Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

God heeft een Zoon!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

God heeft een Zoon!

ASPECTEN VAN DE GEREFORMEERDE BELIJDENIS [ 5 ]

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Welk aspect van de gereformeerde belijdenis verdient in onze kerken momenteel vooral de aandacht? Deze vraag legde de redactie voor aan diverse leidinggevenden, van binnen en buiten de Protestantse Kerk. Vandaag deel 5 van een serie, die staat in het kader van het honderdjarig bestaan van de Gereformeerde Bond.

Het is alweer heel wat jaren geleden dat ik voor de eerste keer Jeruzalem bezocht. De blik vanaf de Olijfberg op de oude stad, bij het ondergaan van de zon, maakte diepe indruk op me. Heel dominant in het brede panorama dat zich voor je ogen ontvouwt, is en blijft de Rotskoepel, door kalief Abd el-Malik in 691 op de Tempelberg gebouwd. Met zijn goudkleurige koepel trekt hij je aandacht, of je wilt of niet. Ik vond het schokkend dat op de plaats van de oude tempel, het symbool van Gods wonen temidden van Zijn oude bondsvolk Israël, zich nu een islamitisch heiligdom bevond. Toen ik later de Rotskoepel van dichtbij zag, wees onze gids op de Arabische tekst op de rand van het bouwwerk. ‘Daar staat het: Allah hééft geen zoon!’

Teveel Jezus?
Deze gebeurtenis schoot me te binnen, toen op 30 september jl. onze het appèlschrift Christus, onze Hoop werd behandeld. Na de groepsdiscussie konden de afgevaardigden nog het woord voeren. Ds. I. Fritz (tot aan de kerkfusie preses van de lutherse synode) vroeg zich af of in het gesprek met joden en moslims de kerk het ‘niet veel meer over God moet hebben dan over Jezus Christus’. Ds. J. Kraan (hij werkte zeven jaar lang in Pakistan, waar hij dagelijks gesprekken had met moslims) was het daar helemaal mee eens. Hoewel hij zei zelf van harte te belijden dat Jezus waarlijk Mens en waarlijk God is, vond hij dat een te sterke nadruk op Jezus het gesprek met joden en moslims blokkeert. Hij heeft zijn kritiek op Christus, onze Hoop in twee artikelen in Woord en Dienst verder uitgewerkt onder de veelzeggende titel Te veel Jezus ... Kraan schrijft: ‘Ik val over te veel aandacht voor de christologie en te weinig aandacht voor de Vader en de Geest.’ Maar Kraan bedoelt niet dat we het in het gesprek met joden en moslims dan wel niet eenzijdig over Jezus Christus, God de Zoon moeten hebben, maar wel over de drie-enige God, Vader, Zoon en Heilige Geest! Uiteraard hebben we als opstellers van Christus, onze Hoop nooit de bedoeling gehad om Jezus, God de Zoon te verabsoluteren, Hem boven de Vader en de Geest te stellen! We hebben met onze keuze voor het thema van het appèl bewust willen aansluiten bij waar in het synodale rapport Jezus Christus, onze Heer en Verlosser (op 1 december 2000 met overweldigende meerderheid aangenomen door de synodes van de toen nog drie Samen op Weg-kerken) aandacht voor werd gevraagd. We wilden de protestantse gemeenten aanspreken op wat in Artikel I van de nieuwe kerkorde wordt beleden, namelijk dat de kerk een Christusbelijdende geloofsgemeenschap is.

De Godheid van Jezus Christus
Dit vind ik juist in de tijd waarin we leven uiterst belangrijk. Hoe kan de kerk, die nota bene haar naam ontleent aan haar Heere (‘kerk’ is immers afgeleid van het Griekse Kuriakè – dat wat van de Heere is!), in haar getuigend gesprek met joden en moslims zwijgen over haar Redder en Verlosser? Natuurlijk is de bottleneck in dat gesprek niet alleen onze belijdenis dat Jezus Christus Gods Zoon is, maar ons geloof in die drie-enige God als zodanig. Het is goed om nog eens in onze Nederlandse Geloofsbelijdenis na te lezen wat in Artikel 9 wordt beleden: ‘Deze leer van de Heilige Drie-eenheid is altijd gehandhaafd in de ware Kerk, van de tijden der apostelen af tot nu toe, tegenover joden, mohammedanen, onechte christenen en ketters als Marcion ... die terecht door de heilige vaderen zijn veroordeeld.’ Meteen daarop, in Artikel 10, belijden onze vaderen de Godheid van Jezus Christus, waarin Hebreeën 1:1vv. een belangrijke bewijsplaats is. Laten we dat uiterst belangrijke Schriftgetuigenis hier nader onderzoeken.

‘Nadat God eertijds vele malen en op vele wijzen tot de vaderen gesproken had in de profeten, heeft Hij nu in het laatste der dagen tot ons gesproken in de Zoon!’ Nu, in het laatste der dagen ... Als die uitdrukking in de Bijbel wordt gebruikt, dan zet God iets onder spanning. Dan kunnen wij niet denken: ‘Och, het zal nog wel even duren! Rustig maar aan!’ Nee, dan word je hier en nu voor het blok gezet. Je moet reagéren! Je moet kiezen! Hier en nu spreekt God tot ons in en door ... de Zoon! Luisteren we naar Hem?
‘Hij heeft in het laatst der dagen gesproken in de Zoon, die Hij gesteld heeft tot erfgenaam van alle dingen, door wie Hij ook de wereld heeft geschapen ...’ Denk hierbij ook aan de proloog van Johannes: ‘In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God en het Woord wás God ... Alle dingen zijn door het Wóórd geworden.’ De onbekende schrijver van de Hebreeënbrief onthult ons een geheim: dit vleesgeworden Woord, deze Zóón, is ‘de afstraling van Gods heerlijkheid en de afdruk van Gods wezen! Hij draagt alle dingen door het woord Zijner kracht.’
Hij dráágt ons door Zijn machtig Woord. Jezus Christus is sprékend Zijn Vader! De afstraling van Zijn heerlijkheid, de afdruk van Zijn wezen. Hoe stralend is Gods heerlijkheid! Denk alleen maar aan Mozes, de man Gods, op wie de glans van de heerlijkheid van God, die hem al voorbijgegaan was nog zo van het gelaat afstraalde dat Aäron hem smeekte een bedekking over zijn gezicht te doen. Zo stralend is Gods heerlijkheid! In dat kleine, kwetsbare Kindje in de kribbe, in die machteloos aan het Kruis gehangen Man van Nazareth openbaart de eeuwige, heilige God Zich aan ons. Onbegrijpelijk, maar wáár! Jezus is de afstraling van Gods heerlijkheid, de afdruk van Zijn wezen ... God de Zoon ...! Zoals een bundeltje zonnestralen in een duistere gevangenis doordringt. Maar hoezeer gefilterd ook: het kómt van die machtige, oogverblindende en alles verzengend hete zon, het is er wézenlijk mee verbonden. Zo is Hij ook de afdruk van Gods heilig, eeuwig wezen. In Jezus zien we niet God in al Zijn macht en eeuwige glorie. Hij is een ‘afdruk’, in het Grieks staat: charakter. Maar daarin komt (je zou kunnen zeggen: hoe gereduceerd ook) wél Gods heilig wezen tot uitdrukking. Nogmaals mogen we zeggen van de Zoon: ‘Hij is sprekend Zijn Vader!’ Ze hebben hetzelfde karakter. ‘Hij is één van wezen met de Vader, mede-eeuwig,’ zegt de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Het zijn Jezus’ eigen woorden: ‘Wie Mij gezien heeft, die heeft de Vader gezien!’ En: ‘Ik en de Vader zijn één!’ Hij is het Zélf!

Getuigen van de Zoon
God heeft de wereld zo liefgehad dat Hij Zijn Zoon overgegeven heeft tot in de dood aan het kruis, opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verloren zou gaan, maar eeuwig leven zou hebben. Met dat evangelie van de gekruisigde en opgestane Heere zijn de apostelen de wereld in gegaan. Die opdracht heeft Christus voordat Hij ten hemel is gevaren, immers aan Zijn leerlingen gegeven: ‘Gaat dan henen, maakt al de volken tot Mijn discipelen en doopt hen in de Naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes!’ Van die gestorven en weer opgestane Christus heeft de apostel Paulus getuigd op de Areopagus, waar hij het geloofsgesprek aangaat met mensen die heel anders dachten en geloofden. Is ónze situatie in onze dagen dan zo anders? Eeuwenlang was onze samenleving in principe een christelijke samenleving. Dat is in snel tempo totaal veranderd. We leven nu in een multiculturele samenleving. We hebben te maken met mensen, die afkomstig zijn uit andere werelddelen en geworteld in totaal andere culturen en behorend tot diverse godsdiensten. Naast de migrantenkerken, met wie wij ons verbonden voelen vanwege ons geloof in Christus Jezus, zijn er moslimgemeenschappen van verschillende stromingen (ook daar stromingen en modaliteiten!), Boeddhisten, hindoes, aanhangers van natuurgodsdiensten enz. Na het christendom is de islam de tweede godsdienst in de wereld, ook in ons land! Enkele onderzoekers hebben onlangs de stelling geponeerd dat de islam wellicht binnen een halve eeuw zelfs de grootste godsdienst in West-Europa zal zijn.
Na 11 september 2001 is de oorlog verklaard aan het terrorisme. Het gaat daarbij met name over terroristen uit extremistische moslimkringen. De verhoudingen zijn er daardoor ook bij ons niet beter op geworden. De moord op Theo van Gogh heeft de spanning tussen moslims en niet-moslims verder opgevoerd. Er hoeft niet zoveel te gebeuren of de vlam is in de pan. Wie zagen dat in veel landen gebeuren bij de massale protestacties tegen de Deense Mohammed-cartoons.
Hoe gaan wij zélf als gelovigen, hoe gaan we als kerken, in ons geval in het bijzonder als Protestantse Kerk in Nederland met deze problematiek om? Heb ik het mis, als ik denk dat we tot op heden behoorlijk verlegen zijn met deze zaak? Maar als we belijden dat Jezus Christus de Kurios, de Heere is, ligt hier dan ook niet een enorme verantwoordelijkheid voor ons als christenen? Liggen hier geen geweldige kansen om mensen voor Jezus te winnen? Moet dat zelfs niet een van de speerpunten van beleid voor de Protestantse Kerk in Nederland worden?

God heeft wél een Zoon!
Goddank: God heeft wél een Zoon! Door Hém spreekt Hij nú, in het laatste der dagen. Daar moeten we het in de kerk van hebben, van dat spreken van de Heere. Daar moet Nederland het van hebben, ja, de hele wereld. Er is maar één Naam onder de hemel gegeven, waardoor we moeten behouden worden. ‘Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven.’ Het gaat om eeuwig wél of eeuwig wéé! Als het eeuwig heil van onze familie, onze vrienden, onze collega’s, onze buren, onze allochtone landgenoten ons echt ter harte gaat (en dat kán toch niet anders?), dan zullen we er alles voor over hebben om hen deelgenoot te maken van het evangelie van Jezus Christus. Het geloof is uit het gehoor! ‘Hoe zullen zij dan Hem aanroepen, in Wie niet geloofd hebben? Hoe geloven zonder prediker?’
‘Hoe liefelijk zijn de voeten van hen, die een goede boodschap brengen.’(Rom. 10:14vv) Dat is voor ons, gemeente van Christus, helder en klaar, de opdracht van Christus: ‘Gij zult Mijn getuigen zijn.’

Volgende week deel 6 in deze reeks: prof.dr. G.G. de Kruijf.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 juli 2006

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

God heeft een Zoon!

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 juli 2006

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's