Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Duocatechese in kleine groep

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Duocatechese in kleine groep

MENTORCATECHESE: VOORDELEN EN VALKUILEN [ 3, SLOT ]

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Mentorcatechese biedt tal van mogelijkheden om op een verantwoorde en eigentijdse manier invulling te geven aan leerprocessen voor christenjongeren.

Het wordt tijd om de balans op te maken. Is mentorcatechese de moeite van het overwegen waard? Wat mij betreft is het antwoord op die vraag voluit ja. In meer dan één opzicht heeft deze vorm de voorkeur boven de traditionele aanpak van de catechese. Zeker als het gaat om tienercatechese – ik denk dan aan de leeftijd van 12-17 jaar – kan mentorcatechese een wezenlijke impuls geven, met name in gemeenten waar de klassieke vorm van catechese niet meer blijkt te voldoen. Mentorcatechese biedt tal van mogelijkheden om op een verantwoorde en eigentijdse manier invulling te geven aan leerprocessen voor christenjongeren.

Duocatechese
De voordelen en valkuilen tegen elkaar afwegend pleit ik echter wel voor een vrij ingrijpende wijziging ten aanzien van de huidige praktijk. Mijn voorkeur gaat uit naar het werken met kleine groepen – in de regel niet meer dan tien jongeren – onder leiding van twee catecheten die de gehele les verzorgen. Aan een plenaire inleiding voorafgaande aan de groepsbespreking kleven naar mijn inzicht te veel bezwaren. Terwille van de onderlinge ontmoeting kan wel gekozen worden voor een gezamenlijke opening, waarbij enkele liederen worden gezongen, het openingsgebed plaatsvindt, de collecte wordt gehouden en mededelingen van huishoudelijke aard worden gedaan. Deze opening moet niet langer dan tien minuten duren, zodat de overige vijftig minuten resteren voor het inhoudelijke leerproces. Op deze wijze worden de bovengenoemde voordelen van mentorcatechese voluit gehonoreerd, terwijl de valkuilen grotendeels voorkomen kunnen worden. In verschillende gemeenten is inmiddels ervaring opgedaan met deze vorm van catechese en de evaluaties zijn zonder meer hoopgevend. Het is niet mijn bedoeling om aan de vele modellen nog weer een nieuw model toe te voegen. Alleen ter wille van het onderscheid met de huidige praxis van mentorcatechese kies ik voor de term duocatechese en geef daarvan de volgende definitie: ‘Duocatechese is een onderwijs-leeractiviteit van de christelijke gemeente die zich met name richt op tieners, plaatsvindt in kleine groepen, bij voorkeur in ruimten van de kerk, onder leiding van twee catecheten en die in opdracht van de kerkenraad wordt aangestuurd door een catechesecommissie.’

Overwegingen en aanbevelingen
Ik ga ervan uit dat deze definitie geen verdere toelichting behoeft. Wel wil ik nog enkele overwegingen en aanbevelingen aanreiken die deze vorm van catechese kunnen dienen. Het zal niemand verbazen dat sommige van mijn kanttekeningen het spiegelbeeld zijn van de eerder benoemde valkuilen.
1. Een van de belangrijkste randvoorwaarden voor duocatechese is een zorgvuldige selectie van catecheten. Aan degenen die het onderricht aan jongeren van de gemeente verzorgen, mogen hoge eisen worden gesteld. Men kan niet volstaan met het zoeken naar mensen die een uurtje per week vrij hebben en die het wel leuk vinden iets te doen met jongeren. Catecheten dienen trouw meelevend te zijn binnen de gemeente en een kloppend hart te hebben zowel voor Christus als voor de jongeren. Van hen mag verwacht worden dat ze een levend voorbeeld voor de catechisanten zijn in geloof en levenswandel. Wij geloven dat de Heilige Geest gaven uitdeelt, waarbij de gave van onderwijs zeker niet de minst belangrijke is. Het behoort tot de taak van de kerkenraad deze gaven op te sporen, te stimuleren en te helpen ontwikkelen. Van catecheten mag gevraagd worden dat zij bereid zijn zich voor minimaal twee jaar te verbinden aan de catechese, minimaal twintig avonden beschikbaar te zijn en deel te nemen aan scholingstrajecten die met het oog op hun taak worden aangeboden. Wat mij betreft worden deze afspraken schriftelijk vastgelegd en ondertekend.

Niveau
2. In de praktijk van de mentorcatechese blijkt het niveau van de catecheten een achillespees te zijn. Door gebrek aan kennis van de Bijbel en van de geloofsleer en door een tekort aan vaardigheden is er niet zelden sprake van ernstig kwaliteitsverlies. Het leergehalte staat danig onder druk. Een adequaat en permanent toerustingsprogramma is dan ook onmisbaar. Kerkenraden zouden catecheten in de gelegenheid moeten stellen om cursussen te volgen waarop met name didactische, pedagogische en groepsdynamische aspecten van de catechese aan de orde komen. Het doelmatig gebruik van didactische werkvormen is een vaardigheid waar het bij nogal wat catecheten en mentoren aan schort.
Ook binnen de gemeente zelf dienen met regelmaat toerustingsavonden te worden gehouden waar catecheten zich met elkaar inhoudelijk voorbereiden en hun vaardigheden verbreden. Een essentieel element is het geven van onderlinge feedback. Intervisie is daarbij

De tekst van deze artikelen, die voortkomen uit het afscheidscollege van ds. Van Campen aan de Christelijke Hogeschool Ede, is ook te vinden op www.reflector.nu

een nuttig instrument om problemen waar men tegenaan loopt met elkaar te delen en daarvoor oplossingen te zoeken. Zowel aan de selectie als aan de toerusting van de catecheten kan niet genoeg aandacht worden gegeven.
Ik durf de stelling wel aan: zonder deze beide elementen zal de mentor- en duocatechese op een mislukking uitlopen en onvermijdelijk de weg van de huiscatechese in de Gereformeerde Kerken gaan. Het mogelijke eindresultaat – vrijwel in het geheel geen catechisanten en dus geen catechese meer – moet ons hevig afschrikken.
3. Om een breder kader voor de catechese te creëren kan het raadzaam zijn te werken met catechese-assistenten. Hier valt een parallel te trekken met het basisonderwijs waar onderwijs-assistenten reeds enige jaren een vertrouwd verschijnsel zijn. Wanneer één catecheet op zijn of haar taak berekend is, kan de tweede een assisterende rol vervullen. Ook gemeenteleden die geen onderwijskundige opleiding hebben gevolgd, krijgen zo de gelegenheid de nodige kennis en ervaring op te doen.
Belijdeniscatechisanten die aangeven hun gaven te willen inzetten voor de catechese, kunnen op deze manier in een ‘meester-gezelrelatie’ toegroeien naar het dragen van meer verantwoordelijkheid binnen de catechese.
4. Het werken met kleine groepen onder leiding van twee catecheten houdt de mogelijkheid open om gebruik te maken van bestaande catechesemethoden. Ik beschouw dat als een belangrijk pluspunt. Het is volstrekt onnodig en onwenselijk dat elke gemeente zelf het wiel uitvindt en veel energie investeert in het zelf maken van lessen. Door een bestaande methode te kiezen komt veel kostbare tijd vrij die kan worden benut voor toerusting en grondige voorbereiding van de lessen.

Kerkvriend
5. Hetzelfde geldt voor het gebruik van multimediale werkvormen. In toenemende mate komen dvd’s op de markt die de catechese kunnen ondersteunen, met name als het gaat om de drie grote G’s: gebed, geloof en gebod. Ook in kleine groepen is dat materiaal uitstekend bruikbaar. Voorwaarde is wel dat kerkrentmeesters overtuigd zijn van het nut en de noodzaak van deze aanpak en bereid zijn de nodige apparatuur beschikbaar te stellen. Door goede afspraken te maken moeten leermiddelen en multimediale materialen in verschillende groepjes te gebruiken zijn.
6. Bij de samenstelling van de groepen is het raadzaam niet alleen te letten op leeftijd, maar ook rekening te houden met de Peer Group waarin jongeren zich ophouden. Sociologisch en psychologisch onderzoek in met name Amerika heeft aangetoond hoe belangrijk de Peer Group is voor de ontwikkeling van de identiteit van jongeren. Volgens huidige inzichten oriënteren de meeste jongeren zich op hun ouders enerzijds en op de Peer Group anderzijds. Vooral als het gaat om de keuze van muziek, het gebruik van alcohol en drugs, het dragen van kleding en de invulling van de vrije tijd speelt de Peer Group een belangrijke rol. Meestal vallen leeftijdsgroepen en Peer Groups voor een belangrijk deel samen, maar dat is niet altijd het geval. Het werken met kleine groepen in de catechese biedt de mogelijkheid om daarop in te spelen. Een consequentie daarvan kan bijvoorbeeld zijn dat je jongeren die met elkaar optrokken op de basisschool zoveel mogelijk bijeenhoudt in dezelfde catechesegroep, hoewel ze qua leeftijd misschien in verschillende groepen geplaatst zouden moeten worden.
7. De pastorale rol van catecheten kan anno 2006 moeilijk overschat worden. Het werken met kleine groepen schept uitgelezen kansen daaraan gestalte te geven, niet alleen tijdens de lessen maar ook daaromheen. In de reeds genoemde basiscatechese, ontwikkeld door Bart Robbers, functioneert de figuur van een kerkvriend of kerkvriendin (Bart Robbers, Basiscatechese. Een andere aanpak voor de introductie van jongeren in de kerk, Hoevelaken 1991, 46-48). Mijn bezwaar tegen dit concept is dat deze kerkvriend of kerkvriendin in de plaats komt van de catechese. Kinderen volgen tot hun twaalfde of dertiende jaar de catechisatie, waarna een catecheseloze periode volgt. De begeleiding van deze tieners vindt dan plaats door een kerkvriend of kerkvriendin. De duocatechese maakt het mogelijk het positieve van dit idee op te pakken. Ik pleit ervoor dat iedere catecheet vijf catechisanten uit zijn groep onder zijn hoede neemt. Deze pastorale begeleiding kan bestaan uit het regelmatig contact houden via telefoon, e-mail of sms, maar kan ook gestalte krijgen door een catechisant die hem of haar is toevertrouwd zo nu en dan eens thuis uit te nodigen, eventueel voor een maaltijd. Het beschikbaar zijn voor de catechisanten is op zichzelf al een belangrijk gegeven, het openstaan voor de vragen en vreugden die leven bij de jongeren die aan je zorgen zijn toevertrouwd.

Een vreugdevol bedrijf
Ten slotte nog één ding, waarvan geldt: last but not least. Ik koester geen illusies over de menselijke maakbaarheid van de catechese, welke mooie modellen of verrassende vormen wij ook weten te bedenken. Niemand heeft de sleutel van het hart van onze jongeren op zak. Die rust in handen van de Heilige Geest, die Heere is en levend maakt. Wat wij wel mogen doen, is greppels graven voor de Geest (2 Kon. 3:16a). Zoeken naar middelen en mogelijkheden waardoor de catechese weer wordt wat ze volgens P. ten Have moet en mag zijn: een vreugdevol bedrijf (’s-Gravenhage, 147). De catechisatie als leerplek binnen de gemeente van Christus, waar catecheten en catechisanten graag naar toe gaan, gezegend worden en tot zegen zijn. Dat is waar ik naar verlang en waar ik om bid. Een vreugdevol bedrijf, vooral vanwege de trouw en de beloften van de God van het verbond.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 december 2006

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Duocatechese in kleine groep

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 december 2006

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's