Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Eigen identiteit lang bewaard

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eigen identiteit lang bewaard

Gedenkplaatsen in Amerika onder de slopershamer

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Anderhalve eeuw nadat de eerste Nederlanders zich in deze streek vestigden, vallen de gedenkplaatsen stuk voor stuk onder de slopershamer. Functionaliteit wint het van de monumenten, die in rap tempo uit het straatbeeld verdwijnen. Tegelijkertijd rukt de bebouwing in West-Michigan op. In de afgelopen decennia zijn duizenden nieuwe inwoners, onder wie veel Latijns-Amerikanen, op de werkgelegenheid afgekomen. De verwachting is dat binnen twintig jaar de landelijke streek met zelfstandige dorpen veranderd zal zijn in een conglomeratie van onderling inwisselbare buitenwijken.
Dit zegt drs. Hans Krabbendam in de inleiding op zijn boek Vrijheid in het verschiet. Nederlandse emigratie naar Amerika, 1840-1940. Hij doelt op de dorpen met de Hollandse namen in West-Michigan, waar ds. A.C. van Raalte met 57 leden van zijn Arnhemse afgescheiden gemeente in 1847 neerstreek: Graafschap, Overisel, Vriesland, Zeeland, Noordeloos, Borculo; en Holland als centrum. Twee golven van emigranten uit Nederland vonden plaats. Krabbendam behandelt de eerste. Tussen 1846 en 1914 maakten tweehonderdduizend landgenoten de oversteek naar de Verenigde Staten.

Relatief klein
De grote trek begon in de dagen na de Afscheiding van 1834, toen de Afgescheidenen zich enerzijds door de Nederlandse overheid bedreigd voelden en ze anderzijds onderling verdeeld waren in hun visie op kerkorde, zicht op de kerk, zicht ook op de verhouding van kerk en staat. Ds. Van Raalte was een buitenbeentje bij de Afgescheidenen. Intussen was hij het die met groot organisatorisch talent een Nederlandse kolonie vestigde in de onherbergzame oorden van West-Michigan. Van Raalte trok zijn sporen op allerlei terrein: hij kocht de grond op van Amerikaanse oorlogsveteranen, onderhield contacten met politici, ‘bespeelde de kerkbestuurders in het oosten’ en fungeerde als vraagbaak, vertrouwensman en natuurlijk als pastor. Bij onvrede was hij overigens ook ‘de kop van jut’. Hoewel van een emigratiegolf gesproken wordt, was het aantal Hollanders die emigreerden toch relatief klein. Tussen 1846 en 1850 vertrokken ruim 12.000 Nederlanders naar de Nieuwe Wereld, tegenover 450.000 Duitsers en zelfs 950.000 Ieren. De laatsten waren hoofdzakelijk rooms-katholiek en werden, mede vanwege hun lage maatschappelijke positie mikpunt van antipapisme.

Het boek van Krabbendam is ontstaan ‘vanuit de verwondering over het feit dat een relatief kleine groep als de Nederlandse immigranten erin slaagde zolang de eigen identiteit te behouden’. Daarbij doelt hij vooral op de groep, die zich in 1834 losmaakte van de Hervormde Kerk. ‘Haar leiders gaven een duidelijke motivering voor hun vertrek en bepaalden lange tijd het beeld van de emigratiebeweging’. Rooms-katholieken deden minder moeite om hun eigen identiteit in stand te houden. Op het hoogtepunt van de immigratie vlak voor de Eerste Wereldoorlog hadden de Nederlandse protestanten twintig keer zoveel eigen kerken als de katholieken: 500 tegen 25. Trouwens ook bij Joden, die meestal emigreerden om economische redenen, was er meer sprake van assimilatie dan van identiteitsbewaking. Gebrek aan leiderschap en verzet tegen de orthodoxie doorbraken hier de onderlinge solidariteit.

Cement
In het boek neemt een hoofdstuk over ‘het kerkelijk cement’ van de immigranten een centrale, fundamentele plaats in. Het Amerikaanse bestel van de scheiding van kerk en staat schiep ruimte voor immigranten om hun eigen kerken te kiezen. Al in 1628 was de Reformed Protestant Dutch Church gesticht, later de Reformed Church in America geheten (RCA). Maar de immigranten brachten ook hun eigen, afgescheiden kerkelijk leven mee. De strijd om een zuivere kerk werd in Amerika voortgezet. Hoewel de RCA hoge achting toonde voor de orthodoxie van de immigranten – het Hope College, door Van Raalte gesticht, werd later het theologisch opleidingscentrum van de RCA – voltrok zich in 1857 een scheuring, die uiteindelijk heeft geleid tot de constituering van de Christian Reformed Church (CRC). De CRC werd op den duur, zeker na de Doleantie, het kerkelijk toevluchtsoord voor de gereformeerde emigranten. Overigens ging in 1857 slechts een derde van de afgescheidenen mee naar de CRC. In beide kerken waren evenveel hervormden als afgescheidenen. Krabbendam is van oordeel dat praktische verschillen meer dan principiële in het geding waren tussen beide kerken. Maar concurrentie bleef niet uit. In het spoor van Kuyper werd de RCA als ‘onzuiver’ tegenover de CRC als ‘zuiver’ bestempeld.

Tweede golf
In zijn boek noemt Krabbendam ook de tweede emigratiegolf, namelijk tussen 1948 en 1960, toen ongeveer honderdduizend Nederlanders naar Amerika trokken, deels uit economische motieven, deels uit vrees voor de komst van de communisten. Zijn verhaal stopt echter bij 1940.
Hier is het dat we het tweede boek over de emigranten invoeren, namelijk van Agnes


Amelink, die in Gereformeerden overzee de naoorlogse protestants-christelijke landverhuizers in beeld heeft gebracht. Is het boek van Krabbendam een systematisch, wetenschappelijk gedocumenteerd boek, het boek van Amelink is vooral een journalistiek boek, gebaseerd op brieven, persoonlijke gesprekken en familieverhalen. Amelinks boek laat zich enerzijds lezen als een gezellige familieroman, met alle wel en wee van de gereformeerde familie overzee. Anderzijds komen ook de kerkelijke verhoudingen en spanningen helder in beeld.

Scheuringen
Amelink weet nog meer (te vertellen) over de kerkelijke verdeeldheid. Want die hield ook onder de emigranten na 1940 geen halt. Zij moet aan het kerkelijk palet toevoegen de Free Reformed Church. In 1953 liet de christelijke gereformeerde predikant Bastiaan Nederlof zich in de CRC beroepen. In 1952 had hij laten weten hoe hij de stichting van allerlei verschillende gereformeerde kerkgenootschappen overzee betreurde: ‘De wereld is zo groot! De kerk van Christus is zo Katholiek! De emigratie is zo uitgestrekt! De christelijke gereformeerde kerk is zo klein onder de stammen van Israël’. Maar in 1952 vraagt ds. W.H. Eerland in Calvinist Contact of de christelijke gereformeerden in de CRC ‘als gelijke Christgelovigen’ zijn ontvangen Maar ook wil hij ‘het naadje van de kous’ weten over de leer binnen de CRC, die zich op verschillende punten onderscheidt van die in de Christelijke Gereformeerde Kerken: ‘Is de prediking schriftuurlijk en is er de wil om de tucht te handhaven?’ Het loopt uit op een christelijke gereformeerde stek in Amerika, de Free Reformed Church met vandaag achttien kerken in Canada en drie in Amerika, met in totaal 4200 leden. Ook de Geref. Kerken Vrijgemaakt voegden zich in de rij der afgescheiden kerken overzee. In de eerste gemeente van de daar geheten Canadian Reformed Church werd vader Amelink in 1952 beroepen. Toen hij ‘na serieuze overweging’ had bedankt, ging ds. Gerrit Pieffers uit Bussum er heen als eerste vrijgemaakte predikant, in de gemeente van Lethbridge.
Bovendien bleef de CRC niet in de lijn van de pioniers, die een zuivere kerk beoogden. Amelink beschrijft de theologische ontwikkelingen, op afstand die van de Gereformeerde Kerken in Nederland. In feite begonnen die ontwikkelingen al met een bezoek van H.M. Kuitert aan Michigan. Hij hield daar in 1968 op verzoek van de CRC-predikanten enkele theologische voordrachten, o.a. over schepping en evolutie. ‘Zijn reputatie is dan al tot de broeders in het buitenland doorgedrongen.’ Gewijzigde visies op de gereformeerde belijdenis en de gereformeerde zede betekenden op den duur ook hier een breuk. Als de CRC-synode in 1995 besluit dat ook vrouwen predikant kunnen worden, ontstaan in 1996 de United Reformed Churches in North America, met vandaag 20.000 leden, verspreid over 96 gemeenten. De Gereformeerde Gemeenten komen in Amelinks plaatje niet voor. Maar ook die hebben zich onder de emigrantenkerken geschaard, met daarnaast ook nog weer gemeenten, die zijn ontstaan na de scheuring in 1953.

Ik kon slechts een globaal doorkijkje geven door twee fascinerende boeken over emigranten. Ik richtte me daarbij hoofdzakelijk op het kerkelijke leven, hoewel beide boeken ook ingaan op maatschappelijke problemen, de taalkwestie, het onderwijs, de strijd om het bestaan, c.q. om een bestaan op te bouwen, de gezinssituaties, het missen van het thuisland, teleurstellingen en ontberingen tijdens de overtocht en bij aankomst, de (uiteindelijke) assimilatie aan het Amerikaanse leven.
Beide boeken leren dat (kerkelijke) problemen alhier door emigratie naar elders niet worden opgelost. Ook daar kerkelijke strijd en verdeeldheid. Ook daar, de wil tot isolement ten spijt, de vervlakking, de aanpassing aan de omringende cultuur.

Nu komen ook de gedenkplaatsen onder de slopershamer, zegt Krabbendam. Een symbool? Houdt die hamer halt bij de grenzen van de kerk? Een volksdeel streed om een eigen identiteit en heeft die lange tijd behouden. Maar de door Agnes Amelink beschreven ontwikkelingen binnen de Christian Reformed Church geven aan dat het moderne levensbesef alom ook in kerken haar eigen tol eist.
Wie de brieven en verhalen leest, die zowel Krabbendam als Amelink voor het voetlicht heeft gehaald, krijgt al snel nostalgische gevoelens. Zo wás het! Beide boeken verdienen intussen een plaats in boekenkasten in brede kring, wél nadat ze gelezen zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 januari 2007

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Eigen identiteit lang bewaard

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 januari 2007

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's