Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Teksten van artistiek niveau

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Teksten van artistiek niveau

Omgaan met literatuur [ 1 ]

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bekend is de tweedeling tussen literatuur en lectuur. Literatuur is kunst, lectuur niet. Lectuur hoeft overigens helemaal niet iets minderwaardigs te zijn. Aan de hand van onder meer een gedicht van Judith Herzberg toont dr. J. de Gier het onderscheid.

De aandacht voor literatuur – literaire teksten in poëzie en proza – is de laatste decennia enorm toegenomen. De media spelen daarin een grote rol. Radio en tv hebben hun boekprogramma’s. De dagbladen komen wekelijks met een boekenbijlage, ook de dagbladen die in onze kring het meest worden gelezen: het Reformatorisch Dagblad en het Nederlands Dagblad. De ruimere verspreiding van literatuur begon al in de jaren vijftig en zestig met de verschijning van het pocketboek en de paperback.
Prismapockets en Ooievaarpockets brachten literatuur op de markt voor betrekkelijk weinig geld, en datzelfde geldt voor de paperbacks van De Bezige Bij.
Die invloed van de media brengt, samen met het literatuuronderwijs op scholen voor voortgezet onderwijs, veel indringender dan vroeger literatuur in de huiskamers. Ook door middel van de pc: op internet is gemakkelijk een grote hoeveelheid informatie over literatuur te verkrijgen. De royale aandacht die dagbladen – naast radio en tv – besteden aan literaire prijzen als de AKO Literatuurprijs en de Libris Literatuurprijs is tekenend.
Al deze verschijnselen samen laten maar één conclusie toe: literatuur is veel dichter bij de mensen gekomen, in de gezinnen, ook in gezinnen van orthodox-christelijke signatuur. Wie daarvoor zijn ogen sluit, speelt kiekeboe. Opvoeden tot een kritische leeshouding is een betere weg dan wereldvreemdheid. Zeker, er is literatuur die zo stuitend is en zo’n rauw realisme bevat dat deze voor een christen onaanvaardbaar is. Een christen zal ergens een grens moeten trekken. Een bepaalde selectie – het christelijk onderwijs zal zeker een filter moeten hanteren – is mijns inziens onontkoombaar.
Maar er bestaat gelukkig ook heel wat positieve literatuur, ook van niet-christelijke schrijvers, literatuur die aanvaardbaar is omdat deze een lezer – ook een christen – aan het denken zet en een dieper inzicht biedt in mens en samenleving. Daarom in een reeks artikelen aandacht voor literatuur.

Acht eeuwen literatuur
De Nederlandse literatuur bestaat vanaf de twaalfde eeuw tot heden. Zeg maar vanaf de Limburgse dichter Hendrik van Veldeke (± 1170) tot aan een hedendaagse auteur als Willem Jan Otten. Acht eeuwen lang hebben ook in ons land dichters en prozaïsten de kunst van het woord beoefend, een kunst die we literatuur noemen (afgeleid van het Latijnse woord littera, dat letter of schrift betekent).
Maar wat is literatuur eigenlijk? Daar richt zich dit eerste artikel op: Wat is literatuur?

Een woordloos gesprek
‘Literatuur’ heeft alles te maken met vorm en inhoud. Je kunt een lang betoog houden, met veel moeilijke termen, over wat literatuur eigenlijk is. Handboeken noemen allerlei kenmerken, bijvoorbeeld dat bij literaire teksten sprake is van artistieke zorgvuldigheid, een bewuste organisatie van woorden en zinnen, waardoor een hoge mate van intensiteit en complexiteit ontstaat. Beter lijkt het mij om hier uit te gaan van enkele concrete voorbeelden die hopelijk meer verhelderen dan welke uitvoerige theoretische verhandeling ook. Daarvoor kies ik allereerst het korte gedicht Ziekenbezoek uit de bundel Beemdgras van de dichteres Judith Herzberg, dochter van de bekende Abel Herzberg.
Het ‘verhaal’ – de anekdote – is heel eenvoudig: een vader bezoekt zijn zieke dochter (of zoon), hij zit een uur zwijgend aan het bed en vertrekt daarna weer, met op de valreep een korte woordenwisseling. Het lijkt een heel simpel gedicht, zowel wat de vorm als wat de inhoud betreft. Maar vorm en inhoud zijn helemaal niet simpel. Als we scherper lezen, zien we dat opbouw en taalgebruik vol raffinement zitten en dat zich inhoudelijk gezien onder de oppervlakte een dieptelaag bevindt.

Taalgebruik
Eerst iets over de vorm. Literatuur als kunst met het woord staat of valt met het taalgebruik: woordkeuze, rangschikking en zinsbouw, gebruikte beelden. Zo valt direct al op dat de eerste regel van Ziekenbezoek verreweg het langst is. Waarom? Omdat dit typografische middel hier heel doelmatig is: het gaat immers over een ‘lang’ uur! Vorm en inhoud zijn hier op knappe wijze verbonden.
Het raffinement zit ook in de woordkeuze. Om dit te laten zien, heb ik, afwijkend van de originele tekst, enkele woorden gecursiveerd. Allereerst de formulering een lang uur’: op originele wijze heeft de dichteres de bekende uitdrukkingeen uur lang’ omgekeerd. Vanuit het perspectief van de ziekeik’ is het veelzeggend: het bezoek is niet welkom, de ‘ik’ ligt zich te ergeren en daarom is het ‘een lang uur’.
Het gedicht is geschreven in de zogenaamde parlandostijl. ‘Parlando’ komt van het Italiaanse parlare (=spreken). Inderdaad lijkt het taalgebruik veel op spreektaal, vooral ook door woorden als ‘makkelijk’ (i.p.v. ‘gemakkelijk’) en ‘nou’. Maar die spreektaal is wel met raffinement toegepast. Zo staat ertussenin ineens een woord uit een heel ander taalveld: ‘resumeren’. Dat sarcastisch bedoelde woord springt eruit en terecht: het vormt de kern van het gedicht. Resumeren is kort samenvatten, de wezenlijke kern eruit lichten. De vader zegt tegen zijn zieke kind: denk er maar eens goed over na waarom ik hier aan je ziekbed zit. Peil de diepte maar eens. Dat moet je maar eens ‘proberen’. Met dit woord, dat heel functioneel rijmt op ‘resumeren’, eindigt het gedicht.
Nu wordt ons duidelijk dat het geen oppervlakkig gedicht is. Het draait om de woorden ‘resumeren’ en ‘proberen’. Er is een conflict tussen vader en kind. Toch is de vader gekomen. Hij wekt zijn kind op om zijn diepste intentie te verstaan: liefde. De ‘ik’ wordt opgeroepen het ‘zwijgen’ positief te interpreteren. En zo wordt dit ogenschijnlijk simpele gedicht boven het alledaagse uitgetild. Het verwoordt een thema dat ons allen aangaat: zonder een poging de ander te verstaan – ‘resumeren’ en ‘proberen’ – blijft de kloof tussen twee mensen of partijen onoverbrugbaar. Dit is de dieptelaag van het gedicht. Een literaire tekst vertoont altijd meer dan één niveau.

Diepte
Of een roman literair is en dus verschillende niveaus of lagen heeft, kun je vaak al aan de beginzin(nen) zien. Nooit meer slapen van W.F. Hermans begint met de zin: ‘De portier is een invalide.’ De zin is een voltreffer, want in de visie van Hermans is het hele leven ‘invalide’, dat wil zeggen tot in de kern aangetast. Je hoeft de levensvisie van Hermans niet te delen – en die deel ik niet! – om toch te constateren dat hier sprake is van het juiste woord op de juiste plaats. Ook slotzinnen zijn vaak tekenend. Zo eindigt de roman Opwaaiende zomerjurken van Oek de Jong met de krachtige herhaling: ‘Ik wil. Ik wil. Ik wil.’ Daar zit een hele wereld achter, want de hoofdpersoon is door grote diepten heengegaan, maar kiest uiteindelijk niet voor de dood maar voor het leven. Een slotzin dus met een diepe inhoud. We hebben hier te maken met literatuur.
Dit valt des te sterker op, als we er het slot van een andersoortige roman, namelijk Mieks moeilijkheden van Sanne van Havelte, naast zetten: ‘Miek glimlachte even. Toen, met haar ogen vast in de zijne, zei ze: ‘Als ik bij jou ben, bestáán er voor mij geen moeilijkheden meer.’ Mieks moeilijkheden zijn dus helemaal opgelost, zo moet ik geloven. Gelooft u het? Zou het leven zo simpel zijn? Romans waarin het leven zo simpel wordt getekend, behoren beslist niet tot de literatuur.

Literatuur en lectuur
Vele gedichten en romans bereiken geen literair niveau. Vaak hanteren we daarom een tweedeling: literatuur naast lectuur. Literatuur is kunst, lectuur niet. Lectuur hoeft overigens helemaal niet iets minderwaardigs te zijn. Een duidelijk voorbeeld vormt de christelijke poëzie: er bestaan vele bundels die in eenvoudige taal de ‘Boodschap’ doorgeven tot troost en ondersteuning. We spreken wel van pastorale poëzie, zoals we die onder meer aantreffen bij Nel

Welk literair boek wilt u vanwege welke reden onder de aandacht van de lezer van ons blad brengen? In de kantlijn van de reeks artikelen over Omgaan met literatuur geven diverse personen antwoord op deze vraag. Als eerste ds. D.J. Budding, hervormd predikant en auteur van enkele romans, zoals Ik zal wederbrengen.

Jan Siebelink
Het had zo mooi kunnen zijn! Dat dacht ik, toen ik Knielen op een bed violen van Jan Siebelink gelezen had. Het had zo mooi kunnen zijn,
- als de schrijver zijn vader werkelijk begrepen had. Als hij met zijn talent, het geestelijke leven van zijn vader had kunnen beschrijven, zoals het werkelijk was.
- als hij de persoon en de preken van ds. J.P. Paauwe en anderen werkelijk had begrepen. Als hij door het Woord dat hij in zijn jeugd heeft gehoord en kunnen horen, echt gegrepen zou zijn. Wat had hij dan een prachtige, jaloersmakende beschrijving kunnen geven van het geestelijke leven van Gods kinderen. Dat had voor velen tot zegen kunnen zijn. Nu is er een misselijk makende karikatuur geschetst, waardoor honderdduizenden op een verkeerd been zijn gezet. Wat een verantwoordelijkheid!

D.J. Budding, Waarder

Benschop, Co ’t Hart en Enny IJskes-Kooger. Daar is niets mis mee. Alleen, en daar hebben we het hier over, in de vormgeving wordt geen artistiek niveau bereikt.
Dichters als Guillaume van der Graft en Gerrit Achterberg bereiken dat literaire niveau wel. Als Achterberg in Reiziger ‘doet’ Golgotha over een bekering schrijft, doet hij dat niet in traditionele termen maar met een origineel beeld: ‘Toen heeft een S.O.S. mijn ziel doorreten’. En in een ander gedicht waarin het gaat om verzet tegen het kruis, tegen Christus dus, gebruikt hij het beeld van een jager die op het kruis wil schieten en dan volgt ineens het diepzinnige zinnetje: ‘Zonde van je kruit.’ Diepzinnig, want ‘zonde’ heeft hier twee lagen: de oppervlakkige betekenis ‘jammer’ en de diepere betekenis ‘zonde in bijbelse zin’. En in zijn Ballade van de gasfitter komt het zinnetje voor: ‘je bent getikt’. Ook hier zit onder de oppervlaktelaag – je bent niet goed bij je hoofd – de diepere laag: je bent aangeraakt door God. Wie zo speelt met taal, schrijft literatuur en geen lectuur.

Er bestaat een brede stroom van streekromans, doktersromans, spionageromans, thrillers, detectiveromans, enzovoort – soms hele reeksen: Bouquetreeks, Candlelight – die alleen maar ontspanning bieden en geen enkel artistiek doel hebben. Die ontspanning hoeft helemaal niet slecht te zijn – al verschijnt er ook heel wat leesvoer en pulp – maar het taalgebruik vertoont geen enkele originaliteit, echte diepte ontbreekt en de wereld die ons wordt voorgeschoteld, is vaak zo ongecompliceerd dat deze ver afstaat van de echte realiteit. De Duitsers spreken van Unterhaltungsliteratur: lectuur louter voor ontspanning en amusement. Het verschil tussen literatuur en lectuur zit hem niet in het genre. Niet het genre is bepalend, maar de manier waarop een boek is geschreven en opgebouwd. Zo heeft de Franse schrijver George Simenon literaire detectiveromans geschreven. En de Vlaamse schrijver Stijn Streuvels schreef streekromans – zoals De vlaschaard – die door diepte en artistieke zorgvuldigheid tot de literatuur behoren.

Wie bepaalt?
De indeling literatuur-lectuur is een grove tweedeling. Voor het onderscheiden van literatuur – en dat geldt voor alle kunsten – bestaan namelijk geen objectieve maatstaven. Literatuur is geen wiskunde met exacte regels. Bij het hanteren van literaire criteria is een zekere subjectiviteit nooit helemaal uit te sluiten. Door dat subjectieve element – bij uitgevers en recensenten – kan het voorkomen dat teksten die beslist literair niveau hebben, onopgemerkt blijven of ondergewaardeerd worden. ‘Netwerken’ spelen tegenwoordig een grote rol: zit je bij een slechte of bij een gerenommeerde uitgever, heb je een uitgever die veel of weinig aan pr en boekpromotie doet, wordt een roman of dichtbundel in veel of weinig dagbladen of tijdschriften besproken, besteden radio en tv er veel of weinig aandacht aan, enzovoorts.
De eerste selectie van wat literatuur begint bij de uitgevers. Als een boek bij De Bezige Bij, Van Oorschot of Querido verschijnt, zit het automatisch in een literair fonds, ook al hoeft dat helemaal niet te betekenen dat het echt niveau heeft. En dat heeft weer tot gevolg dat het na verschijnen in de voornaamste dag- en weekbladen besproken wordt en recensenten – hun rol, meestal zijn ze academisch geschoold, is heel belangrijk – een waardeoordeel uitspreken. Verschijnt een boek echter bijvoorbeeld bij Kok in Kampen of Boekencentrum in Zoetermeer, dan zit het automatisch in een ander circuit. Dat kan heel ongunstig uitpakken, want een boek dat bij een christelijke uitgever verschijnt kan gemakkelijk genegeerd worden, ook al heeft het kwaliteit, en is bij sommige niet-christelijke recensenten al gauw verdacht. Over subjectiviteit gesproken … Ondanks die niet te ontkennen subjectiviteit, staat één ding echter vast: er zijn teksten van artistiek niveau, die we dus tot de literatuur rekenen, en vele andere die dat niveau niet bereiken.

J. de Gier

Volgende week deel 2 in deze reeks: Is muziek tijdlozer dan literatuur?

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 november 2006

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Teksten van artistiek niveau

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 november 2006

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's