Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Oefenen in nederigheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Oefenen in nederigheid

HET AMBT IN DE KERK ALS GEZAG VAN HET WOORD [ 2 ]

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tijdens de jaarvergadering van de Gereformeerde Bond sprak ds. R.H. Kieskamp over Het ambt in de kerk als gezag van het Woord. Vandaag het tweede en laatste deel van deze bijdrage.

Met het functioneren van het gezag van het Woord hangt ook de zogenoemde sleutelmacht samen. Christus zegt daarvan in Mattheus 18:18: ‘Al wat gij op de aarde binden zult, zal in de hemel gebonden wezen; en al wat gij op de aarde ontbinden zult, zal in de hemel ontbonden wezen.’ Woorden die verband houden met een ander woord van Christus uit Johannes 3:36: ‘Die in de Zoon gelooft, die heeft het eeuwige leven; maar die de Zoon ongehoorzaam is, die zal het leven niet zien, maar de toorn van God blijft op hem.’ Vandaar dat de onlosmakelijke verbondenheid tussen ambtsgezag en Woordgezag niet hoog genoeg aangeslagen kan worden, waarbij het centrum van dat ambtelijk Woordgezag gelegen is in de verkondiging van het evangelie: een verkondiging met raakvlakken naar alle drie de ambten. Want de predikant doet het als verkondiger, de ouderling bewaakt het als opziener door wolven te weren, de diaken praktiseert het in dienstbetoon. Op deze wijze is Christus, naar woorden uit de catechismus, bezig Zichzelf, door zijn Woord en Geest, een gemeente tot het eeuwige leven uitverkoren te vergaderen, beschermen en onderhouden.

Eén is Uw Meester
Deze gemeente is ondertussen geen mondige gemeente naar maatstaven van het democratisch Verlichtingsdenken. Wel is ze volop mondig als gemeente die leeft in de vrijheid van Christus en daarin in gebondenheid aan het Woord. Hierbij is het ambt dienend, dat wil zeggen dienstbaar aan het Woord, om de gemeente toe te rusten tot dienst aan Hem die van Zichzelf zegt: ‘Eén is Uw Meester, namelijk Christus.’ (Matth. 23: 8 en 10)
Er is dus ook geen rangorde van belangrijkheid in de ambten. Artikel 31 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis stelt aangaande de dienaren van het Woord: ‘Zo hebben zij een zelfde macht en autoriteit, zijnde allen dienaren van Jezus Christus de enige algemene Bisschop en het enige Hoofd der Kerk’.
Ambtsgezag als Woordgezag is dan ook gezag van Christus. Gezag waarin wij gestorven aan zelfhandhaving dóór Hem, leven in zelfverloochening mét Hem. Gezag ook dat tevens gezag is van de Heilige Geest. Want de Heilige Geest geeft overtuigingskracht aan het Woord, zodat de tijdgeest met haar demonische machten weerstaan wordt en haar functie als stoorzender gaat verliezen. We worden uitgepeld uit deze boze wereld, die voorbij gaat. We worden burger van twee werelden, waarbij ons eigenlijke burgerschap hierboven ligt. Kortom, we gaan vreemdeling worden op aarde. Daarom treden we zelf niet op de voorgrond. We treden terug achter het Woord, dus achter Christus en de Geest.
Ook de zogenaamde charismata (genadegaven) dienen er niet toe de ambtsdrager op te tuigen, maar zijn geheel dienstbaar aan het evangelie van Christus. Er mag geen tweespalt zijn tussen ambt en charisma. De Geest als Gever van het charisma zal dat ook niet toelaten, want de Geest gaat het om Christus.

De smidse van de Geest
Van groot belang is en blijft dat de ambtsdragers zelf zich door de Geest, dat is door het Woord laten leiden. Anders kunnen zij er oorzaak van zijn dat de afstand tussen boodschap en kloof al maar groter wordt. Ze verhinderen de Geest een brug te slaan. Daarom hebben ambtsdragers veel toerusting nodig vanuit het Woord van God, om het kennisniveau omhoog te halen. Wat dat betreft kan ook trouwe catechismusprediking zeer dienen tot versterking van de ambtelijke ruggengraat.
Wat de dienaren van het Woord aangaat, pleiten we dan ook voor een zeer gedegen universitaire opleiding in de heilige Godgeleerdheid van de Schrift, de geloofsleer en aanhangende vakgebieden. Naast toerusting is echter vorming nodig. Met vorming bedoelen we bewerkt te worden door het Woord in de smidse van de Geest. Mozes moest daartoe veertig jaar naar Midian om de meest zachtmoedige man van de wereld te worden, Elia naar de berg Horeb om God te ontmoeten in het zachte suizen van een stille wind, Johannes de Doper werd gevormd in de woestijn en Jezus Zelf zocht eenzame plaatsen op voor het contact met zijn Vader. Kortom, we pleiten er voor dat dienaren van het woord geoefend zullen worden in wat Voetius wetenschap in verbondenheid met vroomheid noemde.

Kruistheologie
Het Woordgezag moet volop kunnen functioneren in de kracht van de Geest. Het Woord zal als een tweesnijdend scherp zwaard ons dienen te verwonden door zonden open te leggen, opdat we heling zullen zoeken bij Jezus, onze Heiland. Indien niet, dan zullen we in Nederland binnen de kortst mogelijk tijd meegesleurd worden met de tsunami van de secularisatiegeesten uit de afgrond die er op uit zijn in geestelijke kaalslag al het kerkenwerk te veranderen in een allesverdorrende woestijn. Surrogaatmiddelen van kerkelijk enthousiasme, van opleuken, van mooie woorden als holle klanken, van rituelen die menselijke gevoelslagen activeren en Woordgezag minimaliseren, zullen hier niet baten. Elke onbijbelse theologie van glorie doet ons verder wegzinken in het hete woestijnzand. Uitsluitend de kruistheologie van Jezus Christus, dus van genade voor zondaren, kan er voor zorgen dat de woestijnsituatie ons loutert, zodat we er gezegend uitkomen. ‘Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers der wereld, der duisternis van deze eeuw, tegen de geestelijke boosheden in de lucht.’ (Ef. 6:12)

Het meest verhoogd
Enkel het Woord van God in de kracht van de Geest kan hier uitkomst bieden. Dat betekent dat alleen het evangelie van Gods genade in Christus overwinning kan geven. Het profetische Woord dat zeer vast is, kan niet worden ingeruild voor iets anders.
Woordgezag dient optimaal te functioneren. J.C. Ryle zegt in dit verband: ‘Laat de genadige vergeving door Christus trouw verkondigd worden en de poorten van de hel zullen de kerk niet overweldigen. We moeten nooit vergeten dat dát de schoonste tijden voor een kerk zijn, waarop de “gekruisigde Christus” het meest wordt verhoogd.’ Enkel ambtsgezag als Woordgezag heeft de belofte in zich van rijke zegen. Calvijn noemt gehoor geven aan dit Woordgezag ergens ‘een oefening in nederigheid’. En nederigheid is de beste voedingsbodem voor het zaad van Gods Woord. Mensjes uit het stof verrezen mogen daaraan dienstbaar zijn. Vandaar dat Luther niet van ophouden weet in het beklemtonen van de noodzaak van ambtelijke Woordverkondiging als bediening der verzoening. Surrogaatmiddelen van kerkelijk enthousiasme, van mooie woorden als holle klanken, zullen niet baten, als het Woord niet functioneert.

Niet droogzwemmen
Van Jezus Zelf lezen we dat Hij leerde als Machthebbende (Mark. 1:22). Zijn ambtsgezag was Woordgezag in optima forma. Nooit zullen menselijke ambtsdragers hier aan kunnen tippen. Ondertussen ligt er een heilige roeping. Bovendien wil de Heilige Geest ons vervullen met meer kracht, naarmate wij leger zijn van elke vorm van (ook rechtzinnige) eigendunk. Zo wordt Gods kracht in onze zwakheid volbracht. Tegelijk mogen we Paulus nazeggen: ‘Door de genade Gods ben ik dat ik ben.’ We zullen tot zegen zijn, zelfs overvloedig. Woordgezag geeft ons ambtsgezag, want de Heilige Geest geeft wind in de zeilen.
Als de kerk vandaag iets nodig heeft, dan is het wel dit. Daarom dient alles uit de kast gehaald te worden om te bevorderen dat er in elk dorp en in alle steden maximaal fulltime predikanten zullen kunnen werken tot rijke zegen voor ons Nederlandse volk – predikanten die de Heere vrezen en die de bazuin van het evangelie helder laten klinken. Het ambt is onopgeefbaar voor de kerk, want het Woord is onopgeefbaar. Een kerk zonder ambtsdragers is als een zwembad zonder water, want zonder het levenwekkende en richtinggevende Woord. Het wordt droogzwemmen, omdat het Woord schaars is geworden. Het Woord gaat verdwijnen en de Geest trekt Zich bedroefd terug.

Ambt en kerkelijk werker
Tot slot wat de relatie predikant-kerkelijk werker betreft, kort het volgende. Waar de predikant het te druk heeft, laat de kerkelijk werker daar volop worden ingeschakeld in taken toegesneden op de opleiding. Laat de kerkelijk werker zich in noodgevallen waar hij een predikant vervangt, trachten overbodig te maken door toe te werken naar vervulling door een fulltime predikant. Laat er geen vierde ambt komen van kerkelijk werker, maar hooguit in echte noodgevallen het dienend ouderlingschap. Laten er op creatieve wijze wegen gevonden worden om kerkelijk werkers volop in te schakelen, doch niet ten koste van het ambt van predikant.
Immers, er is onderscheid. De kerkelijk werker leert vaardigheden en dient in eerlijke bescheidenheid niet naar het volle ambt te streven of het moet zijn via volledige studie theologie. De predikant heeft als het goed is via universitaire studie geleerd vanuit bijbelse theologie zelfstandig te theologiseren, ook in rapport met de tijd. Hij is geroepen in de vrijheid en de volmacht van het ambt, Paulus na te spreken als die zegt: ‘Wee mij indien ik het Evangelie niet verkondig.’ (1 Kor. 9:16). Als de kerk hier ontrouw of nalatig in is, graaft ze haar eigen graf en bouwt ze het rijk van satan. Daarom kunnen we maar één kant op, dat is maximale betrokkenheid op de Heere van de oogst en bidden dat Hij veel arbeiders zal uitstoten in Zijn wijngaard, tot verkondiging van het heilig evangelie en bediening van de aanhangende sacramenten

Ds. Kieskamp is bereid in De Waarheidsvriend op vragen van lezers naar aanleiding van dit en het vorige artikel in te gaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 augustus 2006

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Oefenen in nederigheid

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 augustus 2006

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's