Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De liefde en de gaven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De liefde en de gaven

Hoe bouwt de Geest de gemeente?

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De gaven (charismata) van de Heilige Geest horen er in evangelische gemeenten meestal helemaal bij. In kerken met een gereformeerde traditie komen ze ook steeds meer in beeld. Het onderwerp krijgt grote aandacht. Ook onder ons. Meer van de Geest in de gemeente.

Hoe bouwt de Geest de gemeente?
Zijn de gaven van de Geest mogelijk een goddelijke remedie voor onze tijd, waarin veel geesteloosheid is? Of juist niet? Het is mijn bedoeling om vanuit 1 Korinthe 12 t/m 14 iets te zeggen over de verhouding tussen twee geschenken van de Heilige Geest: de liefde en de gaven.

Situatie in Korinthe
Hoe is de situatie in de gemeente van Korinthe, waaraan de apostel Paulus schrijft? De gemeente is in alles rijk geworden in Christus. Het ontbreekt haar aan geen gave (charisma), 1:7. Men leeft in de verwachting van de openbaring van de Heere Jezus Christus, 1:7.
Men leeft naar het grote einde toe! Anderzijds zijn er in de gemeente heel bedroevende zaken aan de orde. Bedroevend is onder andere dat gemeenteleden vanwege de ontvangen gaven hoogmoedig worden, bijvoorbeeld door de gave van de kennis, 8:1. Men wenst er heel wat mee te zijn en te worden temidden van de gemeente. De gaven gebruikt men dus veelal met het oog op de eigen ervaring, met het oog op zichzelf. Dus niet met het oog op de gemeente, op de ander. Dit is in het bijzonder het geval bij de gave van de glossolalie, het spreken in een taal die we op aarde niet kennen. Deze taal kan verstaan worden als een ander de gave der vertaling heeft ontvangen (12:10). Het spreken in tongen werd als iets bijzonder hemels ervaren en gewaardeerd.

Reactie van de apostel
Hoe reageert de apostel hierop in zijn brief? In hoofdstuk 12 spreekt hij over allerlei geestesgaven. Het zijn er veel. Het is álles wat de Geest geeft met het oog op de opbouw van de gemeente: apostelen, profeten, leraars, krachten, gave der genezing, ondersteuning (van anderen), leiding geven en verscheidenheid van tongen (12:28). De Geest deelt deze gaven (charismata) binnen de gemeente uit, zoals Hij wil. Ieder ontvangt weer een andere gave en daarom is men binnen de gemeente van elkaar afhankelijk. In het laatste vers van hoofdstuk 12 spoort hij aan om te streven naar de beste gave, ofwel de gave die de gemeente het meeste bouwt. Vanuit hoofdstuk 14:1 blijkt dit de gave der profetie te zijn.
De apostel wijst echter eerst een weg aan die de gaven ver overstijgt: in hoofdstuk 13 begint hij te zingen van de liefde (agapè). De liefde blijkt in de gemeente bepalend! Al spreek ik de talen der engelen, maar zonder liefde, dan maak ik door deze gave wel heel veel geluid, maar ik dien nergens toe. Een heel kritische uitspraak over het beoefenen van de gave der tongen die zoveel indruk maakt. Maar ook de gaven van profetie, van kennis, van het geloof dat bergen verzet, hebben alleen zin, wanneer ze in liefde beoefend worden, dus als ze op de ánder gericht zijn en zo de gemeente bouwen.

Liefde ‘een uitnemende weg’
De liefde blijkt van een hogere, een andere orde te zijn dan de gaven. Ze is een ‘uitnemender weg’ (12:31). In het Grieks lezen we hier een woord dat betekent: het gewone ver te boven gaan (vgl. 2 Kor. 1:8, Gal. 1:3, Rom. 7:13, 2 Kor. 4:17). Wat is in dit verband het ‘gewone’? De gaven van de Geest. Wij noemen ze nogal eens de ‘bijzondere gaven van de Geest’. Je hebt dan de meer gewone gaven, zoals liefde, blijdschap en de bijzondere gaven: profetie, tongentaal en andere.
Het blijkt echter precies andersom te zijn! Profetie, tongentaal enzovoort zijn gewoon. Al zijn ze zoals alle geschenken van de Geest bijzonder, omdat ze uit louter genade aan zondaren geschonken worden tot Gods eer en tot heil van Gods gemeente. In vergelijking met de liefde zijn ze echter gewoon. De liefde gaat dit ‘gewone’ op grootse wijze te boven. Kortom: het woordje ‘bijzonder’ hoort in de gemeente bij de liefde thuis!

Waarom uitnemender?
Waarin ligt nu het verschil tussen de liefde en de gaven? Bij de liefde (vrúcht van de Geest) gaat het om het doel. De liefde (agapè) is namelijk onvoorwaardelijk op de ander en diens welzijn gericht (13:4-7). Hier gaat het God ten eerste en ten diepste om. Hierom draait het in de wet van God. In dit kader staat de wonderlijke komst van Christus in deze wereld en Zijn gang naar het kruis. De liefde! Er is nog meer bijzonder aan de liefde. Ze hoort niet bij het tijdelijke van deze wereld. Profetieën, talen, en kennis zullen ophouden.
Ook de gaven van leiding geven en ondersteuning. Ze zijn ten dele en worden eens buiten werking gesteld. De liefde vergaat echter nimmermeer (13:8-10). Dit is een heel belangrijk verschil. Gelovigen leven immers in het licht van de wederkomst. ‘Nu ken ik ten dele, maar dan zal ik kennen gelijk ik ook bekend ben.’ Met de liefde breekt de macht van de toekomstige wereld al door in de tijd. De gaven staan in het kader van het ‘nog even’. De liefde niet! Ze staat ook meer dan geloof en hoop die beide eens verdwijnen zullen (13.13).

Liefde: brede aandacht?
Er is veel aandacht voor de gaven. Er is veel discussie over. Vanuit het bovenstaande dringt zich echter de vraag aan ons op: hoeveel aandacht is er voor de liefde in de gemeente, onder ons christenen?
De liefde staat vanwege allerlei factoren in het bijzonder onder grote druk. Een kerkscheuring, verdeeldheid, individualisme (ieder voor zich), vermindering van trouw en liefde ten opzichte van de eigen gemeente (niet zozeer de vraag wat kan ik haar geven (opbouw), maar wat geeft ze mij?).
Terwijl de liefde van de hoogste orde is! Zij doet een gemeente werkelijk bloeien of niet. Hoeveel boeken, dagen en conferenties zijn er op het gebied van de liefde? Of weten we voldoende wat het is om door de Geest vervuld te zijn met liefde en hoe we in de praktijk van elke dag in de liefde hebben te wandelen?
Als dat niet het geval is, betekent meer van de Geest vooral en vooreerst diepe overtuiging van de zonde van de liefdeloosheid en het egoïsme. Meer van de Geest betekent dan juist wat betreft de liefde, zondaar worden voor God en temeer aan de voet van het kruis van de Heere Jezus vervuld te worden door de geweldige overmacht en kracht van Christus’ liefde. In de weg van de verzoening. Als het gaat over de liefde, dan gaat het diep. Dan word ik immers met mijn hele persoon en bestaan voor God getrokken. Dat raakt alles. In het beoefenen van de gaven kan er hoogmoed en ik-gerichtheid zijn. Als het gaat om de liefde, is dat niet mogelijk. In liefde leven betekent een voortdurend sterven aan mijn oude zondige hart en met Christus opstaan in een nieuw leven.

Aandacht voor de gaven
Betekent het bovenstaande dat de gaven niet van belang zijn? Bepaald niet. De apostel trekt in hoofdstuk 12 de betekenis van de gaven op geen enkele wijze in twijfel. Hij gaat er corrigerend mee om en geeft ze hun juiste plaats. Een plaats die helder wordt in het licht van de liefde! In de onderlinge samenkomsten zullen we niet onszelf stichten, maar de ander. Zo bouwt de Geest de gemeente. Daarom verdient de verstaanbare profetie ook de voorkeur boven de onverstaanbare tongentaal (hoofdstuk 14).
In het licht van het bijzondere, het overtreffende van de liefde, zijn de gaven ‘gewoon’. Een gemeente met de gaven van de Geest is dus geen bijzondere gemeente, een gemeente ‘plus’. De meest opvallende gemeente is een gemeente die in alle eenvoud diep doortrokken is van het wonderlijke geheim van Gods liefde in Christus.
Wanneer de gemeente oog heeft voor verhouding tussen de liefde en de gaven en de liefde najaagt (14:1), zal er naar mijn overtuiging binnen de gemeente op een ontspannen wijze nagedacht kunnen worden over de gaven. De gaven zijn in dit licht geen dingen die ‘zo nodig moeten’. De liefde tot Gods Woord en tot gemeente doet echter wel open en eerlijk vragen, hoe we elkaar in de gemeente zoveel mogelijk tot een zegen kunnen zijn. Ook wat betreft de gaven. Jaagt de liefde na en ijvert om de geestelijke gaven (14:1). Ze zijn er met het oog op de opbouw van de gemeente. Wat houden de gaven dan in? Hoe er in deze tijd over te denken? Hoe worden ze beoefend op een manier die God behaagt? Hier valt op te merken, dat er ook in onze gereformeerde traditie altijd gaven (charismata) zijn gebleven en dat er veel onder de gaven valt (zie 12: 18). In het gesprek hierover achtte de één de ander uitnemender dan zichzelf. Liefde als vrucht van de Geest. Het gebed om de Heilige Geest. Alles tot eer van God, door Jezus Christus, onze Heere.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 2006

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

De liefde en de gaven

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 2006

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's