid en hoopt zo zijn eenzaamheid te overwinnen. Verbrugge verwees naar de bijeenkomst in de Arena eind 2004, waarin massaal afscheid genomen werd van André Hazes en hoe. Dat was de Arena. Wij hebben ook nog de Gelredome, denk ik dan, waar duizenden jongeren samenkomen op een EO-jongerendag. Maar dat is toch iets heel anders!? Of raken ze elkaar misschien toch? En waarom gaan jongeren eigenlijk zo graag naar praisediensten? Wat zoeken ze daar? Verbrugge gaf mij te denken.

Invloed vanuit de kerk
Ook op het vlak van de kerk is er van alles dat zijn invloed heeft op ons denken over de eredienst. Gemeenteleden kijken over de muren van de eigen kerk en gemeente heen, doen ontdekkingen en brengen die ervaringen mee naar de eigen gemeente. Daarnaast ondergaan onze gemeenten in toenemende mate de invloed van de evangelische beweging. Deze beweging is mijns inziens eveneens een middelpuntzoekende kracht. De nadruk valt op het individu en zijn geloof, wedergeboorte, persoonlijke keuze, beleving en getuigenis.
Hier komt nog bij dat onze gemeenten veelkleurig zijn. Ze bestaan uit mensen uit alle hoeken en gaten van kerk en maatschappij, met elk zijn of haar eigen achtergrond, ervaring, ideeën en idealen. Hoe zijn zij samen die ene gemeente en hoe geven zij samen aan die ene eredienst vorm? Het lijkt erop dat het steeds lastiger wordt die veelkleurigheid de ruimte te geven.

Invloed van onze diensten
De vragen en verlangens betreffende de eredienst zijn een vraag. Om te beginnen aan onszelf en onze eigen kerkdienst. Het gaat daarin om de ontmoeting met God, de Heilige in ons midden. Maar hoe komt het dan dat velen onze eredienst zo niet meer ervaren? Is er misschien iets mis met onze diensten zelf ? Zijn er belemmeringen voor de echte ontmoeting met God? Zou de preek dat kunnen zijn, of beter gezegd: de manier waarop wij dominees preken? De preek gaat over God, maar mensen ervaren vaak helemaal niet dat ze voor God komen te staan. Oog in oog met Hem. Hoe komt dat? Waarom is het niet raak? Is dat alleen vanwege ‘de hardigheid van het hart’ en de aangeboren ongevoeligheid voor de stem van de Heere God?

Invloed van ons geloof
Kritisch kijken naar de kerkdienst en de preek is nodig. Maar zijn alle ontwikkelingen, ideeën en verlangens aangaande de eredienst misschien ook een teken dat ons geloof zelf aan het veranderen is? Ik vind dat een heel spannende, maar ook echte vraag. De eredienst is de ontmoeting van God en mensen. Maar Wie is God voor ons geworden? En wie zijn wij voor Zijn aangezicht? Wat gebeurt er met de kerkdienst als deze niet meer die ontmoeting is? Wat gebeurt er als God niet meer de Heilige is en het besef zondaar te zijn voor Hem uit ons geloof aan het weglopen is? En wat gebeurt er dan met de kerkdienst? Ondertussen zegt het gereformeerde belijden veel ambtsdragers en gemeenteleden weinig of niets meer. Dit heeft gevolgen voor hun denken over het geloof, over de kerk en de eredienst. Men kan zomaar gevoelig worden voor wat goed klinkt en goed voelt. Maar is het ook allemaal zo goed wat goed klinkt en goed voelt?

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 april 2006

De Waarheidsvriend | 17 Pagina's

Geen spelletje maar zuivere ernst

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 april 2006

De Waarheidsvriend | 17 Pagina's