Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Trouw en vertrouwen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Trouw en vertrouwen

Meditatie: Psalm 125:1, 2

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Psalm 125 is een van de liederen (Psalmen 120-134), die de pelgrims zongen op weg naar het heiligdom. Wat in de meeste liederen opvalt, is de nadruk, die gelegd wordt op de trouw van God aan Zijn volk en voor Zijn volk. Die trouw van God roept om geloofsvertrouwen.

'Die op de HEERE vertrouwen, zijn als de berg Sion, die niet wankelt maar blijft in eeuwigheid. Rondom Jeruzalem zijn bergen, alzo is de HEERE rondom Zijn volk, van nu aan tot in der eeuwigheid.'

De woorden van de dichter gaan voor je leven, als je als toerist de stad Jeruzalem nadert: rondom Jeruzalem zijn bergen. Jeruzalem was vanouds de heilige stad. De Godsstad. Daarheen trokken de stammen van Israël, om daar de Heere te offeren, te loven en te aanbidden. In het heiligdom op de berg Sion. Aan Sion had de stad haar betekenis te danken. Want daar woonde God onder Zijn volk. Jeruzalem met haar Sion, omgeven door bergen. Veilig beschermd tegen gevaren. God zélf had ervoor gezorgd dat zij niet zou wankelen, maar onwankelbaar vast stond. Wat er ook gebeuren zou, Sion zou geen millimeter van haar plaats wijken. Maar dankzij Gods kracht en bescherming eeuwig stand houden.
Zo trouw als God Jeruzalem en de berg Sion omgeeft, beschermt en bewaart, zo trouw omringt Hij Zijn volk. Voortdurend en onophoudelijk. Vast en zeker. Bergen kunnen wijken en heuvels kunnen wankelen, maar Gods trouw wankelt of wijkt nooit. Die is onwrikbaar. Die ligt vast in Zijn naam: HEERE – Jahwe, dat is: Ik zal zijn, die Ik Zijn zal. Als Hij belooft mij met Zijn liefde en trouw te omringen, dan dóét Hij dat ook. Immers, Zijn beloften staan op Naam. Zíjn Naam. Dát geeft de vastheid en de zekerheid.
Gods volk, wie dat zijn? Allen die door het geloof delen in Gods verbond en beloften. Allen uit Israël en de volken die door genade de naam van Sions kinderen dragen. Kortom, ’t gaat om allen ‘die op de HEERE vertrouwen’. Die door genade geleerd hebben af te zien van alle zelfvertrouwen en zich volkomen verlaten op Zíjn trouw.

Kent u en ken jij dat vertrouwen? Dat onvoorwaardelijke geloof in Hem, dat zich uit in een volstrekte overgave aan Hem? Of is die vraag voor u te pijnlijk? Komt het jou ál te dichtbij? Omdat de Geest u door het Woord voortdurend betrapt op ontrouw? Of omdat jij overloopt van zelfvertrouwen en zelfverzekerdheid? In vers 5 wordt gesproken over hen ‘die zich neigen tot hun kromme wegen’. Het volk Israël had er een handje van. Ga haar geschiedenis maar na. Ik leg mijn eigen leven ernaast.
En ik zie en herken mijzelf erin. Met mijn ontrouw en ongeloof. Jij soms ook? En u? Zou het niet voor de hand liggen dat de Heere daarom ons de trouw zou opzeggen? En toch, Hij blijft trouw. Zelfs trouwelozen kunnen en mogen op Zijn trouw rekenen. Wonder boven wonder! Nee, God laat de zonde van onze ontrouw ongestraft. Maar eer Hij de zonde ongestraft liet, heeft Hij die gestraft aan Zijn eigen Kind. In Hem, Die altijd op God vertrouwd heeft en Die hing aan het kruis alsof Hij een trouweloze was, heeft God Zijn trouw aan trouwelozen geopenbaard.

Op de HEERE vertrouwen. U vraagt, wat dat inhoudt? Dat is met de zonde en schuld van je ontrouw aan de voeten van de Heere Jezus terechtkomen, die aan Hem kwijtraken en je helemaal verlaten op Zijn trouw. Hem in alles nodig hebben. Wie dát kent, vertrouwt op God. Dat vertrouwen gaat dus nooit buiten Jezus om. Alleen wie door Hem op God vertrouwt, is als de berg Sion, die niet wankelt maar blijft in eeuwigheid. Die staat vast. Diep geworteld in het volbrachte werk van Christus. Die mag in het geloof de Heere beschermend rondom zich weten. Zo iemand wordt in Psalm 125 een ‘oprechte van hart’ genoemd, omdat zijn of haar hart naar de Heere alleen uit gaat.
Zo’n leven met God is niet vrij van aanvechting en strijd. Er is sprake van ‘de scepter der goddeloosheid’.
Van alle kanten wordt het geloof en het leven met God aangevallen. Door de wereld, de duivel, het eigen vlees. Wie houdt zichzelf overeind? Niet één! Of toch wel: Eén is staande gebleven: Jezus. Niets en niemand kon Hem van Zijn trouw aan God afbrengen. Dááraan houdt het geloof zich vast en daarin ligt het geloof vast. Niet maar voor even. Maar voor eeuwig. Geloofd zij die God van ons betrouwen!

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 september 2006

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Trouw en vertrouwen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 september 2006

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's