Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BOEKBESPREKINGEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BOEKBESPREKINGEN

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aaldert van Soest (red.): Rood als scharlaken, wit als sneeuw. Over schuld en vergeving. Uitg. Groen, Heerenveen; 112 blz.; € 12,50. J. Vree: Kuyper in de kiem. De precalvinistische periode van Abraham Kuyper 1848-1874. Uitg. Verloren, Hilversum; 423 blz.; € 35,00.

Aaldert van Soest (red.):
Rood als scharlaken, wit als sneeuw. Over schuld en vergeving.
Uitg. Groen, Heerenveen; 112 blz.; € 12,50.

Het voorwoord van een boek: vaak het gedeelte dat overgeslagen wordt, als een lezer de duik in het bed van letters neemt. Direct maar door met hoofdstuk 1, van bladzijde tot bladzijde steeds voort. Vaak is dat geen gemis. In het lezen wordt de bedoeling van de schrijver meestal wel duidelijk.
Rood als scharlaken, wit als sneeuw is een bundeling van lezingen die in het seizoen 2004-2005 voor de reformatorische studentenvereniging Depositum Custodi gehouden zijn. Een variatie van schrijvers uit de breedte van de gereformeerde gezindte formuleerde de visie op verschillende aspecten betreffende schuld en vergeving, onder andere: schuldgevoelens, depressiviteit en het gereformeerde mensbeeld; collectieve schuld en persoonlijke verantwoordelijkheid, schuld en onschuld in de Psalmen; het dilemma van vergeving schenken.
Genoeg lezenswaardigs materiaal; een veelheid aan opbouwende woorden om ter harte te nemen, soms op welhaast meditatieve toon. Den lezer bevolen! Tot je terugbladert naar het voorwoord en de trigger voor dit jaarthema van de studentenvereniging DC herleest. Daar staat expressis verbis geformuleerd: het is echter de vraag of reformatorische christenen wél (in tegenstelling tot anderen, aanvulling MvD) een juist en volledig zicht hebben op het bijbelse spreken over schuld en vergeving. Begrippen kunnen slijten. Gewenning aan het leerstuk kan ten koste gaan van de diepgang in het verstaan ervan.
Die zinsnede heeft genoeg uitdaging in zich. Maar of het gebrek aan informatie richting inleiders is geweest of niet, in het geheel van deze bundel is nauwelijks een kritische weging van het eigen standpunt aan de orde. Of er een student een nachtje van wakker heeft gelegen, nog eens onderzocht heeft of deze dingen alzo waren, waag ik te betwijfelen. Het is allemaal waar, waar en nog eens waar. Blijkbaar is het pand dermate zozeer het conserveren waard dat er in de tegenwoordige tijd niet mee gehandeld wordt en de inzichten mettertijd tot groter bloei rijpen. Dat is niet alleen om studentikoze redenen een gemiste kans. De goede delen (die er velen zijn) verstoffen daarmee enigszins en geven te weinig tools om op hedendaagse vragen een adequaat antwoord te geven.
Het slot van hoofdstuk 7 geeft op de vraag de taak van de kerk in relatie tot de hedendaagse deculpalisering evenwel een aantal stevige aanzetten, die verder helpen.
Een heel boeiend en apart hoofdstuk is het zevende: ‘Schuld en vergeving in de beeldende kunst’. In deze bijdrage wordt ingezoomd op het toneelstuk Braambos van schrijver, dichter en essayist Willem Jan Otten. Theologie op de planken! Een unicum om op dit podium het verhaal van vergeving te vertolken. Uitermate boeiend te lezen wat de reacties waren op deze (missionaire) poging. De bijkans onmogelijke opgave om dit thema voor modern publiek geslaagd te vertolken, is een onderstreping van de uitdaging om – meer dan in deze bundel gedaan – met nieuwe taal het aloude lied van de genade te vertolken.
Resumé: goede kost, maar het had wel wat pittiger gekruid kunnen zijn.

PS: een ‘wie is wie’ van de medewerkers aan deze bundel, zou niet misstaan hebben.

M. van Duijn, Eindhoven

J. Vree:
Kuyper in de kiem. De precalvinistische periode van Abraham Kuyper 1848-1874.
Uitg. Verloren, Hilversum; 423 blz.; € 35,00.

Deze lijvige studie verscheen bij het afscheid van de auteur als kerkhistoricus aan de faculteit van de godgeleerdheid van de VU. Titel en ondertitel geven adequaat aan waarom het gaat: de periode in het leven van Kuyper voor zijn toewending tot het calvinisme, hoewel naar het oordeel van de auteur het complete gedachtegoed van de latere Kuyper toen al in de kiem aanwezig was. Zes eerdere studies van de auteur zijn bijeengebracht, die hij voor dit boek nader heeft bewerkt. Ze handelen over ‘de bekeringservaring van het kind Kuyper in het najaar van 1848’, zijn in 1860 voltooide Commentatio over het kerkbegrip van Calvijn en à Lasco, een studie die voorgoed een ‘plooi’ in zijn geest teweegbracht, zijn ook internationaal baanbrekende activiteiten als kerkhistoricus, de trits Beesd-Baltus-bekering, zijn predikantschap in Amsterdam met de steeds breder uitslaande vleugels van Kuyper in onderwijs, politiek en maatschappij en Kuypers ‘zelfportret’ in zijn Confidentie, geschreven in 1873 toen hij een geestelijke crisis doormaakte. Nieuw is een hoofdstuk over Kuypers drie jaar durend verblijf als hervormd dominee in Utrecht, toen hij de gemeente wilde ombouwen tot ‘een bewust belijdende gemeente’, met alle spanningen die dat opriep. ‘Het onderwerp dat alle studies verbindt is de kerk, maar dan in de brede zin genomen, zoals Kuyper het kort voor zijn vertrek uit Utrecht onder woorden bracht: kerk als organisme en kerk als instituut’.
Dit boek verschijnt in dezelfde tijd als waarin de aandachttrekkende biografie van Jeroen Koch veel aandacht krijgt. Aan dit boek wijdden we ook in deze kolommen een artikel. Daarom volsta ik hier met een aankondiging. Het zal duidelijk zijn dat deze historische studie parallellen vertoont met die biografie. Maar ze is wel complementair, in die zin dat de achtergrond van Kuypers leven en werken in dit boek veel gedetailleerder vanuit zijn beginjaren wordt belicht, terwijl de auteur ook veel meer dan de van huis uit rooms-katholieke Koch van binnenuit heeft geschreven. Daarbij is naar mijn oordeel dr. Vree in de loop van vele jaren ook veel dieper in het Kuyper-archief doorgedrongen dan Koch.
Indrukwekkend is de lijst van primaire bronnen. Overigens spreekt Vree ook genuanceerd over het beeld dat Kuyper zelf heeft opgeroepen met zijn bekeringsverhaal. De door Kuyper zelf in het leven geroepen beeldvorming, zegt hij, is later ‘braaf nagevolgd’. En de ‘bekeerde’ Kuyper was evenzeer de ‘bekerende’ Kuyper, die de hervormde gemeente van Beesd naar zijn visie wilde vormen: ‘het werd een vingeroefening in kerkreformatie.’
Al met al heeft dr. Vree een imposante studie toegevoegd aan alles wat over Kuyper is verschenen. Het front van dit boek bevat een fragment uit het oudst bewaarde handschrift van Kuyper, waarin hij als gezegd zijn bekeringservaring als kind vermeldt.

J. van der Graaf, Huizen

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 oktober 2006

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

BOEKBESPREKINGEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 oktober 2006

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's