Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

J. Veenhof: Vrij gereformeerd. Verzamelde artikelen, bezorgd door Dirk van Keulen e.a. Uitg. Kok, Kampen; 367 blz.; € 19,50.

J. Veenhof:
Vrij Gereformeerd. Verzamelde artikelen, bezorg door Dirk van Keuken e.a.
Uitg. Kok, Kampen; 367 blz.; € 19,50
.
Valt er niet meer te beleven aan het christelijk geloof dan in onze sterk op het woord gerichte reformatorische traditie van huis uit tot uitdrukking is gebracht? Is met name het werk van de Heilige Geest niet rijker, veelkleuriger en voor ons geloofsleven betekenisvoller dan onder gereformeerden altijd is gedacht? De uit de Gereformeerde Kerken afkomstige theoloog J. Veenhof ging sinds het eind van de jaren zestig van de vorige eeuw deze vragen steeds nadrukkelijker bevestigend beantwoorden. In 1990 deed hij vervolgens een opmerkelijke stap: hij ruilde zijn professoraat aan de Vrije Universiteit in voor een predikantschap in Zwitserland (waar hij in en na zijn studietijd al enkele jaren had vertoefd). Dat predikantschap zou hij tot aan zijn emeritaat in 1999 blijven uitoefenen. Achtte Veenhof het klimaat in Nederland niet gunstig voor de ‘vrij gereformeerde’ geloofsbeleving waar hij naar zocht, omdat de gereformeerde kerken en de vrije groepen hier vooral tegenover elkaar stonden? In elk geval kon hij de meer theoretische gedachtegangen die hij aan de VU had ontwikkeld, nu toetsen aan de praktijk van het gemeenteleven. Dat leidde alleen maar tot een bevestiging van zijn visie, dat het werk van de Geest een meerwaarde heeft waar kerken en christenen vandaag slechts tot hun schade aan kunnen voorbijgaan. Veenhof denkt daarbij in het bijzonder aan de gaven van de Geest (de zgn. charismata), en het is opmerkelijk hoezeer vandaag de dag in meer orthodoxe delen van de gereformeerde gezindte vrijwel precies dezelfde beweging wordt gemaakt die hij destijds al maakte.
Een onlangs door enkele van zijn vrienden en leerlingen uitgegeven bundeling artikelen van Veenhofs hand brengt die beweging helder in beeld. De bundel is namelijk opgebouwd uit twee delen.
Het eerste deel bestaat uit diverse theologie-historische opstellen, die van veel kennis en vakmanschap getuigen. Deze gaan bijvoorbeeld over Bavinck, Kuyper, Hoedemaker, Schilder en de Vrijmaking van 1944 (wie wil weten wat daar nu precies de theologische aanleiding voor was, vindt het bij Veenhof haarfijn uitgelegd!). Bijzonder vond ik in dit deel ook het in 1975 geschreven opstel over J.G. Woelderink, een hervormd-gereformeerd theoloog wiens betekenis door Veenhof hoog wordt aangeslagen. Onder andere in dit opstel proeven we tussen de regels door al Veenhofs onvrede met de al te rationele benadering van het geloof die hij in zijn eigen traditie aantrof. Veenhof wil echter ook niet van de weeromstuit terechtkomen in een spiritualisme, waarin de gelovige mens met diens ervaringen centraal staat. Juist het feit dat Woelderink het zwakke en onbijbelse van beide eenzijdigheden zo scherp wist aan te wijzen, zal Veenhof geraakt hebben.
In het tweede deel van de bundel, dat gewijd is aan De Geest en zijn werk komt echter veel uitvoeriger, systematischer en ook persoonlijker tot uiting in welke richting Veenhof dan zelf zoekt naar een Geestrijkere spiritualiteit en naar een theologische verantwoording daarvan. Hoe kunnen we open staan voor wat de Heilige Geest de gemeente wil geven, zonder daarbij te vervallen in een sektarische geestdrijverij die het zicht op het geheel van kerk en samenleving kwijtraakt? Nu blijkt dat Veenhof dit ideaal toch ook in Nederland wel verwezenlijkt vindt, namelijk in de Charismatische Werkgemeenschap Nederland (CWN), waarin hij zelf vele jaren een stimulerende plaats heeft ingenomen – een rol die inmiddels is overgenomen door zijn leerling C. van der Kooi op diens VU-leerstoel Theologie van de Charismatische Vernieuwing. In een negental opstellen (waarvan sommigen later zijn aangevuld, zie bv. p. 248) werkt Veenhof zijn gedachten over het werk en de betekenis van de Heilige Geest uit. Zonder dat het daarbij tot een afgeronde nieuwe pneumatologie komt, worden toch wel belangrijke voorstellen gedaan voor een vernieuwing en verdieping van het reformatorisch belijden aangaande de Geest. Die voorstellen hebben overigens betrekking op het geheel van kerk en theologie: de liturgie, de aandacht voor ziekte en genezing, de aard van onze theologiebeoefening (die nooit puur verstandelijk kan en mag zijn!), de uitleg van de Schrift, en zelfs de persoon van Christus. Wat dat laatste betreft voert Veenhof een voorzichtig pleidooi voor de zgn. pneuma-christologie. Dat is de poging om het geheim van Jezus vooral te verstaan vanuit Zijn toerusting, bekwaming en vervulling door de Heilige Geest – een vroeg-kerkelijke benadering waarvoor in het Nieuwe Testament inderdaad enige grond te vinden is.
Het mooie is intussen dat het charismatische bij Veenhof nergens ‘doorslaat’. Zo betekent zijn herwaardering van de Geestchristologie niet dat hij het niet tegelijkertijd kan blijven opnemen voor het goed recht van de traditionele Woord-christologie (Christus als het vleesgeworden Woord). En zijn betrokkenheid op de charismatische beweging betekent niet dat hij ook maar een moment op het idee zal komen de kerk prijs te geven voor de groep van echte wedergeboren christenen. In beide gevallen probeert hij de zaken juist op elkaar te betrekken in plaats van ze tegen elkaar uit te spelen. Het lijkt erop dat de discussie die momenteel in de gereformeerde gezindte (rondom bladen als CV.Koers en het ND) speelt over het werk en de gaven van de Heilige Geest, door Veenhof al in een eerder stadium grondig en evenwichtig is doordacht. Kennisname van zijn werk kan dan wellicht ook helpen om in deze discussie het kaf van het koren te scheiden.
Al met al is dit een leerzame bundel, waarin veel ligt opgeslagen, en waarvan met name het tweede deel dus ook erg actueel is. We zijn de bezorgers dankbaar voor deze geste aan hun leermeester, waarmee zij diens verspreide werk voor velen toegankelijk hebben gemaakt. Voor wie nog meer van Veenhof wil lezen, is ook nog eens een uitvoerige biografie toegevoegd, die maar liefst een halve eeuw van actief zijn in kerk en theologie bestrijkt (1954-2004).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 april 2006

De Waarheidsvriend | 17 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 april 2006

De Waarheidsvriend | 17 Pagina's