Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

INGEZONDEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

INGEZONDEN

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Reactie uit Veenendaal
De link die dr. M. van Campen in zijn artikelen over mentorcatechese legt tussen de mentorcatechese in de toenmalige Gereformeerde Kerken en het Veenendaalse model schokte mij. Zoals velen heb ik de ontstellende kerkelijke leegloop vanbinnenuit meegemaakt. Het is een schrikbeeld voor me dat ons model dezelfde gevolgen zou kunnen hebben. Dat opnieuw duizenden meelevenden met hun kinderen en kleinkinderen in een korte periode zullen opgaan in de massa van het ongeloof. Als schapen die geen Herder hebben en zelfs elke herinnering aan Hem kwijt zijn. Het is daarom goed om de kenmerken van het Veenendaalse model voor een breder publiek op een rijtje te zetten, temeer nu zoveel gemeenten en plaatselijke kerken ermee werken. U trekt zelf uw conclusies wel.

Het beeld van de trap en de hellingbaan uit de ontwikkelingspsychologie maakt het verschil duidelijk tussen de gangbare catechese (zowel de traditionele als de meeste vormen van mentorcatechese) en het Veenendaalse model. Het principe van de trap veronderstelt dat de mens zich sprongsgewijs ontwikkelt, waarbij steeds een bepaalde ontwikkeling wordt afgerond. Bij het principe van de hellingbaan is het laatste niet het geval en voltrekt de ontwikkeling zich met minder abrupte overgangen. Het is onbeslist welk principe de meest juiste is. In de gangbare catechese wordt het ontwikkelingsstadium van de tienerperiode onderverdeeld in kleinere en strak afgebakende sprongen, bijvoorbeeld in drie leeftijdsblokken van 12/13, 14/15 en 16/17 jaar. Deze structuur is dus een afgeleide van het principe van de trap. Het Veenendaalse model functioneert meer volgens het principe van de hellingbaan. De predikant/catecheet bouwt de centrale les geleidelijk op voor de hele groep catechisanten van 12 t/m 17 jaar. En ook voor de verwerking wordt rekening gehouden met deze groep door een brede keuzemogelijkheid aan vragen en opdrachten. Dan wordt wél gewerkt in leeftijdsgroepjes, geleid door een of twee mentoren. Voor deze aanpak is gekozen na een intern onderzoekje, waaruit bleek dat ongeveer de helft van alle catechisanten afhaakte voor hun zeventiende jaar. We spreken dan over de traditionele catechese. Vervolgens is het Veenendaalse model ontwikkeld en in 1998 in Veenendaal en Brakel gestart, vooral dankzij ds. A. Talsma, ds. H. Born en de catecheet G. Strubbe. Sindsdien blijven meer catechisanten langer betrokken.
Deze werkwijze heeft tot gevolg dat de lesstof onderdelen bevat die voor een aantal jongeren bekend of te moeilijk zijn. Maar in het algemeen zit er genoeg bij voor iedereen. Een groot voordeel is dat de 17-jarige die een stuk basiskennis mist, dit alsnog meekrijgt. En de 13-jarige die in een bepaald aspect van zijn ontwikkeling zijn leeftijdsgenoten vooruit is, vindt in deze methode voldoende uitdaging. De lesstof zoekt aansluiting bij de eigenschappen en het niveau van elke jongere. Op de helling voor 12 t/m 17- jarigen is de bewegingsruimte immers groter dan op de smalle leeftijdstrede. Overigens is een goede aansturing in de groepsgesprekken vereist. Jongeren hebben de neiging om de aantrekkelijke opdrachten eruit te pikken. Weliswaar zijn ze dan actief en zinvol bezig, maar er is een zeker evenwicht nodig tussen de kennis van hoofd en hart, de houding en enkele vaardigheden. Met de grens van 17 jaar kan het beste soepel worden omgegaan. We hebben groepen van 18-jarigen gehad die in deze opzet wilden blijven en ook groepen van 17-jarigen die liever zelfstandig werkten.

Omdat er geen lesmateriaal voor onze opzet beschikbaar was, is er een methode van zes jaargangen ontwikkeld over achtereenvolgens (dus lineair) de Tien Geboden, de Apostolische Geloofsbelijdenis, het Gebed, de Kerk, de heilslijn in het Oude Testament en thema’s rondom Jezus Christus. De jaargangen worden geregeld opgevraagd door hervormde gemeenten en een enkele keer door christelijke gereformeerde kerken en gereformeerde kerken vrijgemaakt. Wij wijzen hen op de mogelijkheid om uit ons digitale materiaal lesstof en opdrachten te selecteren, ter aanvulling van de eigen lesmethode. Bovendien heeft elke predikant en catechesecommissie de vrijheid om ons lesmateriaal aan te passen aan de eigen inzichten/situatie en deze te bundelen in syllabi. Gaandeweg slaagden we er steeds beter in om in het lesmateriaal af te stemmen op de brede groep gebruikers. Er zijn nauwelijks onderwerpen die zich daarvoor minder lenen. Uiteraard staan we open voor verbeteringen.
Andere kenmerken of voordelen van het Veenendaalse model zijn:
- Het zwaartepunt ligt, net als in de traditionele aanpak, bij de predikant of geschoolde catecheet. Zij hebben de theologische kwaliteiten en de ervaring om de lesstof in een brede groep te behandelen.
- De sterke punten van de mentorcatechese, zoals kleine groepen en persoonlijk contact met de mentor(en), worden benut.
- De mentoren worden niet overvraagd. Zij kunnen zich concentreren op het groepsgesprek en op het contact met de jongeren. Zij worden toegerust en na elke catechisatie is er een terugkoppeling. Meer toerusting zou nog beter zijn, maar er zijn grenzen aan wat mensen aan kunnen.
- De gelijktijdige aanwezigheid van meerdere kinderen uit één gezin vergroot de kans op het gesprek in dat gezin.
- Er zijn nauwelijks ordeproblemen, dit komt onder andere door de aanwezigheid van de mentoren en de oudere broers of zussen.
- De tijdsbesparing voor een predikant of catecheet kan behoorlijk groot zijn.
- Voor gemeenten met bijvoorbeeld in totaal acht catechisanten is dit een aantrekkelijke opzet. Hetzelfde geldt voor stads- en streekgemeenten, waar ouders met meerdere kinderen enkele catechisatie-uren moeten wachten, omdat het te ver is om tussendoor heen en weer te rijden. En ook bij ons vinden ouders het prettig als hun kinderen samen kunnen fietsen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 januari 2007

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

INGEZONDEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 januari 2007

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's