Veel groen in Luwu

Bijna honderd jaar geleden is door de GZB het evangelie naar Torajaland gebracht. Nu is dat een christelijk gebied. In elk dorp staat ten minste één kerkje, in het grotere Rantepao wel tien. Zestig kilometer van Rantepao, aan de kust, ligt de stad Palopo, hoofdstad van de regio Luwu. Daar kom je in een andere wereld. Niet de kerk is prominent aanwezig, maar de moskee. In Luwu domineert de islam, maatschappelijk en politiek. De kleur groen, symbool van die godsdienst, kom je letterlijk en figuurlijk overal tegen.
In Luwu wonen ook christenen. Een deel van hen behoort tot de Protestantse Kerk van Indonesië- Luwu (GPIL), die is voortgekomen uit de arbeid van de GZB, en telt ongeveer 40.000 zielen. Voorzitter van de synode is ds. Diks Pasande, wiens grootvader in 1918 door een zendeling van de GZB werd gedoopt.

Bomaanslag
In het gebied rond Palopo is eerder geweld gebruikt tegen christenen. In januari 1946 werden daar zeventien gemeente-voorgangers vermoord. In de jaren vijftig werd het gebied onveilig gemaakt door de Dar-ul-Islam, onder leiding van Kahar Muzakkar. In die tijd werd onder meer de Torajapredikant ds. Palisoengan gedood. Vele christenen gingen onder dwang tot de Islam over. Eind jaren negentig werd een aantal christendorpen in de streek ten noorden van Palopo verbrand. Kahars schoonzoon Kudungga werd in 2002 opgepakt als een van de vermoedelijke leiders van de gewelddadige beweging Jemaah Islamiyah, die ook in de Molukken en Midden-Celebes vocht.

Overheid
Sinds de reorganisatie van Indonesië in 1998 (men noemt die reformatie) laat de politieke islam zich ook op ‘vreedzame’ wijze gelden. Zij maakt daarbij gebruik van de decentralisatie die in het kader van die reorganisatie wordt doorgevoerd. Men kan in gebieden met een islamitische meerderheid dan maatregelen treffen die vroeger door de centrale regering in Jakarta werden tegengehouden. Via plaatselijke verordeningen worden elementen uit de sharia (de islamitische wet) ingevoerd. Zo worden in sommige gebieden (ook op Java trouwens) onderwijzeressen en vrouwelijke leerlingen op staatsscholen, verplicht een hoofddoek te dragen.
De christelijke leden van de regionale volksvertegenwoordigingen staan machteloos, omdat ze een kleine minderheid vormen, zo’n vier procent. Het is voor christenen ook moeilijker geworden functies bij de overheid te bekleden. Een voorbeeld: op het kantoor voor godsdienstzaken in het gebied Oost-Luwu is geen christen werkzaam; ook de betrekkingen van de overheid met de christelijke kerken daar worden door moslims geregeld. Terwijl er genoeg goed opgeleide christenen zijn die een dergelijke taak op zich kunnen nemen.
Nu vraagt de GPIL, de kleine reformatorische kerk van Luwu, onze steun. De kerk heeft goed opgeleide theologen nodig, die haar kunnen voorgaan in het getuigenis in deze overwegend islamitische omgeving. We denken dan aan nascholingscurssusen voor predikanten en kerkleiders, waarbij thema’s als kennis en juiste benadering van de islam aan de orde komen. Maar ook studiebeurzen voor vervolgstudie van predikanten zijn onderdeel van het programma. Samen met de Gereformeerde Bond wil de GZB dit initiatief steunen. Doet u mee?

Giften voor de vervolgde kerk kunnen worden overgemaakt op giro 138421 t.n.v. Geref. Bond, Apeldoorn, o.v.v. vervolgde kerk.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen