Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geloof en ongeloof

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geloof en ongeloof

MEDITATIE: MARKUS 9:24

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ons tekstwoord bevat een zeer merkwaardige belijdenis. Uit een en dezelfde mond klinkt zowel de belijdenis ik geloof alsook de uitroep kom mijn ongeloof te hulp. Op het eerste gezicht zou je zeggen: óf je gelooft óf je gelooft niet. Toch zijn hier geen twee mensen aan het woord, maar één mens! Over deze tegenstelling willen wij nadenken.

‘Ik geloof, kom mijn ongeloof (lett.: mijn niet-geloven) te hulp…’

Er is in de geschiedenis van de kerk een tijd geweest dat men zei: in de kerk zitten de mensen die geloven en buiten de kerk zijn er de mensen die niet geloven. In onze tekst gaat het over een mens die het beide is: hij gelooft en hij belijdt zijn niet-geloven. Er zijn vertalingen die de tegenstelling willen verzachten. Laten wij het maar in al zijn rauwheid laten staan. Ook in alle éérlijkheid. Calvijn zegt bij onze tekst: dat is de innerlijke ervaring van alle gelovigen.

Mens in nood
In het evangelieverhaal van onze meditatie gaat het om een belijdenis van een mens in nood. Het is een belijdenis als een schreeuw uit de diepte van allerlei ellende. De schreeuw komt uit de mond van een vader die een kind heeft dat lijdt aan een bepaalde vorm van epilepsie, waarbij een donkere macht in het spel is. Als het kind een aanval krijgt, misvormt die donkere macht hem en verandert die jongen in een wrak. Christus is op de berg der verheerlijking, daar was alles vol hemelse luister en heerlijkheid. Beneden aan de berg is geen heerlijkheid, maar nameloze ellende, ontluistering en geschondenheid. Als Christus de berg afdaalt, krijgen we met een immens ‘niveauverschil’ te maken, met een ongekende tegenstelling tussen hemel en aarde. Christus komt in het midden van een volksoploop terecht, tussen ruziemakende ‘kerkmensen’, met Schriftgeleerden die in een twistgesprek verwikkeld zijn met de discipelen. De discipelen zijn met machteloosheid geslagen. 

Beslissend
Stonden de discipelen dan niet in de macht van Christus? Zij stonden op dat moment niet in de macht van Christus. Kennelijk was er geen gebed, geen gemeenschap met Christus. Dat is beslissend in het Koninkrijk van God!
Wij kunnen wel allerlei woorden van God spreken, maar het kan alles zijn zonder kracht, zonder de vervulling met de Heilige Geest. Dat is een groot gevaar in de kerk en onder ons als evangeliedienaren. Dat we wel een schijn van godzaligheid hebben, maar de kracht daarvan missen. (2 Tim. 3:5)

Geen bezit maar gave
Als de vader bij Christus gekomen is, vraagt Christus heel menselijk naar het ziektebeeld: hoelang is het al dat dit hem overkomt? Dan volgt het verhaal van de ellende, de vader vertelt dat hij dat al van zijn geboorte af had.
Daarna klinkt de roep van de vader: ‘Maar zo gij iets kunt doen, help ons en heb medelijden met ons.’ Heel opmerkelijk reageert Christus met: ‘Als gij kunt geloven, alle dingen zijn mogelijk, die gelooft’. Met deze woorden roept Christus het geloof op in deze vader. Geloven heeft alles te maken met het horen van het Woord! Het geloof is uit het gehoor en het gehoor door het Woord Gods (Rom. 10:17).
We zien het gebeuren. Terstond de vader van het kind roepende met tranen, zeide: 'ik geloof, Heere! kom mijn ongeloof te hulp!' Het geloof is geen bezit in onszelf, maar een uitzonderlijke gave van de Heilige Geest. Het is een relationele werkelijkheid: we zijn helemaal aangewezen op de stem van Christus.

Opstanding
Herkennen wij dit in ons leven? Geloof is een onrustig ding, zei Luther al. Zo is het er en zo lijkt het weg.
Wij zijn aangewezen op het Woord van Christus, op het woord van de verkondiging.
Wij zijn aangewezen op het wonder dat Christus door Zijn Geest en Woord afdaalt in de laagvlakte van mijn leven, met zijn beproevingen, zijn zonden, met name: de zonde van het ongeloof.
Als dat gebeurt, dan is er een complete opstanding aan de orde! Dat zien wij in deze geschiedenis: Christus vatte de hand van die jongen, richtte hem op en … hij stond op!
'Ik roem in God, ik prijs ’t onfeilbaar woord; ik heb het zelf uit Zijn mond gehoord.'

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 augustus 2006

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Geloof en ongeloof

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 augustus 2006

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's